zaterdag 20 november 2021

Blij dat de coronale paringsdans aan me voorbij is gegaan

Er is dus sprake van een heuse covidgeboortegolf. Je mag nergens meer naar toe en dus kruip je vroeg onder de wol of je Max Verstappen-dekbedhoes om vervolgens samen een leuke nabestaande te boetseren. Hoe noem je dan je kind? Er zijn in Nederland 44 vrouwen met als roepnaam Corona. Kijk maar op de site van het Meertens Instituut. Dat was de stand in 2014. Wat zullen die dames blij zijn dat ze overal genoemd worden! 

Zelf ben ik blij dat deze coronale paringsdans aan me voorbij is gegaan; ik mocht al zes keer bij een bevalling zijn en ik vind het wel welletjes zo. Enig idee hoe het is, zes keer doodsangsten uitstaan? Natuurlijk, ik ben een man en moet dus mijn harige muil houden, mijn bijdrage aan de bevalling bestond uit vijf minuten bedpret en het was niet mijn taak om zes keer een nieuw welpje op de aarde te zetten.

 Lees het hele verhaal op de site van het Algemeen Dagblad.



Gepubliceerd op de site van het AD op 14 november 2021

vrijdag 19 november 2021

Zie de mens

In onze huidige samenleving lijkt het soms wel alsof er geen sprake meer is van samenleven. Groepen staan tegenover elkaar, waar ze vroeger gewoon vrolijk van mening konden verschillen. Het begroot me vreselijk dit niet alleen waar te nemen maar ook te voelen. Mensen die ik al jaren ken als mild en meegaand, als vriendelijk en begripvol, zijn veranderd in heuse volksmenners die enkel nog druk zijn hun standpunt als de Enige Waarheid te zien en als doorgeslagen missionarissen aan iedereen op te dringen. Wee je gebeente als je er anders over denkt! Dan kun je een spuitje krijgen. Of juist niet, dat kan natuurlijk ook. De tweedeling is echt vreselijk en ik kan alleen maar hopen dat het óver gaat. Wellicht als er eindelijk een nieuw kabinet komt, zo eind 2023? En dan hadden we daar opeens Tamarah. Het NIW van vorige week stond er al vol mee, dus ik geef nog even een kleine nabrander. Haar woordkeuze in haar rede was, wie soll man dass denn sagen, zou Derrick zeggen, niet zo handig. Maxima zou zeggen: een beetje dom. Ik zeg met velen: niet maken die vergelijking, klaar. Daarnaast: we kennen haar allemaal een beetje, ze is voor velen een fijne rabbijn, recht door zee, staat altijd klaar voor haar kehilla en is gewoon zoals ze is. En ja, net zoals elk mens wordt ze niet door iedereen gewaardeerd. Heb haar maar een paar keer ontmoet, maar ook door het lezen van haar columns en mensen die ik spreek uit haar gemeente: ze heeft óók mooie eigenschappen. Het lijkt wel of dat allemaal vergeten wordt na deze faux pas. We oordelen gelijk en veroordelen hard en vergeten de mens achter het hele verhaal, die zoveel meer is dan alleen deze uitspraak. Dit geldt niet alleen voor deze situatie maar kun je maatschappijbreed trekken. Ik fietste vorig jaar met mijn kleuter op één van de smalle fietspaden van Almere, hij wiebelig op zijn kleine tweewielertje en ik er naast met één oog op hem en één oog op de weg voor me. Komen ons twee oudere Almeerders tegemoet, een echtpaar want allebei dezelfde fiets, dezelfde jas en dezelfde boze blik. “Aan de kant, aan de kant!” riepen ze “... je doet het voor ons!!” Ik verzin dit niet. Had ik mijn ventje in de sloot moeten schoppen teneinde die anderhalve meter tussen hen en ons te kunnen waarborgen? No way! Dus woedend fietsen ze heel omstandig door de berm, mij onderwijl vervloekend en woest aankijkend. Ook mijn temperatuur steeg en ik gunde ze bijna allebei een spoedig verblijf in twee gezellige urnen, met daartussen anderhalve meter. Afijn, ik koelde weer af en realiseerde me dat ook ik vergeet de mens achter de schreeuwende bejaarde te zien. Ja, ze hadden gewoon even kunnen afstappen om vriendelijk glimlachend mij en mijn zwabberende kleuter langs te laten. Ja, ze hadden niet moeten schreeuwen zodat ik weer wat ingewikkelds had uit te leggen aan mijn jeledje. Aan de andere kant: wie weet hoe lang ze al binnen hadden gezeten, bang om naar buiten te gaan, zich opvretend van frustratie en boosheid vanwege dit zelf opgelegde huisarrest? Geen idee he. Ik wil echt het individu kunnen blijven zien, niet twee kampen, geen vijanden. We zijn allemaal mensen die een keus hebben gemaakt in deze kwestie, door de één goed doordacht, door de ander wat minder, maar uiteraard met het idee dat we het goede doen. Dat mag ik nooit vergeten. Zie de ánder, hij is zoals jij.

Eerder gepubliceerd in NIW 9 van 2021


zaterdag 6 november 2021

een nieuwe episode van de corona-ellende

We gaan een nieuwe episode van de corona-ellende in en ik vind het reuzespannend. De persconferentie van afgelopen dinsdag was glashelder en keihard: extra maatregelen, strengere controles maar vooral: de voortgaande polarisatie wordt alleen maar gestimuleerd, vergroot en verergerd. Kennelijk zijn er nu 2 soorten mensen in ons land: verstandige gevaccineerden, die luisteren naar ons demissionaire kabinet en levensgevaarlijke wappies die de oorzaak zijn van alle ellende, de overvolle ziekenhuizen, de overbelaste crematoria en de straks veel te krappe begraafplaatsen. Misschien moeten we maar wat voetbalvelden herinrichten als dodenakkers straks.

