maandag 30 november 2020

Nou, nou, nou! #Trump #Biden

 Nou nou nou! Er was weer genoeg te beleven de afgelopen weken. Dus laat ik maar eens een heerlijk positief stuk schrijven, de wereld is mooi en lacht ons toe! Eerst hadden we natuurlijk de presidentsverkiezingen, waarbij die doerak van een Trump het zo moeilijk had. Poeh nou! Het zal je maar gebeuren toch! Je weet dat je gaat winnen, dat het Volk van je houdt en niet zonder tranen in de ogen naar je toespraken kan luisteren, wordt je er zowaar ingeluisd door zo’n ellendige rooie raddraaier! Om van te stampvoeten zo oneerlijk. Uiteraard is er gefraudeerd bij de verkiezingen. Dat gebeurt bij alle verkiezingen, dat overleden mensen stemmen. Of mensen opeens gekloond blijken en 2 keer hebben gestemd. Dat deze tientallen valse stemmen je dan van je overwinning beroven is een hard gelag. Ik zag al voor me hoe op 20 januari even ná de noen een trompetterende Trump jammerend door de National Guard uit zijn ovalen kantoortje zou worden gesleurd, de oranje haardos verward, de panden van zijn 1000-dollar-jasje flapperend in de wind, de hakken van zijn krokodillenleren schoenen in cadans met zijn krokodillentranen stuiterend over de trottoirtegels… Helaas, het mocht niet zo zijn. Uit landsbelang gaf hij aan dat er een overdracht van kennis en dus ook van macht zou kunnen gaan plaatsvinden. Uit landsbelang he, want uiteraard heeft hij nog steeds gewonnen. Ik vermoed dat hij op de avond voordat opa Biden het Witte Huis zal betreden met stille trom zal vertrekken. Trump, trompetter, trom. Je zou er bijna een gedicht aan kunnen wijden. En waarom ook niet? Ach vinden allen mij nou stom, ik deed mijn best, ik deed het erom. Vier jaar lang blies ik de loftrompet, op mezelf, de Russische marionet. Samen met mijn Ivank’, ervaar ik nu enkel stank voor dank. Het volk koos Biden en zal nu vrees’lijk lijden. Groetjes van Sint en Piet. O nee, die laatste mag ook al niet. Afijn, ik geloof niet dat er een groot dichter aan mij is verloren gegaan. Ik hoop voor Joe Biden op veel wijsheid de komende jaren, mocht hij die overleven. Ja, ook hij leest Volzin, anders zou het onzinnig zijn mijn wens hier te plaatsen. Tot zover Amerika, terug naar de studio in Hilversum. De jongelingenvereniging van het Forum voor Democratie deed van zich horen! Dan gaat mijn joodse hart altijd sneller kloppen, want als je iets over je JFVD hoort dan weet je dat het over jou gaat! En inderdaad, allerlei antisemitische smeerlapperij vloog ons tegemoet (“joden duwen vrouwen in de prostitutie”), haat ook tegen mensen van kleur (“strontgezichten”) - ik hoef alles hier gelukkig niet te herhalen, u heeft het zelf vast al gelezen. Thierry werd er erg verdrietig van, niet om hetgeen zijn boreale uileneieren van Minerva hadden uitgebraakt, neen, hij plengde zilte tranen omdat het allemaal niet eerlijk was en dit ten koste ging van de tientallen leden die wél lief waren. Hij knuffelde Frederik “Freek” Visser nog eens uitbundig en stapte op. Ik had ooit een collega die op zo’n moment placht te zeggen: Superdoei! Ik doe er lollig over, maar dat is het natuurlijk geenszins. Antisemitisme is geen grap en blijkt telkens weer de kop op te steken, niet te stuiten. Dat baart zorgen klinkt alsof die zorgen er nog niet waren. Welnu, die zorgen waren allang geboren. In deze context wil toch ook de cartoon van Jip van den Toorn noemen die in de Volkskrant stond op 22 november. Een huiselijk tafereeltje, er komt geen Zwarte Piet maar een grootgeneusde nepjood binnen die met diamanten strooit. Hij roept: die (pijpe-)krullen komen door de regen. Alhoewel de boodschap helder is: het racisme dat aan Zwarte Piet kleeft mag je niet bagatelliseren, net zoals je antisemitisme niet mag bagatelliseren. Maar kom op jongens, kies eens een andere groep. Was een bebaarde terrorist met een kromzwaard niet net zo leuk geweest? Wellicht had dan de betreffende cartoonist moeten onderduiken, dat is nu niet het geval.

Rest mij nog te wijzen op het naderen lichtjesfeest: chanoeka! We vieren de overwinning op het antisemitisme, hoe toepasselijk is dat. Ik wens ons allemaal een begripvol 2021.

