vrijdag 25 maart 2022

Sjiwwe

Deze week was het poeriem en u kijkt natuurlijk reikhalzend, waarschijnlijk met een gemeen grijnsje op uw stoppelige snuit, uit naar de avonturen van ondergetekende, die ongetwijfeld in een jurk naar sjoel ging, daarmee koningin Esther ernstig beledigend want die had geen baard, alwaar hij struikelde, uit zijn glanzende roze panty scheurde om vervolgens zijn grote voortanden te versplinteren op de rand van de bima. Och, och, och wat zou u daarvan genieten. Helaas, helaas, ik moet u teleurstellen. Niet alleen schrijf ik dit terwijl het nog niet eens poeriem is (door sommigen ook wel geringschattend "joods carnaval" genoemd, terwijl een iegelijk toch dondersgoed weet dat wij ons niet te buiten gaan aan buitenechtelijke seksuele uitspattingen tijdens ons feest zoals die sommige vermaledijde ongetwijfeld voormalige papekoppen. Drinken daarentegen is, net zoals bij de carnavalsklanten, wel weer een goede gewoonte tijdens poeriem, Paul Damen kan u daar alles over vertellen want voor hem is het elke dag poeriem, maar wij doen dat zodat we niet meer het verschil zien tussen Mordechai en Haman (geratel graag), tussen vriend en vijand) ik wil het gewoon over heel iets anders hebben. Net zoals normale mensen komen wij ook regelmatig te overlijden. Meestal maar een keer, alhoewel volgens sommigen een enkeling het zo'n 2000 jaar geleden na drie dagen voor gezien schijnt te hebben gehouden en het doodzijn toen maar opgaf. Je moet het ook wel kúnnen natuurlijk. Maar in het algemeen: het schijnt iets te zijn dat je niet tegenhoudt, dat je overkomt en waartegen niet te vechten valt. Hoe graag we ook ruzie maken en discussiëren, dit debat verlies je altijd. Wanneer je overlijdt ben je meestal dood en wordt je begraven of gecremeerd. Wij begraven doorgaans onze doden in verband met de te verwachten wederopstanding. Je wilt dan niet als grijzige stofwolk tegenover Hem/Haar staan maar uiteraard gewoon keurig in je witkatoenen doodsgewaad met al je knekels intact. Zover is het alleen nog niet, we moeten eerst nog een tijdje gewoon stil in onze kist liggen. Ook een goed argument voor een spaanplaten kist: de meeste urnen zijn heel lelijk, het lijken soms net bloemenvazen die geboetseerd zijn door blinde psychiatrische korsakovpatiënten. Na de teraardebestelling zijn we nog niet klaar, o nee, want daarna zit de familie een paar dagen sjiwwe. Sjiwwe betekent 7, het zijn de 7 dagen van diepe rouw die de naaste familie in acht neemt na het overlijden van een dierbare. Ik vind dit een hele mooie en goede gewoonte, mocht het zelf afgelopen week helaas weer eens beleven. Je komt bij elkaar, om bij te staan, te steunen, om de familie te laten zien dat ze niet alleen is, om eten te brengen en met elkaar de overledene te gedenken. Uiteraard zijn er de vaste traditionele gebeden die je samen zegt, het lernen daarna maar vooral gewoon het elkaar in de ogen te kijken en vast te houden. Te praten en te luisteren. Te voelen dat degene die is afgereisd naar de onzichtbare bestemming er ook een beetje bij is. Het is echt een daad van liefde, van betrokkenheid naar elkaar, naar de overleden naaste. Er wordt kaddisj gezegd wanneer er minjan is. Ik was toevallig de laatste man die arriveerde en toen konden we beginnen. Had alleen geen sidoer meegenomen, maar wel een overheerlijke mozzarella-salade Gelukkig kreeg ik een minuscuul boekje dus ik kon meedoen. Geen leesbril, dus het had evengoed mandarijn of swahili kunnen zijn, maar het kaddisj wordt tijdens elke sjoeldienst een paar keer gezegd, dat scheelt. Het kaddisj gaat over de grootsheid van de Eeuwige en niet over de overledene. Dat lijkt apart, maar het geeft alleen maar aan dat eigenlijk alles in de handen van G'd ligt. Dat het goed is. Dat kan heel troostend zijn. Het eindigt aldus: Moge er veel vrede uit de hemel komen en leven! Over ons en over heel Israël. Hij die vrede maakt in zijn hoge sferen zal ook vrede maken voor ons en voor geheel Israël. Rust in vrede lieve Betty. Ameen.