Lees het hele verhaal op de site van het Algemeen Dagblad.


Gepubliceerd op de site van het AD op 6 november 2021


zaterdag 23 oktober 2021

Squid Games.

 

Squid games! Ik had er nog nooit van gehoord want oud, stenen tijdperk, draaischijftelefoongeneratie, maar van de week kwam opeens mijn 11-jarige een na jongste dochter naar me toe met de vraag of ze op Netflix, net zoals de rest van de wereld, naar Squid Games mocht kijken. 

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad.

Eerder gepubliceerd op de site van het Algemeen Dagblad op 23 oktober 2021.






donderdag 21 oktober 2021

Verkouden

Niets blijft mij, de leider onder de lijdenden, bespaard. Nu ben ik weer snipverkouden, hetgeen inhoudt dat ik gelijk een paria met uitslaande harige leprapuisten aan huis gekluisterd ben. Ga maar eens verkouden naar de Jumbo! Aanvankelijk lijkt er niets aan de hand, mensen knikken je vrolijk toe. Een enkeling nog angstig van achter zo’n in China geproduceerd muilkorfje waarover het virus uit datzelfde land, waardoor Nederland nu is gevuld met spooksteden en ontvolkte provincies, zich erg vrolijk maakt. Zodra je echter gaat praten, wat in mijn geval uiteraard zelden voorkomt aangezien ik extreem bedeesd, verlegen, bescheiden, stilletjes en nederig ben, zie je ze al schrikken. Oei, die stem klinkt anders, de neus verstopt, de ogen lodderig. Eén keer nieste ik, de grootste fout van mijn leven, het brandalarm ging af, rode zwaailichten overal, een horde Almeerders stootte schorre kreten slakend diverse schappen met koekjes en chocolade om en ik werd met een stroomstok in de richting van de flesseninname-automaat gedreven. Ik wapperde nog manmoedig en positief met de meegebrachte negatieve thuistest maar het mocht niet baten. In het magazijn van de supermarkt werd ik door mannetjes in astronautenpakken op de palletwikkelaar gezet en voorzien van een prachtig doorschijnend en glimmend laagje huishoudfolie. Sjabat sjalom, zullen we maar zeggen! 

Gewoon verkouden zijn, wie kent het nog? Vroeger waren we het allemaal, ook vaak gezamenlijk. Net zoals die malle vrouwen waar je wel eens van hoort, die met z’n zevenen tegelijk gaan zitten bloeien als een doornige roos in een yurt, onderwijl ritmisch kloppend op een periodieke met kruisjes ingelegde zelf getamponneerde trommel. Maar nu? Niks meer samen! In de kelder met je blafferige gehoest! 

Een verkoudheid is nu reden tot Kamervragen. Thierry zou het wel weten! “Wist u, mevrouw de voorzitter, dat de Joden voor de oorlog ook wel eens verkouden waren? En we weten allemaal hoe dat afliep!” 

Afijn, ik ben dus heel eenzaam verkouden, zit huilend naar buiten te staren, de postbode gooit de pakjes vanaf de stoeprand door het raam, het 150 jarig bestaan van mijn werkgever vierde ik via zoom. Geen gebakje voor mij. Eén groot tranendal mensen. Uiteraard gebeuren er ook nog mooie dingen in mijn verder grimmige bestaan. Omdat ik van nature een positief en opgeruimd mens ben zie ik die nog steeds! Zo reed ik van de week met kindje nummer 5 naar haar bat mitswa - les. Onderweg zaten we heerlijk de brooches te oefenen die ze mag zeggen wanneer ze - be’ezrat Hasjeem - volgend jaar wordt opgeroepen om uit de Tora te lezen. Voor haar is het een extra uitdaging vanwege haar dyslexie. Jarenlang wist ze haar makke te omzeilen met allerhande trucjes en ook nu komt deze eigenschap goed van pas. Ik vroeg haar naar de bracha die ze moet zeggen voordat ze op erev sjabbat de kaarsen aansteekt. Ze wist het even niet meer, maar maakte het gebaar van “warmte van de vlammetjes naar je toe halen” en hupsakee, daar rolde hij vlekkeloos uit haar mond. Jodendom ging altijd door en zal altijd doorgaan, zelfs wanneer we verkouden zijn.


Eerder gepubliceerd in NIW 5, 2021


zondag 10 oktober 2021

Alsof de wereld verging

Alsof de wereld verging. Wat moest ik aan met mijn lege bestaan zonder Facebook en Whatsapp en zelfs dat Instagram, dat door zo’n oude man als ik nog altijd heel puriteins Intaggggram wordt genoemd, met zo’n lekker lange harde rollende Hollandse G. Mijn kinderen draaien dan altijd met hun mooie ogen (sommige hebben zelfs blauwe ogen, terwijl mijn echtgenote en ik allebei zijn voorzien van prachtige bruine stuiters, grappig is dat hè!) en bijten me vriendelijk toe dat het gewoon INSTA is. Soms nog gevolgd door een liefdevol BOOMER. Mij blijft werkelijk niets bespaard en dat is ongetwijfeld mijn verdiende loon omdat ik in een vorig leven vast opzichter was in een kolenmijn waar kleine kindertjes met hun poezelige handjes stenen moesten bikken. 

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad.


Gepubliceerd op de site van het AD op 9 oktober 2021.




zondag 19 september 2021

Luidruchtige reuzen

Als je zoals ik gezegend bent met een half dozijn kinderen, dan heb je uiteraard veel mazzel: ze werken allemaal keihard mee om van ons rijtjeshuis een gezellig bedoeninkje te maken. De één poetst, de ander zuigt, weer eentje maakt zingend de overwerkte toiletpot schoon en het blijft ontroerend wanneer je ze ruzie ziet maken wie dit keer juichend de beschimmelde badkamer mag schoonmaken.

