woensdag 17 mei 2023

Loslaten

Terwijl ik dit schrijf weet ik dat 5 van mijn kinderen net de grens tussen West- en Oost-Duitsland hebben overgestoken. Ze gaan met Netzer een weekend naar Berlijn, om daar de historie te proeven van de ooit gedeelde stad en - vooral - om de leden van Netzer Duitsland te ontmoeten. Netzer daar heet overigens niet Netzer Deutschland, maar Netzer Germany. Terwijl ik dit schrijf gaat onze jongste, die dit weekend even enig kind is, net naar buiten met zijn zelfgemaakte Israëlische vlaggetje “want het waait dus dan kan die wapperen!” Geen zorgen, hij is veilig op ons hofje. Ik, melancholische jankerd, mijmer erop los. Net een aantal hoog- dan wel laagtijdagen achter de rug, waaronder Jom ha’atsmaoet: de 75e verjaardag van Israel. Een groot wonder is aan ons geschied en het wonder duurt nog voort, ondanks de moeilijkheden waar we nu mee te maken hebben. Ik maak me daar geen zorgen over. In haar 75-jarig bestaan heeft Israel al 750 verkiezingen mogen meemaken. Zo zal het nu ook gaan, het komt wel weer goed. Een voor een groot deel vrijzinnige samenleving laat niet met zich sollen. Spannend is het wel.

Ook Koningsdag is net geweest. Daar heb ik helemaal niks mee en dat heeft niets met het gegeven te maken dat de vorige prinsen-gemaal bij de Hitlerjugend en de SS zaten, veeleer dat ik het een ondemocratisch instituut vind dat eerder in de middeleeuwen past dan in een moderne samenleving. Dat werkt overigens twee kanten op hoor: het is me toch een lot dat je toekomst vastligt omdat de baarmoeder waaruit je ontsproot oranje vloerbedekking had. Dat is toch ook onmenselijk, dat keurslijf. Ach ja, zoveel joden, zoveel meningen moet u maar denken wanneer u juist zo graag met uw oranje vaantje wappert. 

Terug naar mijn kinderen, die zijn veel belangrijker. De oudste 5 zijn allemaal op hun manier joods actief. De één, zelf nog maar net bat mitswa, assisteert bij joodse les, anderen geven leiding bij Netzer, eentje is nu tijdelijk in Nederland en gaat zsm weer terug naar Israël. Hoe is dat zo gekomen? In hun opvoeding hebben ze niet heel veel jiddisjkeit meegekregen vind ik zelf. Toen de oudsten klein waren gingen we veel vaker naar sjoel dan nu en ook de feestdagen werden uitbundiger gevierd. Toch maken ze nu zelf overtuigd zionistische keuzes. Misschien dat dat juist het beste werkt, niks verwachten, niks opleggen? Ik heb zelf altijd gezegd dat een joodse partner wel leuk is, maar dat het veel belangrijker is dat ze gelukkig zijn met hun keuze. We wonen in de mediene dus als je dan gaat drammen over een al dan niet joodse verkering dan weet je zeker dat het eenzame kluizenaars worden. Kunnen ze evengoed katholiek worden en in een klooster gaan zitten. Je voelt hem al aankomen: de oudste drie hebben alle drie een joodse partner. En dat vind ik stiekem natuurlijk best wel een heel klein beetje erg leuk. Kennelijk is mijn advies van de dag aan andere ouders: laat het los! 

Eeń van de kinderen appt net: “We zijn in de DDR! Ik zag een wachttoren!” Als je kinderen enthousiast zijn bij de aanblik van een wachttoren ergens in Duitsland dan weet je dat het goed is. Ben benieuwd naar hun verhalen als ze weer terug zijn. Ik weet nu al dat ik veel foto’s van Trabantjes te zien ga krijgen.

Eerder gepubliceerd in NIW 28 van 2023

woensdag 19 april 2023

Pesach en de terugkeer van dochterlief

Meewarig werd ik aangekeken bij de Jumbo. Nu ben ik dat natuurlijk wel gewend want met mijn karakter en uitstraling en het feit dat ik altijd twee verschillende sokken draag, is dat schering en inslag. Zelfs met pesach draag ik 2 verschillende kousen. Het had een vraag uit de haggada kunnen zijn: Waarom dragen we deze dagen verschillende sokken? Nogal wiedes lijkt me: als je hals over kop Egypteland moet verlaten, je zelfs geen tijd hebt om lekker luchtige edoch knapperige Kaiserbrötchen te bakken, hoe zou je dan in farao's naam wél rustig drie kwartier neuriënd in je sokkenla kunnen gaan rommelen op jacht naar 2 identieke platvoetomhulselaars? Precies, dat zou pas meewarige blikken opleveren. En de rest van het jaar heb ik daar ook geen tijd voor. Sowieso hebben we hier in dit huis waar 5 mannen (en 3 vrouwen) wonen ongeveer 52900 masculiene sokken. Ach, roept u nu opgetogen: 52900? 230 x 230? Dat is precies het grondoppervlak van de piramide van Cheops! Uw schranderheid verrast me. En zo komen we weer aan bij het begin, de meewarige blikken der caissières. Ik was namelijk druk bezig een 5-tal knalgele tassen vol te stoppen met pakken matzes. Elk jaar hetzelfde liedje, en er stonden maar liefst drie Jumbo-dames te kijken hoe de kleuter, staande op een krukje, de in oranje verpakte constipatiecrackers uit het hoogste schap nam en ze mij aanreikte. Als een kleuter dat doet gaat dat 1 voor 1 dus we stónden daar wel even want ik wilde ALLES meenemen. “Je weet toch, Roel, dat je ook gewoon een doos kunt bestellen?” De caissières kennen me kennelijk bij de voornaam, niet zo gek als je een voorname klant bent die elke dag voedsel komt halen voor zijn onmetelijk grote gezin. “Elk jaar hetzelfde liedje!” Zo werd me nog vriendelijk toegevoegd. Blozend bekende ik dat ik dat toch heus wel wist en dat ik dat gewoonweg elk jaar vergat en dat het nu te laat was. Afijn, ze gingen matzes bijbestellen want ik had gans christelijk Almere van z’n paasontbijtje beroofd. Ik stelde me de teleurstelling voor: het is paaszondag en ze eten dan maar een keiharde oudbakken krentenbol. Eén keer raden wie daar dan weer de schuld van krijgen. Heel fijn dat mijn plaatselijke Jumbo dat ging voorkomen. Gevolg was echter wel dat ze me de dagen na mijn massale matze-aanschaf af en toe wanhopig vroegen of ik er misschien nog méér nodig had. Ze raakten die krengen aan de straatstenen niet kwijt, Almere is kennelijk niet zo van de paas. Grappig dat ik me schuldig voelde en de neiging had om dan maar nog meer in te slaan. Niet gedaan hoor want van de 30 pakken die ik kocht moeten we er nog zeker 12 zuchtend naar binnen werken. Tijdens onze seideravond waren we als gezin namelijk nog niet compleet en ook de pesachweek bleef dat het geval. Wat zal het straks wennen voor me zijn als de kinderen het huis uit zijn. Nu is dochterlief weer teruggekeerd na een langdurig verblijf in Israel en zijn we weer helemaal samen als gezin. De vreugde daarover is beperkt. Met pesach in het achterhoofd is ze voor haar gevoel teruggekeerd naar Egypte en dat was niet haar wens. Nu flink sparen om zo snel mogelijk de Tocht door of over de - in dit geval - Middellandse zee weer te kunnen maken.



vrijdag 24 maart 2023

Should I stay or should I go?

