maandag 26 februari 2018

Gelul met bietjes

Waar jullie ongetwijfeld al jaren diep niet van doordrongen zijn is het feit dat ik advertentieruimte verkoop in een 15-tal bladen. Het leeuwedeel, zoals genoegzaam toch wel niet bekend zal zijn, bestaat uit christelijke tijdschriften. Ik heb dus de hele dag contact met christenmensen van diverse pluimage en richtingen. Ooit sloegen die richtingen malkander de beide hersenhelften in omdat de één beweerde dat de slang Eva met een Drents accent slissend de appel aanbood terwijl de ander ervan overtuigd was dat de slang, die toch een wrede snodaard was om zo’n arm kersvers pas geschapen vrouwmens te verleiden tot het ultieme kwaad, Duits sprak met een Syrische tongval en dat dan telepatisch omdat een slang nou eenmaal te weinig stembanden heeft om helder te kunnen oreren. Reeds. Tegenwoordig kunnen al die 734 kerkgenootschappen het redelijk met elkaar vinden en soms trekken ze zelfs de bijl uit de schedel van hun afwijkende geloofsgenoot en gaan samen in de leeglopende kerkbanken zitten zingen dat het een lieve lust heeft en je de tranen in de ogen springen. Afijn. Ik hou van die mensen en zij houden van mij, dus de verkoop loopt als een tierelier en iedereen is helemaal heppie de peppie.


Een welopgevoed advertentieverkoper trekt er zo nu en dan wel eens op uit, met een stapel bladen in zijn koffertje, gako-pak aan en gaan met die banaan. Gezellig langs bij de dierbare klanten met de bedoeling de relatie te bestendigen en ze de laatste centen uit het beursje te kloppen. Ik mocht dus naar De Dominee. De Dominee was een begrip bij ons op de uitgeverij. Naast zijn zondagse taken was hij eigenaar van een vijftal gelderse fietsenzaken en twee enorme campings. De campings huurden fietsen bij de rijwielhandelaren en om de camping te vullen met over het Smalle Fietspad huurfietsfietsende broekrokken en gesteven pantalons adverteerde de Dominee in mijn christelijke blaadjes. Dat deed hij al heel wat jaren en we vonden het wel eens tijd worden voor een persoonlijke ontmoeting. Geen probleem, ik zou graag eens komen kijken bij hem op een van de campings of juist in een van de fietsenzaken. Niets zo heerlijk als de geur van een verse binnenband. Hij wilde echter dat ik bij hem thuis zou komen eten, in de pastorie naast zijn kerk, in het Gelderse dorp. Dat vond ik reuzespannend. Ik had hem nog nooit ontmoet en nu mocht ik bij hem dineren. Wat kon ik in Hemelsnaam of eh.. in vredesnaam verwachten? Een dominee van de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband, de enige nog bestaande kerk van dit al in 1946 opgeheven kerkgenootschap, die zou me vast om de oren slaan met bijbelteksten, dat ik toch zo snel mogelijk met mijn Trabant de Smalle Weg zou moeten kiezen en onze joodse broer van lang gelêe zou moeten accepteren als enig middel om een eeuwigheid gillen in het borrelende ossewit te kunnen voorkomen. Dus ik mijn stoute nieuwe schoenen en mijn gako-pak aangetrokken, met de Trabant naar het Gelderse dorp. De kerk doemde op, de toren wierp een zware zwarte schaduw over de ernaast gelegen pastorie. De Dominee stond me in de deuropening op te wachten. Niet verrassend, hij zag eruit als een dominee, rijzig, zwart pak, de oogopslag van Gert Schutte van de GPV, u kent hem nog wel. Hij noodde me binnen en schonk me ongevraagd een glas wijn in. Het werd een genoeglijke avond, de dominee was een begenadigd spreker en vertelde volop over zijn wederwaardigheden als herder van een vergrijzende gemeente. Gelukkig, er waren ook jongeren in zijn kerk. Dezen lieten zich elke vrijdagavond vollopen met Aldi-bier in een stacaravan en hij sprak ze daar op aan. Ladderzat een trekker besturen in het holst van de nacht is uit den boze. Ze dienden hem van repliek: alles is toch voorbestemd, wie verloren gaat en wie niet, dus het maakte allemaal niks uit wat ze deden. “Gelul met bietjes!” baste de Dominee. “Mensen hebben twee kanten, een goede en een kwade en je kunt zelf kiezen of je als klootzak wilt leven of niet”. De jongeren waren er danig van onder de indruk. En ik ook. Dat is een hele joodse manier van denken, Dominee! Hij knipoogde naar me en schonk zijn glas weer in.

Geelkerken-foto.jpg (640×480)
Eerder gepubliceerd in NIW 15 van 2018.

maandag 19 februari 2018

Zwijgen


Terwijl ik mijn boodschappentrolley door de sneeuw sleur richting mijn favoriete pleisterplaats, de Jumbo aan het Geinplein (ongelogen) denk ik zoals wel vaker na over de dingen die er toe doen. Mijn schoenen die vol strooizoutvlekken zitten die nooit meer weg te poetsen zijn, mijn fantastische haargel die ondanks de mensonterende sneeuwval mijn coup de jeune homme gewoon fier in model houdt, antisemitisme en de wetenschap dat ik morgen maar weer es thuis blijf werken omdat mijn Trabant eh… een Trabant is met dit weer. Begin je nou alweer over dat stomme antisemitisme, hou er nou es over op, je lijkt wel een Duitser, die hadden het ook altijd maar over antisemitisme, ben helemaal klaar met dat gezeik over antisemitisme, wat een akelige woord ook, ik hoor het veels te vaak, jullie doen niet anders dan klagen, klagen, klagen, zo erg is het allemaal niet hoor, kappen nou. Oh, nou sorry, je hebt een punt, ik wil er graag over ophouden maar helaas pindatralalaas, er vált niet over op te houden want het wordt alleen maar erger! Dus ik wil er best over ophouden, gráág zelfs, maar zover is de wereld geloof ik nog niet. En niet alleen de antisemieten zijn nog niet zover, die bestormen gewoon openlijk een synagoge in Gotenburg (Spreek uit: Jeuteborje.) Met 20 man. Gemaskerd. Ze smijten brandbommen naar binnen terwijl de kids van jongelingenvereniging Bne Akiwa een braaf feestje vieren met chips en cola. De kinderen vluchtten in paniek naar de kelder (slim! een kelder onder een sjoel!) en achteraf pakt de poliesie drie schavuiten op die wat met deze belhamelerij te maken zouden kúnnen hebben gehad, eventueel. Wat zeg ik dat lekker voorzichtig he! Die jongens kunnen er ook niks aan doen. Het is toch allemaal de schuld van de 45e president van de Verenigde United States van de Amerikanen! Die haalde het in zijn poesjesgrabbelende hoofd om zomaar Jeruzalem als hoofdstad van Israel te erkennen! Dan vraag je er ook wel een beetje om! Dat een restaurant in Mokum de ruiten ingekeild krijgt en dat de joodse jongeren in Jeuteborje in de fik gestoken worden. Nee, als Trump dat nou niet gedaan had, dan was er allang wereldvrede geweest. Enfin, ik preek hier voor eigen parochie (ik droosj hier voor eigen kille?) dus ik hoef hier verder niet op door te gaan. Het punt wat ik wil maken is dat er weer een grote zwijgende meerderheid is. Geen onverschillige menigte, nee nee, een grote groep mensen die niets wil horen over islamitisch antisemitisme. Bam. Ik zei zomaar het onvoorstelbare. De kranten die berichtten over de moordpoging op de Bne Akiwa-jongeren in de Zweede synagoge noemden nergens de achtergrond van de 20 aanvallers. De Volkskrant zei ook nog (en ik citeer letterlijk, want ze sleuren je zo voor het tribunaal): “Hoewel er geen gewonden vielen, roept de aanval heftige reacties op.”
Lees deze zin maar een paar keer. “Er was eigenlijk niks aan de hand, toch gingen wat mensen emotioneel lopen te mekkeren.”
Dan spring ik dus echt uit mijn spekkige vel. 20 mannen gooien brandbommen naar een joods kinderfeest. Heel gek, maar dat vinden veel mensen dus niet zo’n goed idee, Volkskrant!
Om even terug te komen op het Grote Zwijgen: ik plaatste een berichtje op Facebook over de aanslag op de synagoge en daarvoor over de aanslag op het restaurant van de familie Bar-On en dan valt me op dat mijn rechtse en a-politieke vrienden reageren, maar niet mijn linkse vrienden. Ik hou nog steeds van ze, maar het valt me wel op. Ik weet dat ze geëngageerd zijn, begaan met dolfijnen, vluchtelingen en biologische bananen. Ze zullen echter nooit reageren op mijn ongezellige nieuwsfeiten omdat ze zich er ongemakkelijk bij voelen. Het past niet bij het wereldbeeld dat zij voor ogen hebben. Dit grote zwijgen baart me bijna nog meer zorgen dan de glasscherven op de Amstelveenseweg.

kosher-restaurant-Amsterdam.jpg (612×363)

Column eerder gepubliceerd in NIW 11, 2017.