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad.



Gepubliceerd op de site van het AD op 11 september 2021.



vrijdag 3 september 2021

5782

Er start een nieuw jaar en ik kijk er erg naar uit. Na een jaar van afzien, geen klanten bezoeken, alleen maar thuiswerken met een kleuter op schoot komt er weer lucht. Als de regering zich minder laat leiden door angst en de drang om te bepálen hoe we nu moeten leven. Als we weer adem kunnen halen en elkaar kunnen ontmoeten, zonder krampachtig afstand te houden, zonder te vragen hoe iemand begroet wil worden. Covid is een nare ziekte, maar de maatregelen waren extreem. Hoeveel mensen zijn niet uit het leven gestapt omdat ze hun bedrijf naar de gallemiezen zagen gaan, of gewoon verkruimelden van eenzaamheid omdat ze niemand meer zagen en hun omgeving zagen vervagen aan een horizon van angst en wantrouwen? Kwetsbare kinderen die gedwongen weer thuis woonden, in een kwaadaardige omgeving? We zullen er de komende decennia nog de wrange vruchten van plukken vrees ik. Maar nu een nieuw jaar, hopelijk kunnen we enigszins herstellen van de averij die we opliepen. Voorkomen dat de schade nog groter wordt door de tweedeling die naakt, het onderscheid dat gemaakt gaat worden door hen die wel meegaan in de stroom die de rijksregering heeft bepaald en hen die zeggen: neen, dit kan ik niet. Laten we elkaar respecteren in de keuzes die we maken, terwijl we ook gewoon rekening houden met elkaar. Volgens mij hoeft het niet moeilijk te zijn maar de polarisatie is erg groot: 2 groepen die vol woede naar elkaar kijken en elkaar veroordelen en een kleine minderheid die begrip heeft voor beide kampen: de schapen en de wappies. Niemand is een schaap en niemand is een wappie. We zijn allemaal mensen die vanuit ons hart keuzes maken, allemaal in vertrouwen dat wat we doen het juiste is. Rosj hasjana en jom kippoer zijn bij uitstek dagen dat we hierbij stil staan. Hoe staan we in het leven? Hoe staan we tegenover onze medemens en tegenover de Eeuwige, welke Naam we Die ook geven? Hoe staan we tegenover onszelf: kijk jezelf in de ogen als je voor de spiegel staat. Kun je jezelf aankijken? Ben je oprecht en echt en hoe kijk je naar je medemens? Als mensheid zijn we broeders en zusters van elkaar en géén rivaliserende bendes. Kijk je broer aan en je zus. Zie de worsteling met het leven ook bij hen en reik elkaar de hand: ik begrijp je ook al maak je andere keuzes dan ik. Je overwegingen zijn zuiver en ingegeven door de wil het goede te doen. En jouw plek onder de zon (of onder de maan), je verhouding tot de Eeuwige. Wie is dat eigenlijk? Is het misschien een afspiegeling van je Hogere Zelf, de Bron waaruit je voortkomt? Sta je in de rechte verhouding daartoe? Voor mij zal het nieuwe jaar meer nog dan anders bestaan uit bewustzijn en bewust-zijn. Dat is dan ook mijn wens voor jullie allemaal: een blik in je eigen ziel en in die van de ander. Dat werkt verbindend en zal de overtuiging brengen dat we allemaal, op onze eigen manier bezig zijn te werken aan een betere wereld. Moge je worden ingeschreven voor een goed jaar, vol verbinding en harmonie. Moge het zoet en vreugdevol zijn en moge de Eeuwige ons allemaal rijkelijk zegenen in 5782. 

Eerder gepubliceerd in het eerste NIW van 5782.



zaterdag 28 augustus 2021

Inventief

Als je zoals ik gezegend bent met een half dozijn kinderen dan heb je uiteraard veel mazzel: ze werken allemaal keihard mee om van ons rijtjeshuis een gezellig bedoeninkje te maken. De één poetst, de ander zuigt, weer eentje maakt zingend de overwerkte toiletpot schoon en het blijft ontroerend wanneer je ze ruzie ziet maken wie dit keer juichend en dansend de door intensief gebruik lichtelijk schimmelende badkamer mag schoonmaken.

Wat een utopie. Normale mensen hebben maar 2 kinderen die ze achterna moeten zitten met de zweep of de stroomstok teneinde ze te bewegen hun taakjes uit te voeren. Hier zijn er dus zes lieve aapjes die ik aan het werk moet zien te krijgen.

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad

Gepubliceerd op de site van het AD op 28 augustus 2021



maandag 16 augustus 2021

De piercing en de koekoeksklok

Mozes kriebel. Ik weet het: op een dag moet je je kindjes loslaten. Je mag ze zelfs geen kindjes meer noemen, want dan slaan ze je. De oudste dochter is 18 jaar en roept al sinds ze 14 is dat ze een tongpiercing wil. Dat haar ouders haar een sportauto, een vliegtuig en een reisje naar het ISS-ruimtestation beloofden maakte niet uit. Ze negeerde onze tranen en smeekbedes en liet vandaag een spijker door haar hamlapje rammen.