En dan opeens is je dochter weer thuis. Een half jaar was ze weg, nog nooit zo lang van huis geweest. Dat voelde vreemd, voor ons allemaal. Iemand die je al sinds haar geboorte vrijwel dagelijks ziet, spreekt, knuffelt… weg. Maar nu weer terug, terwijl dat niet de bedoeling was. Ze wilde dáár blijven, in Israel, ze was dáár thuis. Maar het visum verliep, de oelpan was afgelopen en dan?. En dan opeens is ze weer hier. Heel gek misschien maar ik ben niet alleen maar blij dat ze er weer is. Het is een dubbel gevoel omdat ze hier niet wil zijn. Ze wil wel bij ons zijn, gelukkig maar, maar het was niet het plan. Dat maakt het een beetje wrang. Als ouder wil ik maar één ding en dat is - uiteraard - dat de kinderen gelukkig zijn en hun plek vinden in de wereld. Hún plek, niet de mijne. Van mij mogen ze allemaal hier in de straat komen wonen later als ze groot zijn, maar ik heb er gelukkig helemaal niets over te zeggen. En zij was de afgelopen maanden heel gelukkig in Israel. Dan moet ze dáár zijn en niet hier, hoe fijn het ook is om haar weer even vast te houden, haar hoofd op mijn schouder te voelen en elkaar weer écht te kunnen aankijken in plaats van naar elkaar staren via een stom beeldscherm. Als op de eerste dag van haar terugkomst bespraken we de mogelijkheden voor een snelle terugkeer. Die zijn er wel, maar dat is een boel geregel en dat is niet haar sterkste kant. Toch fijn dat je dan je ouders hebt die dat wél kunnen. Die hun dochter, tot hun vreugde teruggekeerd uit de ballingschap, ondersteunen om weer te vertrekken. Na een paar dagen thuis kwam haar vriend over, hoe mooi is dat! Ze wil hem Nederland laten zien, kennis laten maken met haar leven hier, haar jeugd en haar familie. Daarna een reis door Europa, samenzijn om dan ook samen een knoop door te hakken over De Toekomst. Toen ik 20 was hield ik me daar helemaal niet mee bezig, het was al lastig genoeg om na een doorgehaalde nacht of met een kater op tijd in de collegezaal te zijn. Helemaal met mijn gevoel voor richting, ik verdwaalde vaak en stapte regelmatig ook nog eens in de verkeerde bus. Wel het goede nummer, maar de andere kant op. En deze 2 mogen zich buigen over vragen als: kunnen we samenzijn en vliegen we terug, of blijven we hier en gaan we allebei in Nederland studeren, hoe moet dat dan met huisvesting, met geld, met werk? Hele andere koffie dan balen dat je de laatste trein hebt gemist of dat je niet op de naam kunt komen van het meisje waarnaast je wakker wordt. Dat laatste is mij nooit gebeurd hoor, ik was daar veel te braaf voor, maar wat een contrast met de grote beslissingen van mijn kind. En haar vriend, een voor mij inmiddels niet meer grote onbekende en zeer beminde knul want hij draagt bij aan het levensgeluk van mijn dochter. Aan de zijlijn sta ik te kijken naar hun match, met bloemen, een megafoon en een waslijst aan goedbedoelde tips, opmerkingen en grapjes. Aan de zijlijn hoor ik ook, ze mogen dit zelf uitdokteren. Ik vond de uitdrukking “kleine kinderen, kleine problemen; grote kinderen, grote problemen” altijd een beetje flauwekul. Vond de problemen toen ze klein waren ook best aanzienlijk, Nu snap ik het helemaal.Of het nou gaat om echte problémen of levensvragen, ze zijn veel groter omdat je kinderen er helemaal zelf mee moeten dealen en jij daar dan dus als toeschouwer bij staat. Ja, loslaten blijft een dingetje! In april hakken ze de knoop door, wordt het IL of NL?

Eerder gepubliceerd in NIW 22 van 2023.