Eerder gepubliceerd in NIW 25, 2022.


zaterdag 19 maart 2022

Vanitas vanitatum omnia vanitas

Opeens realiseerde ik me dat ik een vijftiger ben. Dat is voor vrouwen een spannende leeftijd want de schoot verdort en het enige dat nog rest is het huilend knuffelen van een labradoodle. Echter, ook voor manspersonen is dit een bijzondere episode in het leven. De penopauze doet zijn of haar intrede en dat laat diepe sporen achter in het gelaat. Tenminste, bij mij. Dochter Roos, van wie ik doorgaans heel veel hou, wees me er tijdens de sjabbesdis heel liefdevol en vriendelijk op: Jezus pap wat heb je opeens veel rimpels bij je ogen! En je baard wordt helemaal grijs. Uiteraard glimlachte ik dapper, niet te nadrukkelijk want dan zou je mijn rimpels nóg meer zien, als diepe voren in een vaak beschaatste vijver, maar toch, ik glimlachte. En kneep haar zo hard in haar knie dat ze haar prachtige bruine ogen opensperde en geen woord meer kon uitbrengen. Dat was natuurlijk voor iedereen het beste want anders had ik mijn hoofd wellicht grienend verdronken in mijn overheerlijke zelfgemaakte vegetarische kibbesoeb. Na het bensjen, waarbij ik haar extra hard zegende, alle brooches op haar rosj kwamen goed aan, ging ik toch maar even voor de spiegel staan. Mozes kriebel, het kind had gewoon gelijk. Het beeld dat ik nog steeds had van de slanke 17-jarige (Ik schijn ooit te hebben gezegd dat ik altijd 17 zou blijven, mijn vrouw heeft me daar jaren en jaren mee gepest, want het bleek niet waar te zijn) viel volledig in duigen. Een oude man staarde me aan vanuit de spiegel, waar ook al het weer in bleek te zitten. Actie bleek nodig! Allereerst besloot ik te gaan afvallen. Dat had ik het afgelopen decennium al zeker 27 keer besloten maar nu moest het dan toch voor het eggie. Het keto-dieet had ik al geprobeerd, maar na een half jaar alleen maar biefstuk met kip te hebben gegeten en als toetje een halal kipfrikandel van de Jumbo was ik daar alweer een hele tijd mee gestopt. Dus nu eet ik per dag 800 calorieën. Een cracker met magere mayo en een tomaat is mijn lunch. Ontbijten doe ik niet want ik doe heel hip aan IF. Jullie onwetende dikkerds hebben geen idee waarover ik bazel dus ik zal het even uitleggen: IF staat voor Intermittent Fasting. Dit houdt in dat je tussen 7 uur des avonds en bijvoorbeeld 11 uur des ochtends niet eet. Dat is voor een stalen karakter als ik, een man van stavast met stevige tred en doortastende blik natuurlijk appeltje (75 kcal) eitje (64 kcal.). Neen. Met name in de avond, wanneer ik een ingewikkeld boek lees over filosofie of proctologie (ik bedoel natuurlijk dat ik gewoon The Office zit te kijken op Netflx met een whisky'tje) krijg ik zo’n enorme trek dat mijn buikje rommelt als een mijnschacht waar de kompels net 1000 ton TNT hebben laten afgaan. Bij mijn buurvrouw Trees rolt het behang van de muur. In Vierlingsbeek heb je de Rooms-Katholieke Voetbalvereniging Volharding maar ik heb nog nooit van mijn leven gevoetbald en was ook zelden Rooms-Katholiek. Dus smokkel ik soms tijdens het vasten en neem een half cherrytomaatje. Of een stronk witlof. Niets blijft mij bespaard. Toch ben ik al 7 kilo kwijt inmiddels, waarvan akte. Naast het afvallen is ook mijn haardos een puntje. Het lijkt wel of er een albatros op heeft gepoept en dat ik het daarna met een kam heb verspreid tot aan de dode puntjes. Dus ik moest ook naar de kapsalon. Was al een half jaar niet geweest door lockdowns en pure luiheid. Normaal zeg ik dan: haal zoveel mogelijk grijs weg alstublieft. Maar als ik dat nu zou zeggen zou ik als een varken worden kaalgeschoren. Of als een schaap. Dus ik zei: Doe maar wat het beste bij me past! Nou dat deed de kapster: ze houdt van lang haar en dat stond me dan ook het beste. Op wolken liep ik terug naar huis, waar niemand zag dat ik naar de kapper was geweest. Behalve mijn teerbeminde met wie ik nog steeds niet onder de choepa ben geweest. Ik vroeg haar wat ze ervan vond en als antwoord ging ze zingen: It's my life, It's now or never, but I ain't gonna live forever, I just want to live while I'm alive! Ze vond dat ik op Bon Jovi leek. 