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad

Gepubliceerd op de site van het AD op 15 augustus 2021

donderdag 12 augustus 2021

Bestemming

Mijn drie oudste nabestaanden kwamen van de week terug van hun jongelingenkamp. Ergens in een boerenschuur in het oosten des lands hadden ze nachten doorgehaald met een kleiner dan gebruikelijk groep ihresgleichen, gedanst, gelachen, gebensjt. Eén van de kindjes had zelfs blauwe plekken van het bensjen. Hoe prachtig is dat!  Dit na een lange periode van geringe activiteit vanwege de pandemie. We zijn nu drie dagen later en uiteraard slapen ze nog altijd, maar wat een feest! Ik haalde ze van de bus in Amsterdam, uiteraard was ik een uur te vroeg omdat de kleuter het wachten thuis niet langer volhield. En okay, ik kom ook graag te vroeg, geheel tegen de jiddische mores in. Het ontroerde me ze te zien, de hele groep. Er straalde zoveel saamhorigheid en liefde vanaf, ze moesten nu afscheid nemen van elkaar maar ook dat deden ze met een dansje en al zingend. Ook mijn kinderen! Toch bijzonder wanneer je bedenkt dat ik vroeger op de dansvloer eens toegevoegd kreeg van een blonde deerne dat ik me volslagen belachelijk maakte en er beter mee kon stoppen. Dat heb ik dan ook maar gedaan: geen gedans meer voor mij sinds mijn 19e. Kleine illustratie hoe gevoelig jongeren kunnen zijn, hoe belangrijk het is om gewaardeerd, opgenomen en gezien te worden. Helemaal in deze tijd waar ze - dat is niet nieuw natuurlijk - uitzonderingen zijn op de regel en waar nu niet alleen de omgangsregels regelmatig met voeten worden getreden maar ook  hun sociale leven toch wel enigszins ontregeld is. Wat heerlijk dat ze dan gewoon zichzelf kunnen zijn in hun eigen veilige joodse dorp. Dat is mijn advies aan jullie, ouders met kinderen: maak ze lid van een joodse club. Als ze weigeren en gaan steigeren: verdoven, vastbinden en ze dwingen. Je zult er geen spijt van krijgen want het is heerlijk rustig thuis als ze er niet zijn. Wel moet je dan hun klusjes zelf doen, maar het voordeel is dan dat ze tenminste eens gedaan worden. Win-win! En als ze terugkomen zijn ze opgeladen en vastbesloten een joodse partner te vinden, dus kom maar door met je ledor wador. Niet dat er wat mis is met een niet-joodse partner hoor, mijn uitgangspunt is uiteraard en altijd dat ze iemand vinden die ze past! Is dat eigenlijk nog een taboe? Zo ja: sterkte daarmee. Over taboes gesproken… ik sprak van de week een dominee die me vertelde dat hij een maand naar Canada zou gaan, omdat zijn dochter daar ging trouwen. Dat vond ik heel bijzonder en hij vertelde verder dat ze ging trouwen met een orthodox-joodse man. Dat vond ik nóg bijzonderderder. Op mijn vraag of ze dan ook joods geworden was bleef het even stil, maar inderdaad: dat was het geval. De dominee had daar heel veel moeite mee gehad; dat ze het geloof dat ze in haar opvoeding had meegekregen had losgelaten en dat ze afscheid had genomen van de Here Jezus. Hij had daar lang mee geworsteld en het uiteindelijk vanaf de kansel met zijn gemeente gedeeld. Nu ging hij trots en vol verwachting op het vliegtuig. Mooi toch? De grap is natuurlijk wel dat zij van christin (is dat een woord?) Jodin werd en daar helemaal heppie de peppie mee is. Vinden we leuk. Als het nou andersom was geweest? Als een joods meisje of een joodse knul besluit om de sjoeldeuren dicht te trekken en het christelijk geloof te gaan te aanhangen dan zijn we vaak minder blij. Laat ik dicht bij mezelf blijven: zo voel ik het. Ook die kom ik wel eens tegen: joden die christen zijn geworden en het knaagt als ik ze zie of hoor. Ergens klopt dat niet he. Leven en laten leven, toch? Zo werkt het niet altijd, klaarblijkelijk. Het mooiste zou zijn als we voor elk mens blij kunnen zijn die zijn of haar bestemming vindt. Zover ben ik kennelijk nog niet.

Eerder gepubliceerd in NIW 39, 2021



vrijdag 25 juni 2021

Harige tepels

Wat een gelukzalige toestanden! Het heeft de rijksregering behaagd om ons, eenvoudige zielen, onderdanigen die wanhopig een kaarsje branden voor ons aller heer en meester Rutte, te voorzien van een langere leiband. “Er mag weer meer!” Nou dat heb ik geweten. Was het tot voor kort gebruikelijk dat mensen gillend en uit afgrijzen spontaan urinerend wegrenden zodra ik op 1 meter 40 afstand van ze kwam, hetgeen vaak erg prettig is want zo welriekend is een iegelijk niet, nu drukken Roemeense vrachtwagenchauffeurs mijn gezicht tussen hun harige tepels en breken daarbij mijn immense schedel bijna als was het een beukenootje zodra ze me zien zien staan naast mijn hemelsblauwe Trabant op een willekeurige parking langs de A6. O wat maak ik ze gelukkig met mijn relikwie uit hun vaderland. Overigens gaat dit ook op voor Poolse camionbestuurders, maar die zijn nooit zo hartstochtelijk als het volkje uit het Romaanse eiland in de zee van Slavische misère. Laatst had ik weer beet: Ik ging even tanken bij Lelystad. Je kent het wel: motorkap open, dop van het blik dat voor tank moet doorgaan, peilstok erin om te kijken hoeveel benzine er nog bij kan, hoofdrekenen hoeveel olie er dan in moet om tot de gewenste mix te komen, olie in je tank en dan nog een beetje benzine erbij, auto heen en weer schudden om alles goed door elkaar te roeren. Klaar om te gaan! Hoor ik een luide: HA! Op slippers en slechts gekleed in een vaalgroen broekje kwam een een hele grote Roemeen op me afgestiefeld om me liefdevol te omknellen en daarbij kreten te slaken terwijl hij de bloedtoevoer in mijn erudiete nek afklemde.Hij slaakt zuchten. Ook slaat hij zijn handen voor zijn gezicht. TRABANT! Roept hij. TRABANT! Dus ik bevestig zijn formidabele automobielkennis terwijl ik mijn verkreukelde hoofd weer uitdeuk. Hij aait mijn Trabant, gebaart of hij erin mag zitten hetgeen ik minzaam toesta. Dit is een keer wat anders dan hoongelach. Hij schakelt lukraak wat met de pook en wil hem starten. Ook prima, maar ik buig snel over zijn reusachtige berg buik heen en zet de versnelling weer in zijn vrij. Wel zo praktisch op een benzinestation. Op zich wil ik best in de krant komen, maar liever niet met “Aan Roemeen uitgeleende Trabant doet benzinepompen bij Lelystad exploderen.” Hij start en roept huilend ACH, hij geeft gas en kijkt over zijn pokdalige schouder naar het uitlaatje, dat keurig blauwe wolkjes zo groot als zijn schoonmoeder uitbraakt. Hij stapt weer uit en wijst naar de motorkap, die ik uiteraard bereidwillig voor hem open. Hij telt de bougiedoppen (2) en streelt het luchtfilter. Dan gaat hij vertellen: hij wijst op zichzelf en zegt dan: Rumania! Wijst weer op zichzelf en zegt: Rumania Trabant! Trabant BOEM!!! Okay, hij had dus in zijn vaderland een Trabant en die heeft waarschijnlijk een klein defect. Hij maakt weidse armgebaren alsof iets uit elkaar is gespat. Hij komt weer dicht tegen me aanstaan en slaat zijn arm om mijn schouders. De geur van 2000 kilometer in een vrachtwagen laat mijn ogen tranen. Hij geeft me wel zes keer een hand en gaat weer in de Trabant zitten. Koud en hardvochtig  als ik ben gebaar ik dat ik weer verder wil. Hij roept: TRABANT AUTOSTRADA????? Ik vermoed dat dat snelweg betekent, en ik knik trots, zeker, mijn Trabant “Schorsch” durft de snelweg op! De komende vijf minuten probeer ik hem duidelijk te maken dat ik toch echt verder moet en uiteindelijk, na nogmaals tegen zijn harige tepels te zijn gedrukt laat hij me gaan, terwijl hij me al filmend met zijn telefoontoestel uitzwaait. Post-coronale avonturen!

Eerder gepubliceerd in NIW 35 van 25 juni 2021.



donderdag 3 juni 2021

Bijna 50 deel 2 - Het Vervolg

Het was vast afzien voor jullie de afgelopen weken. Niet alleen lag Israël weer onder vuur, ook vroegen jullie je af of ik inderdaad zo kloek zou blijven als ik me voordeed en géén motorrijwiel zou aanschaffen. Want dat had ik gezegd. Dat ik verstandig was. Een wijs man. Te dik, zeker, maar desondanks toch erudiet en trouw aan mezelf. Ik had mijn stukje nog maar net uit mijn schrijfmachine getrokken en naar het NIW gefaxt of ik zat alweer op Marktplaats. Een kwartier later had ik een motorfiets besteld. Neen, ik had er geen proefrit op gemaakt. Ja, ik had het hele bedrag al overgemaakt naar de volslagen onbekende mijnheer in Brabant die hem zou komen brengen. Een meneer wiens achternaam hetzelfde was als het dorp waar hij woonde. Dat moest wel goed zitten! Uiteraard had ik hem wél even gebeld, om te vragen of de motor écht helemaal in orde was. Zeker! Hij had er vorige zomer nog een kwartiertje op gereden en zou hem over één nachtje slapen komen brengen. Doodzenuwachtig was ik, want ik besefte hoe dom ik weer eens was. De vorige keer was de tank lek, weet u nog wel? Toen had ik wel opgeblazen kunnen worden en - als ik niet zo zwaar was geweest - 350 meter de lucht in worden geslingerd. Gelukkig viel het reuze mee, Katholieke Karel (hij kwam uit een gezin met 10 kinderen) bezorgde de Sparta SL 250 uit 1955 met kenteken RH-29-88 keurig thuis, dronk koffie en vertrok weer naar zijn gehucht. De motorfiets ademde iets van lang geleden, iets prehistorisch. De tank bleek van binnen ook prehistorisch, een soort druipsteengrot maar dan van roest. De benzine die er in zit was zo oud dat het dropwater leek. En hij rookte nog erger dan mijn Trabant. Zoals mijn innig geliefde buurman zei: Wat maakt dat stuk oud roest een herrie! Dus lawaai zat er ook nog in! Uiteraard heb ik er stukjes opgereden. Een keertje naar het park en een keertje naar een zieke vriend, helemaal in Almere Haven. Ik moest me goed vasthouden want ik trilde er bijna af en stond doodsangsten uit vanwege de trommelremmen die vooral trommelden maar niet remden. Mijn ogen woeien bijna uit mijn hoofd omdat ik niet gedacht had aan een bril en bij gebrek aan motorjas had ik maar een zwarte pandjesjas aangetrokken zodat de vrome flappen als vlerken klapperden. Ik maakte een verpletterende indruk op het van opwinding hilarisch lachende vrouwvolk van Almere-Stad. Afijn, nu ben ik alweer een tijdje op zoek naar een koppakking, want er lekt zwarte drek uit de cilinder. Je verwacht dat je zo’n pakking overal kunt kopen, maar zelfs de Jumbo had hem niet en ook Google zweeg beschaamd. Dus ik naar de Onderdelenmarkt van de Sparta Motorclub in Voorst. (Voor wie het plaatsje niet kent, het ligt naast Bussloo, graag gedaan.) Ondanks dat ik leef zonder verwachtingen en alles neem zoals het op mijn pad komt had ik toch stiekem een voorstelling van zo’n onderdelenmarkt. Uiteraard zou ik er in smoking heen gaan, want dat is nou eenmaal mijn dagelijkse kloffie en ik stelde me voor dat de overige mannen corduroy broeken zouden dragen, klompen, 20 jaar ouder zouden zijn dan ik en al graaiend in grote kratten met voor mij onherkenbare stukken ijzer een hels en onverstaanbaar dialect zouden rochelen waarvan ik dan zou moeten huilen. Dit was geenszins het geval, maar een koppakking of koffie hadden ze ook niet. Het Senseo-apparaat was stuk. Ze waren wel erg aardig. Hoe het ook zij: alles komt goed. Omdat jullie zo aandringen zal ik je op de hoogte houden.

