zaterdag 8 juli 2023

Gij zult niet liegen

Vorig jaar ging ik met de jongste telg uit mijn roemruchte geslacht naar de Oldtimerdag in het altoos pittoreske en jaloersmakend prachtige Lelystad. Wat een heerlijke dag! Er stonden heel veel antieke auto’s en zelfs een dansende auto van een vaag merk uit Turkije dus pret alom. Mijn 6-jarige erfgenaam vroeg me, zeggende: “Komaan vader, waarom doen wij hier niet aan mee? Ik heb hier in de Bataviahaven nog geen enkele Trabant kunnen ontwaren, hetgeen een chotspe is!” Het knulletje had natuurlijk enorm gelijk dus thuisgekomen dook ik in de site van de organisatie teneinde de toelatingscriteria te toetsen aan mijn automobiel. Welnu, je mocht meedoen in diverse klassen en klasse F was voor autootjes gebouwd vóór 1970. Nu is de Trabant vrijwel ongewijzigd gefabriceerd tussen 1962 en 1991, het jaar waarin de perfide kapitalisten uit de BRD de fabriek sloten en op het typeplaatje onder mijn motorkapje stond gelukkig 1965. Check. Dat het typeplaatje ooit door één van de voorgaande eigenaars over het typeplaatje uit 1988 was gelijmd leek me niet ter zake doende. Dus ik het inschrijfformulier ingevuld en wachten of ik zou worden toegelaten. Uiteraard waren ze dolblij met mijn aanmelding, ik mocht komen en ik kreeg nog de vraag of ik wat interessante details wilde verstrekken betreffende mijn Schorsch, want zo heet de Trabant in kwestie. Nou, kon eigenlijk niks bedenken dus liet het maar zitten. De grote dag naderde en al stuiterend over de miljarden verkeersdrempels van Lelystad arriveerden de jongste en ik op het volledig voor de oldtimers gereserveerde terrein. Ik parkeerde tussen een Daf, die glom als een verse drol in het maanlicht en een NSU uit de jaren 50 die er ook al spik en span uitzag. Daartussen dus mijn ongewassen Trabant, vogelepoepjes op de raampjes, antieke kruimels op de stoeltjes, chocoladewikkels overal én natuurlijk de traditionele toiletrol op de hoedenplank. Wat zou de jury een pret hebben! Belangrijk detail zou bijvoorbeeld de originaliteit zijn: kloppen alle onderdelen met het bouwjaar. Ik zag ze in gedachten al over de grond rollen van het lachen, hysterisch hoestend want het was nogal warm en benauwd. Geen enkel onderdeel, behalve het typeplaatje, was in overeenstemming met het vermeende bouwjaar. Helaas was ik op het moment dat ze mijn auto zouden bestuderen stomtoevallig nét aan het rondkuieren met mijn kleuter van inmiddels 7 over het terrein, onderwijl likkend aan ambachtelijk ijs, dus ik miste hun psychose bij het aanschouwen van mijn bolide. Helaas! We moesten ook nog langs de jury rijden, in een feestelijke stoet. Een oudere man, die dit al 57 jaar deed, hield een verhaaltje bij elke auto, dat uit grote luidsprekers schalde en door diverse camera’s werd geregistreerd. De kleuter was het ondertussen helemaal zat en die scandeerde naast me enkel nog IK WIL NAAR HUIS IK WIL NAAR HUIS terwijl hij zijn best deed met zijn hoofdje mijn hardplastieken dashboard te beschadigen. Toen wij aan de beurt waren en de auto even stilzetten voor de jury zweeg hij gelukkig en ik ging ervanuit snel te kunnen doorrijden en dan huiswaarts te kunnen sneaken, omdat de luide Spreker toch geen story over mijn bolide had. Het liep even anders. Hij schalde over Lelystad dat “in 1989 in precies déze Trabant mense die u nú voor u ziet arme onschuldige Oostduitse vluchtelingen naar Praag waren gereden teneinde daar over het hek van de Westduitse ambassade te kunnen klimmen waarna het Tsjechoslowaakse volk zich liefdevol over de achtergelaten Trabant had ontfermd. Ja mense dit was één van die Trabantjes die bij het hek van de ambassade, waar velen de vrijheid zochten én vonden was achtergelaten. Laten we nooit vergeten dat vrijheid een groot goed is!”

Ik dacht dat mijn inmiddels knalrode hoofd zou ontploffen. Was helemaal vergeten dat ik op een avond na een biertje of 6 aan mijn knagende gevoel gehoor had gegeven. Het zat me klaarblijkelijk dwars dat ik geen Verhaal had bij mijn auto. Toen heb ik dus kennelijk toch maar iets naar de organisatie gemaild. Was het glad vergeten. Maar je weet nooit: wie weet was het waar.


Eerder gepubliceerd in NIW 34 van 2023