Eerder gepubliceerd in NIW 21, 2022


Stronteingwies

Wat een fijn begin van de dag. Eerst mochten we de kleuter wakker maken hetgeen hij niet leuk vond. Hij klampte zich vast aan de spijlen van zijn bed en liet niet los. Helaas mag je je kinderen niet meer slaan, dus dan wrik je liefdevol en voorzichtig de kleine vingertjes los met een waterpomptang. Daarna broekje en truitje aan en dus keurig aangekleed van de vloer geraapt want hij ging dus gewoon keihard als een rechtgeaarde socialist in algehele lockdown. Onder mijn arm meegezeuld de trap af en aan de ontbijttafel in één van onze vele woonvertrekken geparkeerd. Vervolgens vertelde ik hem dat we naar de tandarts gingen. Het regende stille tranen op zijn bordje en hij kreeg geen hap meer door zijn kleine kleuterkeeltje. Ook gaf hij me te verstaan dat ik mijn plannen niet ten uitvoer zou kunnen brengen. Hij kent de uitdrukking nog niet maar ik kon ze zogezegd oprollen en ergens steken waar het zonnetje uiterst zelden haar stralenpracht vertoont.  Toen kreeg ik het fantastische idee om te gaan fietsen aangezien ik aan de slanke lijn doe. Zijn moeder, die normaal altijd met hem meegaat zei: doe dat maar niet. Moge zij tot 120 mij overstelpen met haar wijsheden. Ik hielp het emotionele mannetje met zijn schoenen want met betraande ogen kreeg hij die niet snel genoeg aan. Nederig Knielde ik voor zijn aangezicht neder en ging als straf gelijk door mijn knie. Dat was natuurlijk wel weer leuk want dat maakt een grappig knallend geluid en de pijn is altijd dusdanig dat ik kerm als een zeehond met een knuppel in zijn schedel. Koelbloedig als ik ben met geweld de ontstelde knie weer recht gebogen, hetgeen gepaard ging met een luide bonk en toen - eigenwijs als ik ben - de intense pijn zoals alleen mannen die kunnen ervaren tóch op de fiets. Mijn hele dorp zei het vroeger al: “Ie bint stronteingwies.” Had ik me toch even vergist in de afstand. Ik moest naar de Duitslandweg en dat is toch zo'n 1933 kilometer. Met 45 steile bruggen op het Spoorbaanpad. Het kereltje, inmiddels weer hartstikke vrolijk, zat kletsend achterop met zijn handjes op mijn rug, onder mijn smokinghemd. Papa! Je rug wordt helemaal zweet! Niet zo gek want ik hijgde als een astmatisch schillenpaard en trapte op de pedalen van mijn stalen ros alsof er een cohort FvD-jongeren me op de hielen zat. We verdwaalden in Almere Poort. We kwamen 5 minuten te laat. Volkomen doorweekt, het zilte water liep in mijn ogen en uit mijn mouwen, parkeerde ik mijn Piet Pelle en wilde afstappen. Helaas was ik vergeten dat ik door mijn knie was gegaan dus ik pleurde bijna ondersteboven met fiets en kind. Ze lieten me niet binnen, al wijzend op hun snuit, dus ik vreesde dat er een ons snot en een hectoliter doodszweet in mijn baard hing. Neen, ik moest een mondkap op teneinde mijn amechtig openhangende snoet te bedekken met een lap. Daarna naar binnen. Aangezien dit Almere is, waar iedereen altijd te laat is, vonden ze me keurig op tijd. Alles was in orde met de ivoren pianotoetsjes van The Dude. Toen ik weer was bijgekomen mochten we weer naar huis fietsen. Moraal van dit verhaal: luister altijd naar je joodse vrouw. En als ze niet joods is luister er dan voor de zekerheid ook maar naar. Je kunt wel stronteigenwijs iets anders kiezen maar dat is dom en zinloos en zal enkel leiden tot pijn en ondergang. Ik snap dat mannen die in een homoseksuele relatie verkeren nu in blinde paniek een gesubsidieerde homogenezing-cursus gaan volgen, maar ik kan het niet mooier maken dan het is. Sterkte daarmee!