Eerder gepubliceerd in het NIW van 28 mei 2021.



woensdag 28 april 2021

Bijna 50

Van de weeromstuit ben ik weer gaan bieden op motorfietsen op marktplaats. Dat is natuurlijk het domste wat je kunt doen he. Zeker in mijn geval. Ik rijd weliswaar in een Trabant 601 uit 1965 maar ben net zo a-technisch als, nou ja, wij allemaal. Geen idee heb ik. Ik doe maar wat. Een motorfiets dus. Dit jaar hoopt deze Abraham Abraham te mogen gaan zien dus de penopauze hakt er flink in. Vrouwlief, 9 jaar jonger dus nog lang niet toe aan eender welke pauze, snapte me. Koop lekker een motorfiets! Tengevolge van de door de rijksregering ingestelde maatregelen zit een vakantie er toch niet in. Dus kan ik lekker toeren, de wind door mijn haar, eh... helm, dus borsthaar dan maar. Zoals ik al aangaf is bieden op een motorfiets, op marktplaats, door mij, erg dom. Ik heb namelijk helemaal geen zin om zo’n ding te gaan uitproberen. Ik vind dat vervelend. Moet je er helemaal heen, met de auto ook nog - dus je kunt niet gelijk terug op de net aangeschafte motorfiets, babbelen met een verkoper die er wél verstand van heeft, een stukje tuffen met het zweet in de handen (ik durf het eigenlijk niet na twee ongelukken járen geleden), onderhandelen (dat kan ik, want enzovoort) en dan weer terug naar huis met de auto om láter dat ding op te halen. Gedoe! Gelazer! Geen zin in! Dus ik bied altijd in het volste vertrouwen dat Het Wel Goed Zit. Meestal kies ik dan mensen uit die aangeven niet op Zondag te willen worden gebeld. Want die zijn natuurlijk éxtra betrouwbaar. En dan bied ik lukraak met het verzoek het ding bij mij thuis te komen afleveren. Heel gek! Lukt altijd! Zo kocht ik bijvoorbeeld mijn allereerste motorfiets, een CZ 453 uit 1963, kenteken UU-62-11 voor maar 450 euro (euro ja, ik was een laatbloeier) en die werd keurig thuis afgeleverd. De verkoper had geen tijd voor koffie want druk-druk-druk en maakte zich schielijk uit de voeten.

Na drie uur had ik het ding aan de praat, mijn voet bijna gebarsten en gebroken door het vele trappen op de kickstarter. Dus ik naar de dichtstbijzijnde benzinepomp, zo trots als een pauw in mijn antieke lederen kostuum. De pompbediende liet van het lachen zijn urine net zo hard langs zijn schenen lopen als de benzine uit het gat in de tank langs die van mij stroomde. Ja lees die zin nog maar eens. Er zat een gat in de tank zo groot als een gulden en dat was best bijzonder in 2006 toen de euro al 5 jaar triomfeerde. Daarna heb ik nog diverse motorfietsen gehad, allemaal vervaardigd achter het IJzeren Gordijn en allemaal reden tot diverse hysterische hartaanvallen vanwege intense lachsalvo’s bij de diverse buurt-mannen hier in het pittoreske Almere. Zucht. Niemand begrijpt mij. MZ, Jawa, ik hou ervan. Onlangs bood ik dus weer op een CZ. (Voor de mensen zonder algemene ontwikkeling: dat zijn tweetakt-motorfietsen vervaardigd in de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek.) Ik mocht niet bellen op zondag dus dat zat goed. Het was hetzelfde type als de hiervoor genoemde, dus ik, penopauzale paljas, werd helemaal nostalgisch. dezelfde als mijn Eerste, ook al was dat nog maar 15 jaar geleden. Er stond in de annonce in 19e eeuws-Nederlands dat hij helemaal in orde was! Dus dat is dan ook zo! Ik stuurde hem een bericht dat ik de benodigde mesomme terstond wilde overmaken, want een proefrit, of überhaupt nadenken, is aan mij niet besteed. De dag erna, geheel tegen mijn natuur in, tóch maar gevraagd of er iets aan schortte. Niks! Helemaal niks! Nou ja, als je hem aan de praat had gekregen dan wilde hij niet meer uit. Het motortje bleef eeuwig doorlopen, maar dat gaf natuurlijk niet. 

Het kostte me een beetje moeite, maar ik heb toch nee gezegd tegen gereformeerde Gerrit van 83. Hij had het wel verwacht, ik was net zoals alle anderen, zo voegde hij me toe. Zucht. Voor mij een penopauze zonder motorfiets. Verstand, hoe gering ook, komt met de jaren.

