donderdag 23 november 2006

Matisyahu


Als een puber van 15 jaar die voor het eerst naar een popconcert van zijn grote idool gaat, zo voelde ik me toen mijn grote held, Matthew Miller alias Matisyahu, voor het eerst een concert in de Melkweg ging geven en IK 'N KAARTJE HAD. Baroech Hasjem! 
Ehm, ik ben dan wel geen 15 meer edoch reeds 35, maar het was toevallig wel mijn eerste popconcert. Maar deze totally uncoole opmerking terzijde, ofkors.
Matthew Miller is een zogenaamde Baäl Tesjoev, een teruggekeerde. Lekker streng orthodox opgevoed ging hij (hij dus wel) vanaf zijn 15e geweldig uit zijn bol en deed alles wat de Eeuwige wellicht liever niet ziet. Zijn ouders stuurden hem naar Israel om te chillen en aldaar hervond hij de tradities én het geloof (want Matthew werd een zeer religieus man) van zijn voorouders. 
Teruggekeerd naar de States is hij licht veranderd. Van overtuigde Bob Marley-fan, met joint, dreads en vrije seks is hij omgetoverd in een chassid. Maarrrr, je kunt wel de Joodse knul uit de reggae-scene verwijderen, maar de reggae krijg je overduidelijk niet uit de inmiddels schwarze knul. Het bloed bleef kruipen en inmiddels heeft Matisyahu alweer zijn vierde CD bij elkaar gezongen. Terug naar de Melkweg. Mijn beeld van de stijve chassied is aan flarden. Tsietsiet kunnen heel leuk meedansen op de maat van de muziek en ook met een zwarte hoed op kun je gekke sprongen maken. Niet alleen Matisyahu ging los. Ikzelf heb lopen springen als een mesjuggene. Vraag maar aan Anne Mathilde. Helemaal vooraan het podium kon ik de koshere kauwgum bij wijze van spreken onder de zolen van "tha master" zien zitten. We waren niet de enige LJG-ers die uit hun bol gingen. Ik zal echter de reputatie van deze chaweriem niet schaden en wijselijk mijn klep houden. Alle hits die ik ook al kende van de CD's kwamen voorbij. Het toppunt van de avond was wel dat zijn echtgenote (hun baby sliep in de coulissen) me vroeg of ik wilde meedoen aan minjan, na de dienst. Wie van de lezers heeft ooit met een pop-ster gedawwend? Nebbisj.... Ik dus wel. 



Wie meer van hem wil zien, ga naar: http://www.hasidicreggae.com/ 
Deze site is inmiddels offline.... 2006
Eerder gepubliceerd in het NIW, 2007

maandag 23 oktober 2006

Libeskind

Vrouwlief was met buik en vriendin R. Amsterdam aan het leegkopen en ik was dus thuis en overgeleverd aan de grillen, nukken en neurosen van onze drie jeledjes. Sto delatj? zou Lenin zich afvragen. Welnu, ik prop de kindjes dan meestal in de Lada en rochel richting Kunstwerk.
Het Kunstwerk heet officieel Polderland Garden of Love and Fire. Bedacht door Daniel Libeskind en het zit vol diepe gedachten. Het bestaat namelijk uit een stuk weg doorsneden met sloten en op die stukken weg staan weisichviel 67 matseiwes van aluminium. Ze zijn 3 meter hoog. Voor mijn kunstminnende kinderen ge-wel-dig.
Niet alleen voor kinderen, óók hongerige mannen treffen elkaar daar graag om een zekere tak van sport te bedrijven. Het was vandaag een teleurstellende dag voor de heren. Tenminste drie BMW’s parkeerden opgewonden naast mijn auto, constateerden dat mijn Rus niet ontvankelijk was voor Duitse avances en dropen af. Nebbisj. Toch leuk dat ik uit de verte, met achter aluminium platen verstopte kinderen, toch nog wel aantrekkelijk ben. Voor mannen dan. Laat ook maar. Onze oudste vroeg zich af wat er in het belendende weiland gaande was. Een politieke partij waar ik niet veel mee op heb was bezig de bomen te martelen met een lelijk podium en dito sprekers. Tot mijn genoegen waren er geen toeschouwers. Dat vond mijn zoon zielig. Waarom gaan we er niet heen pap? Ik wil er niet heen, ze houden nu niet bepaald van Israël. Pap, zei de tzadik; iedereen gelooft zijn eigen dingen, daarom kunnen we er best even gaan kijken. Hopla, op mijn nummer gezet. Door mijn 5-jarige liefdeskind. Ge-wel-dig hè.