Eerder gepubliceerd in Volzin, editie 12-1 2020-2021



vrijdag 13 november 2020

Ontzettend onhandig

 Wat is het toch heerlijk om ontzettend onhandig te zijn. Stel je voor dat je alles kunt! Dit komt gelukkig weinig voor in ons joodse dorp. Ook ik kan bijna niks. Ik ken het alfabet, dus ik tiep mijn stukjes, ik kan een telefoontoestel bedienen, dus ik bel mijn klanten en dat was het wel. Welk een groot genot toen de wasmachine kaduuk bleek. Nu ligt er bij ons altijd een Lemelerberg aan wasgoed op zolder waar we overheen moeten klunen om tot de AEG te geraken, dus een nieuwe moest aangeschaft en wel rap. Met een half dozijn kinderen waaronder enkele exemplaren van het vrouwelijk geslacht was misère - niemand had nog onderbroeken mitsgaders sokken en ik kán natuurlijk moeilijk een normaal overhemd ipv een smokinghemd aantrekken - opeens een gegeven. Na nog een paar vergeefse pogingen het ding te repareren (hetgeen inhoudt dat ik er dan een half uur handenwringend en wanhopig naar staar) toch maar Dr. Google geraadpleegd teneinde een nieuwe aan te schaffen. Mozes kriebel wat zijn die krengen tegenwoordig duur. Ik weet nog dat mijn eerste wasmachine, gekocht met een doorlopend krediet, 250 gulden kostte. Er zat een blok beton in om te voorkomen dat mijn Foron, hergestellt in der DDR, zou gaan dansen bij het op 400 toeren centrifugeren én om er voor te zorgen dat wanneer je het apparaat met het gewicht van een Trabant naar boven probeerde te tillen je voorzeker uit zou glijden, zou vallen en volledig gemangeld (om maar een wasterm te gebruiken) en verbrijzeld onder aan je trap zou komen te liggen. Ik weet nog hoe ik klem zat in een hoek van het trapgat, het kreng klem, ik klem en volledig doorweekt door het doodszweet, zachtjes jammerend wachtend op hulp die uiteraard nooit kwam. Maar goed, terug naar 2020, ons aller lievelingsjaar. Onze AEG was dood, deed niks meer en ik bestelde een nieuwe. Kostte een miljoen gulden dus de kindjes mogen de rest van de maand tweedehands brood met pindakaas eten. Op de dag van De Komst was ik natuurlijk erg nerveus. Alles kan dan misgaan, dus ik ontruimde de vestibule van onze Almeerse rijtjeswoning, de beide trappen en het overloopje en draaide de hoofdkraan van de waterleiding dicht. Dochterlief had met een vorkheftruck al de was weggeruimd en tijdelijk op haar kamer gedeponeerd. Ik kreeg een SMS met het tijdstip waarop Achmed met zijn vader zou arriveren. Ik had de koffie klaar, maar ze hoefden niks van me. Dat was de eerste klap. Daarna tilde Achmed met zijn vader éérst de nieuwe machine naar boven, hetgeen gepaard ging met gehijg en gesteun en ik was alle mogelijke goden gruwelijk dankbaar dat ik dat niet hoefde te doen. Het oude kreng wilden ze niet meenemen want er stond nog water in en dan werd hun vrachtauto nat. Ik kreeg visioenen van een gebroken rug maar de redding was nabij. Als ik nog even het water uit het ding zou verwijderen dan kwamen ze er speciaal voor terug. Allah zij geloofd en geprezen! Als door een wonder deed de oude machine het weer en pompte hij zichzelf voor de allerlaatste keer leeg. De gedachte dat hij het misschien gewoon weer helemáál deed liet ik aan me voorbijgaan, het leven is al zwaar genoeg. Omdat ze pas aan het eind van de middag zouden terugkomen draaide ik de hoofdkraan weer open en ik hoorde een prachtig geluid van de zolder komen. De beide heren hadden de kraan half losgedraaid en die spoot nu vrolijk het overheerlijke sprankelend frisse Almeerse leidingwater over de vloer, de muren, de planken met dekbedhoezen, de wasdroger en onze voorraad oude schoenen. De kraan wilde niet meer dicht, hoe verwoed ik ook draaide. Mozes kriebel, ik sprong, inmiddels doorweekt (net als vroeger, de nostalgie!) met zes treden tegelijk van de trappen naar beneden teneinde de overstroming te stelpen. Daarna even een kwartiertje gehuild, op YouTube opgezocht hoe je een wasmachinekraan moet vervangen, naar de Praxis gescheurd met de Trabant, de benodigde onderdelen gehaald en een uur later zat de nieuwe kraan er tot mijn verbijstering op. Wat is het toch heerlijk om onhandig te zijn, je geniet dan veel meer als iets lukt, misschien herkent u dat. 

Eerder gepubliceerd in het NIW 2020.