Eerder gepubliceerd in het NIW van 23 april 2021.



zondag 21 maart 2021

De Uitslag

 Wanneer u dit leest zijn de verkiezingen achter de rug en weet u wie de winnaar is. Dat is voor mij een vreemde gewaarwording want ik heb natuurlijk nu nog geen idee. Uiteraard heeft u net zoals ik op Lijst 37 gestemd, de nummer 10. Die arme Paul Damen… Hopelijk hebben ze in de Tweede Kamer der Staten-Generaal een speciale stoel voor hem laten maken, extra breed of voordeliger: twee stoelen naast elkaar. En om er voor te zorgen dat zijn klompvoetjes met de jubeltenen niet bungelen als Mussolini aan een tankstation - eventueel voorzien van een stoofje. Het valt niet mee om door het leven te moeten gaan met zulke korte dikke stompjes van beentjes. Als hij niet koosjer was geweest hadden we gezegd: hammetjes. Ik zie nu al het geschrokken gezicht van de kamervoorzitster voor me wanneer hij zijn vlagje opsteekt om gezien te worden. Ya Allah, Damen wil het woord! Zonder gekkigheid, uiteraard kreeg de Partij voor de Republiek geen enkele zetel. Die voorspelling durf ik wel te maken. Zoveel mensen hechten in Nederland geen waarde aan democratie op z’n eenentwintigsteëeuws. De meerderheid wil nog altijd liever een feodaal stelsel en klappen op koninginnedag hun handjes stuk voor den Koning. Wat overigens best sneu is want dan zijn ze mooi 3 dagen te laat. Dus respect voor Paul Damen, voor iedereen die zijn/haar/onbestemds idealen volgt en wat dóét in plaats van alleen maar te twitteren dat alles slecht en stom is. Zelf ben ik natuurlijk ook een held, ik was van zins helemaal naar het perfide Mokum af te reizen om op Paul te kunnen stemmen, aangezien hij in mijn eigen woonplaats niet op de lijst stond. Uiteindelijk ruilde ik met een van mijn vele ontstellend knappe Amsterdamse vriendinnen: zij stemde voor mij op mijn Paul en ik stemde in Almere namens haar op haar SGP. Noem het een lijstverbinding. Uiteraard droeg ik zwarte kousen tot aan mijn knieholtes. Sokken om eerlijk te zijn, mijn beentjes zijn ook van die korte hammetjes. 

Niet alleen ik mocht stemmen! Nog een paar miljoen andere onbelangrijke Nederlanders mitsgaders een paar héle belangrijke: mijn 2 oudste kindjes. 18 en 19 zijn ze dus het mocht! Mooie gesprekken hadden we erover. Wie o wie zou het gaan worden bij hun Eerste Keer? Eentje dacht aan de Partij voor de Dieren, want dieren kunnen dit land beter besturen dan mannen. Helaas, helaas, nebbisj: daar kwam het NIW. Geen PvdD. Dan merk je dat de keuze toch echt wel in hoge mate bepaald wordt door de Judenfreundlichkeit van de partijen. En natuurlijk hun kijk op het Midden-Oosten. We hadden er vele mooie gesprekken over. Zoonlief is er inmiddels, 3 dagen voor de verkiezingen, helemaal uit. Dochterlief twijfelt nog, dus ik moet nog even flink op haar inpraten. Geintje: ik ben trots dat ze allebei zélf nadenken en jong als ze zijn hun eigen keus maken. Dat ze daarbij hun mesjoggene pa een beetje meewarig aankijken met zijn splinterpartijtje is helemaal goed. Als je kinderen meewarig naar je kijken besef je dat ze volwassen worden, baroech Hasjeem. Ben ook al vaak BOOMER genoemd, moet nog even opzoeken wat dit compliment betekent, vast iets moois. 

Persoonlijk hoop ik dat we nu een kabinet krijgen dat uitstijgt boven ego’s. Eerlijke mensen die luisteren in plaats van praten en die durven benoemen wat krom is en recht wllen maken wat recht moet, zonder zich te verliezen in wollig politiek gezwets. Die zien wat er gebeurt in dit land, wat nodig is om onze economie, de toekomst van onze kinderen te redden. Het zal ongetwijfeld vergeefs zijn, maar rasoptimist die ik ben: ik blijf erop hopen.

Eerder gepubliceerd in het NIW van 19 maart 2021.



vrijdag 19 februari 2021

Melancholisch

 Het leukste en het vreselijkste aan facebook: de herinneringen, Elke ochtend krijg ik een melding van facebook dat ik tig jaar geleden ook wat plaatste, hetgeen niemand zal verbazen want ik plaats 20 keer per dag wel iets gezelligs omdat iedereen wil weten wat ik ga eten en wat voor weer het is in mijn huis. Kom maar door met die likes.

Van de week kreeg ik opeens een foto in mijn slaperige mik gedouwd uit februari 2013. Mozes kriebel wat lang geleden, Een glimmende en lachende Roel zonder baard schijnt plotsklaps als een licht in mijn coronale duisternis. Onherkenbaar, want slank en vrolijk! Omstuwd door mensen, joden zelfs, bij het startschot van jonet punt nl. Ik zie een 8 jaar jongere versie van mezelf, glaasje jajem in de handen, koutend met een ieder. Pret aan het maken met mensen! Niet dat gezeik dat je afstand moet houden, gewoon klef op elkaar zoals het hoort. Ik wil dat terug! Al typend slaak ik een zucht. Mijn kleine wereld is natuurlijk reuzegezellig, laat daar geen misverstand over bestaan. Terwijl ik met een klant telefonisch onderhandel over een bijsluiter bij één van mijn bladen schreeuwt de kleuter dat ik een “ticket” krijg omdat ik te lang bel en dat ik Monie de Ponie (monopoly, tja, joods kind) met hem moet spelen. Ik sis dat hij zijn kleine snuit moet houden en dat ik zó klaar ben. Spassiba, zegt de kleuter. De vruchten van YouTube. Hij spreekt nu Engels, Russisch en Spaans. 

De klant begrijpt het wel, die heeft ook kinderen, maar handig is anders. Wat een vreugde dan ook toen de scholen weer open gingen! Niet meer 50 keer PAPA PAPA PAPA in mijn oor per uur! Uiteraard ging de eerste schooldag al niet door want er waren wat sneeuwvlokjes naar beneden gedwarreld en dan durven de snowflakes niet naar buiten. Je kunt namelijk uitglijden en dan je bips - waar de afdruk van je bank voor eeuwig in zal blijven staan - breken! Dus na nog één dag afzien huppelde ik dinsdag dan toch als een vadsige hinde met de kleuter vastgebonden op de slee naar de Montessorischool. Hij mocht eens proberen te ontsnappen! Op het schoolplein, achter de afzetlinten, huilden de ouders van geluk. Sommigen schaamden zich zo voor hun emoties dat ze hun gezicht hadden bedekt met een soort muilkorfje, Verlossing! 

