vrijdag 1 maart 2019

Broederschap

Het afgelopen weekend bezocht ik met een 25-tal mannen van onze filosofische vereniging een mini-symposium. Ik was er zelf voor de tweede keer maar het fenomeen bestaat al een jaar of 20. Een aantal leden van onze vereniging komt dan bij elkaar en we wisselen gedachten uit over vooraf ingediende onderwerpen. Soms zijn het diepe levensvragen, bijvoorbeeld over sterfelijkheid maar ook basalere, over het teruglopend ledenaantal van onze club en wat we daaraan kunnen doen. In veel steden en dorpen vind je clubs als de onze en het is mooi om te horen hoe het hun vergaat, hoe ze jongeren weten te vinden en aan zich te binden en soms ook treurig wanneer het duidelijk is dat er in een bepaalde stad geen animo meer is en de ‘gespreksgroep’ daar dreigt te verdwijnen. We bestaan al een tijdje. Het bijzondere dat ons kenmerkt is dat de groep zeer gemêleerd is. Er zitten hoogleraren bij, schoenlappers, ICT-ers, boekhouders, notarissen, heftruckchauffeurs, militairen, pacifisten, jagers, veganisten enzovoort. In theorie veroordeelt niemand elkaar. Atheïsten, vrij-katholieken, boeddhisten, joden, moslims, iets-isten, theosofen en wederom: enzovoort. We komen broederlijk bijeen en delen wat we denken en voelen. We discussiëren niet. Elke mening, elk gevoel mag er zijn en verdient respect. Dat is ons devies. Uiteraard is er wel eens mot binnen een lokale groep, maar in het algemeen werkt het. Dat ontroert me. Wat mondiaal onmogelijk is lukt ons: broederlijk met elkaar omgaan, delen wat ons beweegt, elkaar in de ogen kijken en het mooiste: elkaar begrijpen. En als dat niet lukt dan rest in elk geval nog het respect. Donald Trump zou eens moeten aanschuiven. Dat zou hem niet meevallen want we praten zelden over religie en politiek en we discussiëren niet. We luisteren naar elkaar en zetten dan ons eigen idee ernaast. Hij zou gek worden. Geen bijval, geen aanval, alleen maar een “dank u voor uw bijdrage meneer Trump, ikzelf denk dat het ook zó zou kunnen, hoe ziet u dat?” Vreselijk beschaafd. Hij zou na tien minuten rood aanlopen en na een half uur moeten we de defibrillator van de muur trekken vrees ik.
Zelf ben ik erg dankbaar dat ik zo’n groep in mijn dorp heb gevonden. Het viel nog niet mee want we houden ons nogal op de vlakte. Maar nu draai ik volop mee en geniet van de verhalen en de bijdragen van mijn “broeders”. Want zo noemen we elkaar. In een sfeer van vertrouwelijkheid samenzijn. Mannen tussen de 30 en de 99 jaar die délen. We doen wel wat geheimzinnig en dat doe ik nu ook. Niet zo vreemd, want vervolging en uitsluiting was in de historie ons deel. Ten tijde van de tweede oorlog werden we massaal vervolgd en zijn er zo’n 140.000 van ons in heel Europa omgebracht. Ook doen de wildste verhalen over ons de ronde. We zouden uit zijn op wereldheerschappij, satan aanbidden en samenspannen met de zionisten. In vrijwel alle islamitische landen worden we vervolgd. Sowieso in alle dictaturen. Alleenheersers houden niet van vrijdenkers. Onze rituelen zijn onbekend en worden heidens genoemd. We rijden op geiten door onze zaaltjes.
U bent lezer van Volzin, u weet allang waar ik het over heb. Toch noem ik niet hardop de naam van mijn club, misschien doe ik dat later. U weet ook dat van mijn vereniging alleen mannen lid mogen worden, daar heeft u wellicht een oordeel over. Weet dan ook dat er ook soortgelijke groepen zijn waar enkel vrouwen worden toegelaten. Doorgaans vinden buitenstaanders dát dan weer niet discriminatoir. Ook zijn er die gemengde bijeenkomsten houden, dus met mannen en vrouwen. Kortom er is voor elk wat wils. Ik heb bewust voor een organisatie gekozen met alleen mannen. Dat voelt veilig, prettig en herkenbaar. Geen angst voor baltsgedrag, we zijn openhartig naar elkaar. Van de vrouwengroepen hoor ik gelijkluidende verhalen. Hoe we ook verenigd zijn: we werken aan het verbeteren van onszelf, elkaar en dus uiteindelijk de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten