Ik kan nogal zwaar op de hand zijn. Je zou het niet zeggen
wanneer je me lichtelijk kent, maar invloeden van buitenaf leggen soms een
behoorlijk gewicht in mijn schaal. Volgens mij heb ik het nooit benoemd
richting jullie, maar behalve te dik (althans,
ik ben natuurlijk niet te dik, ik ben gezellig gevuld, knuffelbaar,
knuffelbeer, lekker wollig-warm. Dat mijn kindjes soms zingen “papa is een
dikzak, papa is een dikzak, enz. keer 30, dat is natuurlijk een soort van grap)
ben ik ook nog joods.
Dat geeft toch niks, hoor ik je denken, dat kan de beste overkomen, je hebt ook mensen die Drents zijn of schizofreen, dus dat valt allemaal reuze mee. Echter, aangezien ik dus een dikke Jood ben (zeg het es hardop! Het klinkt echt lekker!) en mijn vrouw ook nog es (slank! slank! licht!) zijn mijn kinderen, die naar ik stellig vermoed allezes óók van haar zijn, dat ook. En daar komt het zwaar op de hand zijn vandaan. Kinderen worden geconfronteerd met een soms vijandige buitenwereld. Dat overkomt denk ik alle kinderen wel. Ze hebben rood haar, twee vrouwen als ouder, of drie mannen, of een man en een axolotl en een pekingeend, hun vader is plietsie, of dominee, ze fietsen nog met zijwieltjes, stotteren en laten onwillekeurig de hele dag harde windjes die klinken als een trompet waar een kurk in zit.
We weten natuurlijk allemaal wat ik bedoel. Je kind komt
thuis, verdrietig, boos of allebei. Er zijn harde dingen gezegd tegen je aapje
en de stoom komt uit je oren. Of de tranen uit je ogen. Zeker als het gaat om
hun identiteit, om hun zíjn; doet het pijn. En dat rijmt dus het is waar. Hoe
zwaar moet je het nemen? Zoals gezegd, alle kinderen worden wel eens gepest,
hele erge dikke helaas, maar wanneer is het erg? Als ze tegen je knuppie in
groep 5 zeggen: “jij bent stom want alle joodse maken oorlog” (joodse wát? Trambestuurders? Atleten?
(haha. Die bestaan niet.) Varkenshouders?)
is dat erger of net zo erg als “jij stinkt want je vader is getrouwd met
een axolotl”? Ik probeer er zo licht mogelijk mee om te gaan, maar dat valt
soms niet mee. Toch wil je graag meewerken aan een zo onbezorgd mogelijke
jeugd. Dus bedek je alles met de mantel der liefde en zeg je dat ze het maar zo
snel mogelijk moeten vergeten. Dat was het weer, tot de volgende keer. Nee.
Natuurlijk niet. Luister naar ze, ERKEN HUN GEVOEL, probeer het waarom te beantwoorden maar als je
dat niet kunt zeg je dat ook eerlijk. Neem ze serieus en begrijp ze. Vervolgens
ga je een rondje hardlopen tot je je weer een ons lichter voelt.
Deze column verscheen in iets gewijzigde vorm in de wintereditie van Kiind 2016.