vrijdag 15 maart 2019

Midlife

David is drie. Eén van zijn hobby's is het trekken aan oren. Dat doet hij het liefst bij zijn moeder, de hele nacht, zodat mijn teerbeminde er in de ochtend vaak uitziet alsof lijn 51 over haar heen is gereden. En we weten allemaal wat er met lijn 51 is gebeurd. Overigens wordt ze dit jaar veertig, dat vindt ze vast fijn om te lezen. 
Ook aan de flapperende lappen vlees die zich aan weerszijden van mijn gigantische hoofd bevinden wordt veelvuldig door peuterhandjes gesjord. Ik vind het prima, wanneer je zes kinderen (wat, zes??? Ben je wel goed??? Eh.. nee, maar ik heb desondanks zes kinderen. Samengesteld gezin zeker??? Eh.. nee, er staat duidelijk geschreven dat gij niet zult echtscheiden, dus dat kan niet. Zijn jullie nou klaar???? Eh… nou, wat een impertinente vraag! Enzovoort.) ik zei, wanneer je zes kinderen hebt behoor je tot de geduldigste mensen ter wereld en kun je alles leien. 
Alles? Alles. Echter. Hij plukt tegenwoordig liever aan mijn slaaplokken mitsgaders bakkebaarden. Die zijn inmiddels wit met grijs. Hij trekt dus aan dat schaamhaar op mijn wangen en roept dan: STOFHAAR!!!! Zelf bedacht. Hij dus. Heel fijn om dagelijks te worden geconfronteerd met je eigen verkruimeling. Je kinderen houden je jong? Mijn toges! Om Bart Schut maar even te citeren. Ook heb ik tegenwoordig lange kronkelige haren in mijn voorheen prachtig gladde en mannelijke wenkbrauwen, haren op mijn oorschelp en val ik regelmatig pardoes in slaap terwijl ik een boek lees. Zelfs de vacht op mijn borstkas wordt grijs. Tijd voor actie, harde actie. Dus wilde ik een motorfiets kopen. Een hele grote met van die uitlaten. Dan pers ik mijn 90 kilo spieren in een zwartlederen kostuum en dan maak ik weer de blits, net als vroeger. Prachtige pot op mijn kop. Ach, vanitas vanitatum vanitas, om Paul Damen maar even te citeren. Ik noemde al vroeger: twee keer ben ik van mijn sokken gereden op de A1. Dat is het kiezelpad tussen Almere en Amsterdam. Bijzondere ervaringen, dat kan ik wel zeggen. De eerste keer reed een Joodse meneer me ondersteboven. Dus dan blijf je niet lang boos en ik had toch niks gebroken. Hij kwam bij me thuis om het één en ander af te handelen en voor we het wisten lieten we de verzekeringspapieren de verzekeringspapieren en stonden we gezellig keuvelend voor de boekenkast gemeenschappelijke kennissen op te noemen. Ongelukje, kan gebeuren! De tweede keer echter betrof het een zwarte Suzuki Swift die er als een haas vandoor ging terwijl ik gelijk een ballerina door de lucht vloog om later in slaap te vallen tegen de vangrail. De enige glimp die ik opving betrof een viertal jongeren - mogen ze ingegroeide teennagels krijgen tot in hun ruggenmerg - en dat werd ook bevestigd door de omstanders die me, nadat ik wakker werd uit mijn vreemde dutje, uitermate behulpzaam zijn. Afgevoerd in een ambulance, volgepropt met heerlijke drugs, dus zingend en lallend zoals jullie me kennen, werden mijn gebroken onderdelen vakkundig aan elkaar gelijmd. Mijn motorfiets later verkocht en een Trabant aangeschaft. Je moet wat met de midlife. Ik koop toch maar geen motorfiets. Zou je je bakkebaarden kunnen verven? 