En hoe moet het nu straks met Poeriem? Dankzij het vele thuiszitten ben ik zo dik geworden dat ik zelfs niet meer in mijn Paul Damen-kostuum pas. Terwijl dat toch een enorme Jabba de Hut-achtige verschijning is. Bovendien valt er weinig te vieren, starend naar de postzegelhoofdjes op je beeldscherm. Beetje in je eentje de sjikkerlap uithangen. Wat een pret! Zit je dan met je rateltje. Antisemieten kregen ons er niet onder, maar een virus zo groot als het geweten van Thierry Baudet wel, je houdt het toch niet voor mogelijk. Dan te bedenken dat we vroeger gewoon gingen bowlen! Je plantte dan zonder vrees je voeten in 30 jaar oude beschimmelde clownschoenen vol lepra, aambeien en amoebendysenterie. Vervolgens stak je je vingers in de gaten van ballen waar onbeschrijfelijke vuiligheid zich in had opgehoopt en met diezelfde vingers krioelend van de wildvreemde aarsmaden stak je daarna heerlijk je bitterbal in je snavel. Je werd niet ziek en je ging niet dood. In trams stond je zo dicht op elkaar dat je de haren op de huig van de man naast je kon tellen en je per ongeluk zeker drie vrouwen bevruchte. Och wat verlang ik daarnaar terug. Chag sameach allemaal!

Eerder gepubliceerd in het NIW 2021



vrijdag 22 januari 2021

Een walrus op de bank

Bent u ook zo dol op dieren? Ja toch? Wat is er nu fijner dan een hond of poes die je gezelschap houdt tijdens de quarantaine. Nou, ik weet wel wat leukers maar mijn vrouw leest dit ook, dus tja. Kuch. Dol op dieren ben ik. Neen, ik ga nu niet de flauwe grap maken dat ze gegrild moeten zijn. Die heeft net zo’n lange baard als Paul Damen, wiens slaapverwekkende stukje een paar bladzijden terug staat. U heeft het ongetwijfeld overgeslagen om te genieten van mijn avonturen, alle begrip hoor! 

Vorige week vroeg iemand op twitter: “Zou je je huisdier verkopen voor een miljoen?” Alle twitteraars buitelden over elkaar om hun eeuwige liefde ten aanzien van hun poepende blafvarkens en spinnende kotskatten te verklaren. Ik niet, ik was als enige eerlijk. Ik zei dat ik mijn donzige viervoeter desnoods in plakjes wilde afleveren bij de besteller. No problem. Heel twitter verafschuwde me, stelletje huichelaars. Alleen de Real Donald Trump reageerde niet, die was kort daarvoor van Twitter afgegooid door Twitter. Hij wel, de antisemieten die in Iran de scepter zwaaien niet, die vinden ze kennelijk wel lief. Ergo: kat in plakjes = koffertje met geld. De kindjes zouden me een tijdje haten, maar dat is vast snel over wanneer ze hun kamer betreden in het kasteel dat ik zou gaan kopen van al die poen. Halen we gewoon een nieuwe kat, met een stamboom. Zo één met lang haar dat je moet borstelen en die miauw zegt met een Gooise r. Die gaan we dan ter nagedachtenis aan de vorige heel grappig Plakje noemen. Of Schijfje, als het een meisje is. 

Nú hebben de kindjes niet eens een eigen kamertje. We zitten met 8 personen - waaronder een 5-tal pubers zo lang als rabbijn Lilienthal - opgesloten in ons rijtjeshuis. Stapelbedjes. Bergen wasgoed. Versleten keukentje en badkamertje. Ik denk dat ze me snel zullen vergeven als we naar onze nieuwe villa in Blaricum verhuizen. Afijn. Niemand wil onze katten voor een miljoen, niet compleet en niet in hompjes dus ik ben gedoemd totdat ik 120 ben in de Waterwijk te wonen. Waar? Tussen de kerk en de moskee. We voelen ons gebensjt. 

Bij het thuiswerken heb je ook geen last van je katten, die laten je gewoon met rust. Maar probeer maar eens een uitvoerig telefoongesprek te voeren met een ongedurige kleuter naast je op de bank, die luidkeels schreeuwt dat je te lang zit te bellen om je vervolgens te gaan bekogelen met wc-papier. Ik verzin dit niet, het overkwam me gisteren. Gelukkig hebben we maar 6 kindjes dus het valt allemaal reuze mee. Niemand is nog aan de drugs bijvoorbeeld. Of gearresteerd op een illegaal feest. Als ik dan zie hoe zwaar andere ouders het hebben dan mag ik niet klagen. Ze houden het allemaal nog vol, alhoewel ik de jongste 2 steeds vaker “schooltje” zie spelen, inclusief pauzehap op de bank. Ze missen hun juffies. Hopelijk gaan de scholen straks weer open. 

Overigens hebben we meer beesten dan alleen katten. We hebben namelijk ook nog een walrus. Hij zit op de bank met een laptop op schoot, kijkt chagrijnig en heeft een inmiddels enorme baard en snor. Ooit woog hij 80 kilo en nu 100. Ik ben die walrus. Goeie genade wat ik ben een vadsig monster geworden. Elke dag neem ik me voor geen Stolichnaya meer te drinken, te gaan wandelen en te gaan fietsen maar uiteindelijk wordt het toch weer Netflix of Facebook. Zucht. Ik heb geen corona, maar ook geen ruggengraat. Blijf gezond mensen!

Eerder gepubliceerd in het NIW 2021