Eerder gepubliceerd in NIW 17, 2022

Kerstboom

Dus ik naar de Praxis met de kleuter. Vindt-ie leuk. “Wat gaan we kopen papa?” Nou om te beginnen een ijzerzaagje. “Wat is een ijzerzaagje?” Nou da’s een zaag waar je ijzer mee kunt zagen. Hij is gelukkig snel van begrip. “Waarom kopen we een ijzerzaagje papa?” Dat kon ik hem natuurlijk niet vertellen, maar zijn oudste broer, twintig jaar is dat kindje al, vroeg aan Sinterklaas als cadeautje ‘dat mijn slot opengezaagd wordt’, aangezien hij de sleutel van zijn fiets kwijt was. Die zat nog in zijn jas. En die jas ligt ergens in een trein. Maar Sinterklaas heeft helemaal geen zin om een slot van een kerngezond 20-jarig kindje te gaan lopen doorzagen dus kocht deze chagrijnige Sint een ijzerzaagje zodat het luie kind dat lekker helemaal zelf mocht gaan proberen. Alsof het de Sint was die die jas in de trein had laten liggen, nee toch zeker? Dit kon ik de kleuter allemaal niet vertellen dus ik mompelde maar wat en begon over het tweede belangrijke item dat we gingen halen: ducttape. Dat kent de kleuter wel. Papa repareert alles met ducttape. Zijn Trabant, zijn kapstok, zijn huwelijk en dit keer zou hij daarmee de wc gaan repareren, want die lekte door een barst. Ducttape is de redding van alles. Als we iedereen een rol ducttape geven is corona zo de wereld uit. Afijn, vrolijk koutend wandelden we naar de Doe-Het-Zelf-Zaak en wie komen we daar tegen, tot mijn intens verdriet en afgrijzen? Thierry Baudet? Neen, nog veel erger: een lieve buurvrouw met 2 glunderende kindjes die met rode konen in een buggy een reusachtige in een visnet verpakte kerstboom mee naar hun doorzonwoning zeulden. Hel en verdoemenis. “Papa, waarom kopen ze een kerstboom?” Nou mien jong, omdat ze kerst vieren vermoed ik. “Ik wil ook een kerstboom!” Nee lieverd, dat doen we niet hoor, wij vieren immers chanoeka! Maar ik wil kerst vieren, chanoeka is stom. Tja, daar sta je dan even met je jiddische bek vol tanden. Wat te doen? Zou Lenin zeggen. Welnu, standvastig blijven of sterven denk ik. December is ten slotte al erg genoeg. Kom kom Roel, stel je niet zo aan, die zes kinderen wilde je zelf en het is ongetwijfeld elk jaar een dolle boel en reuzegezellig. Zéker, zéker, maar wat we niet moeten vergeten is dat het én Sinterklaas én chanoeka is! Chanoeka; waarop we herdenken dat we voor de zoveelste keer ontkwamen aan gevangenschap - terwijl we luidkeels een bekende hit van BoneyM zongen: By the rivers of Babylon - en in dit geval ook nog eens de tempel heroverden, waarbij we een enorme kandelaar opnieuw ontstaken die - o groot wonder - 8 dagen brandde op slechts één vaatje olie en dat daarom maar liefst 8 dagen duurt en waarbij je malkander óók cadeautjes geeft! Elke dag! Dus dat maakt 8 dagen keer zes kindjes en slechts één echtgenote 56 leuk ingepakte hebbedingetjes die ik moet regelen! En dan zou ik ook nog kerst moeten vieren? Behalve dat dat halachisch onverantwoord is zou ons rijtjeshuis uitpuilen van alle troep die we niet nodig hebben en zou ik de Raiffeisenbank moeten smeken mijn faillissement nog eventjes uit te stellen tot de heugelijke dag dat de kindjes het huis uit zijn. Hetgeen met de huidige huizenmarkt nooit zal gebeuren, we zullen tot in de eeuwigheid bij elkaar blijven. En ik heb het al zo zwaar. Nee lieverd, wij nemen geen kerstboom, vanavond steken we de kaarsjes aan en spelen we nog een keertje met de dreidel. 

Een groot wonder gebeurde daar bij de Doe-Het-Zelver: de dreumes draaide als een tolletje, dit was de pleister - ducttape - op de wonde. De kerstboom ging neer -met een ijzerzaagje- en het jodendom in de polder was weer gered. 



Eerder gepubliceerd in NIW 13, 2021