vrijdag 1 maart 2019

Broederschap

Het afgelopen weekend bezocht ik met een 25-tal mannen van onze filosofische vereniging een mini-symposium. Ik was er zelf voor de tweede keer maar het fenomeen bestaat al een jaar of 20. Een aantal leden van onze vereniging komt dan bij elkaar en we wisselen gedachten uit over vooraf ingediende onderwerpen. Soms zijn het diepe levensvragen, bijvoorbeeld over sterfelijkheid maar ook basalere, over het teruglopend ledenaantal van onze club en wat we daaraan kunnen doen. In veel steden en dorpen vind je clubs als de onze en het is mooi om te horen hoe het hun vergaat, hoe ze jongeren weten te vinden en aan zich te binden en soms ook treurig wanneer het duidelijk is dat er in een bepaalde stad geen animo meer is en de ‘gespreksgroep’ daar dreigt te verdwijnen. We bestaan al een tijdje. Het bijzondere dat ons kenmerkt is dat de groep zeer gemêleerd is. Er zitten hoogleraren bij, schoenlappers, ICT-ers, boekhouders, notarissen, heftruckchauffeurs, militairen, pacifisten, jagers, veganisten enzovoort. In theorie veroordeelt niemand elkaar. Atheïsten, vrij-katholieken, boeddhisten, joden, moslims, iets-isten, theosofen en wederom: enzovoort. We komen broederlijk bijeen en delen wat we denken en voelen. We discussiëren niet. Elke mening, elk gevoel mag er zijn en verdient respect. Dat is ons devies. Uiteraard is er wel eens mot binnen een lokale groep, maar in het algemeen werkt het. Dat ontroert me. Wat mondiaal onmogelijk is lukt ons: broederlijk met elkaar omgaan, delen wat ons beweegt, elkaar in de ogen kijken en het mooiste: elkaar begrijpen. En als dat niet lukt dan rest in elk geval nog het respect. Donald Trump zou eens moeten aanschuiven. Dat zou hem niet meevallen want we praten zelden over religie en politiek en we discussiëren niet. We luisteren naar elkaar en zetten dan ons eigen idee ernaast. Hij zou gek worden. Geen bijval, geen aanval, alleen maar een “dank u voor uw bijdrage meneer Trump, ikzelf denk dat het ook zó zou kunnen, hoe ziet u dat?” Vreselijk beschaafd. Hij zou na tien minuten rood aanlopen en na een half uur moeten we de defibrillator van de muur trekken vrees ik.
Zelf ben ik erg dankbaar dat ik zo’n groep in mijn dorp heb gevonden. Het viel nog niet mee want we houden ons nogal op de vlakte. Maar nu draai ik volop mee en geniet van de verhalen en de bijdragen van mijn “broeders”. Want zo noemen we elkaar. In een sfeer van vertrouwelijkheid samenzijn. Mannen tussen de 30 en de 99 jaar die délen. We doen wel wat geheimzinnig en dat doe ik nu ook. Niet zo vreemd, want vervolging en uitsluiting was in de historie ons deel. Ten tijde van de tweede oorlog werden we massaal vervolgd en zijn er zo’n 140.000 van ons in heel Europa omgebracht. Ook doen de wildste verhalen over ons de ronde. We zouden uit zijn op wereldheerschappij, satan aanbidden en samenspannen met de zionisten. In vrijwel alle islamitische landen worden we vervolgd. Sowieso in alle dictaturen. Alleenheersers houden niet van vrijdenkers. Onze rituelen zijn onbekend en worden heidens genoemd. We rijden op geiten door onze zaaltjes.
U bent lezer van Volzin, u weet allang waar ik het over heb. Toch noem ik niet hardop de naam van mijn club, misschien doe ik dat later. U weet ook dat van mijn vereniging alleen mannen lid mogen worden, daar heeft u wellicht een oordeel over. Weet dan ook dat er ook soortgelijke groepen zijn waar enkel vrouwen worden toegelaten. Doorgaans vinden buitenstaanders dát dan weer niet discriminatoir. Ook zijn er die gemengde bijeenkomsten houden, dus met mannen en vrouwen. Kortom er is voor elk wat wils. Ik heb bewust voor een organisatie gekozen met alleen mannen. Dat voelt veilig, prettig en herkenbaar. Geen angst voor baltsgedrag, we zijn openhartig naar elkaar. Van de vrouwengroepen hoor ik gelijkluidende verhalen. Hoe we ook verenigd zijn: we werken aan het verbeteren van onszelf, elkaar en dus uiteindelijk de wereld.