donderdag 15 december 2022

Sinterklaas

Jullie zullen het misschien raar vinden maar ik heb er nooit veel waarde aan gehecht of mijn kinderen een joodse partner zouden vinden of niet. Stiekem leek het me natuurlijk wel hándig, je begrijpt malkander wat sneller en je blinkt allebei niet uit in sport maar voorop stond voor mij maar één ding: mijn kinderen moesten zélf gelukkig zijn met hun keus. En als ze gelukkig zouden zijn met een Loemoemba of een Josefus Johannes Maria dan moest dat maar zo zijn. Ook een beetje een mal idee om op etnische of genealogische gronden een partner te kiezen, toch? Deze tactiek bleek fantastisch te werken want de drie oudste kinderen hebben nu alledrie een joodse partner. Dat heb ik weer goed geregeld al zeg ik het zelf. Bel me gerust voor meer huwelijkstactiektips, mijn tarief is niet heel hoog. Dit betekent wel dat mijn collectie nabestaanden nu bestaat uit 6 biologische en 3 schoon- maakt 9 kinderen. En we hebben lootjes getrokken! Wat zal het een gezellige en dolle boel worden. Maar vooraleer, Roel toch, vieren jullie Sinterklaas? En Chanoeka dan? Ja malle babbe, dat vieren we natuurlijk ook he! Maar eerst Sinterklaas. Ik mocht cadeautjes kopen voor een schoondochter. Ze is heel erg lief maar heeft ook een bril zo groot als het eiland Schokland dus je kunt wel raden waar mijn gedicht over gaat, haha! Ik vertrouw erop dat ook ik niet gespaard zal worden, als menopauzale te dikke vijftiger. Andere lieve schoondochter was trouwens één van Pieten bij de intocht van Sinterklaas in Amsterdam, het schijnt elk jaar bij die intocht te wemelen van de joodse Pieten! En voor de oorlog was praktisch elk jaar een joodse mijnheer de Heilige. Past ook wel in de traditie he, heiligen voortbrengen. Zal nooit vergeten hoe Meijer de Hond ooit schreef dat Sinterklaas druk was en niet gestoord mocht worden. “Sint Nicolaas oort meirev.” Sinterklaas zei het avondgebed. Dus geen enkel bezwaar tegen het vieren van Sinterklaas. Tegen chanoeka heb ik overigens ook geen bezwaar hoor, ik zeg gewoon dóén, 8 dagen lang weer liedjes zingen en cadeautjes aan elkaar geven. Dat is dus eigenlijk Sinterklaas 2.0. En natuurlijk het prachtige verhaal van de terugkeer uit de ballingschap waar we met vereende krachten de tempel weer gingen reinigen, zuiveren voor de dienst aan de Eeuwige. Wel mooi he, met mensen die waren gebleven om voor de overheersers landbouw te bedrijven, met hen die terugkeerden én met een kleine rest die was gebleven maar zich had verstopt. Wisten jullie trouwens dat er niet alleen zuivere olie werd gezocht (en gevonden) maar dat ook het complete altaar moest worden gesloopt én opnieuw worden opgebouwd omdat deze was gebruikt voor heidense rituelen? Nee dat wist je niet, ik weet het zelf ook alleen maar omdat ik het net toevallig las op Het Internet. Kortom, we hebben elkaar de komende 8 dagen genoeg avonturen te vertellen en dan is er toch echt geen behoefte om daarna óók nog eens aan het kerstverhaal te beginnen, dus dat laten we lekker schieten. Chag sameach!

Eerder gepubliceerd in NIW 10 - 2022

donderdag 1 september 2022

Slagroom

Och jommes wat is het leven soms toch ingewikkeld. David zat klaar met zijn zwemtasje, zwemles zou beginnen om 20 voor 6. De hele middag was het al een dingetje want hij vindt het spannend. Leuk ook wel, ook al bakt hij er niet veel van want hij lijkt helaas ook erg op mij. Ik vond het vroeger ook niks. In dat koude water, de ongenaakbare badmeester met zijn peuk in de mondhoek en de ijzeren haak in zijn hand. Die haak was nodig want anders zou mijn plompe lijfje alras naar de bodem zinken en dan komt er zo'n vervelend berichtje in de Zwolsche Courant. Toen ik 11 was haalde ik pas mijn zwemdiploma. Toen nog leren duiken. Als een baksteen op asfalt viel ik op het water. Ken je dat gevoel? Dat je huid eruit ziet alsof je rodehond all over the place hebt? Nou dat was ik. Nog steeds vermijd ik zee en strand, geef mij maar hei en bos. Dit in tegenstelling tot mijn vrouw, die dol is op die zee, waarin elk jaar toch weer vele mensen maar ook Duitsers verdwijnen om nooit meer te worden teruggevonden. Bos vindt zij iets met insecten en rotting. Ik hou van rotting! Alles beter dan het allesverslindende dodelijke water. David is waarschijnlijk ook meer een bosjesman. Maar we wonen in Almere en leren zwemmen is dan best handig zeg maar. Dus hij zat braaf te wachten met zijn tasje. Bleek ik de verkeerde tijd in de agenda te hebben gezet, we waren te laat, het feest ging niet door. Boos was hij. Verdrietig ook. Alle spanning van het wachten en dan gaat het tóch niet door. Mijn mea culpa, mijn maxima mea culpa bood weinig soelaas. "Geeft niks hoor papa." Met van die dikke traantjes die over zijn dito wangetjes wandelden. Hoe maak ik dit nou ooit weer goed? Als Wiedergutmachung maar van alles aangeboden. Negerzoenen, puddingbroodjes, moorkoppen, tompoucen, ijsjes. Huilend bleef hij tegen me aanstaan, hij is al bekend met de Jewish guild-trick kennelijk. Uiteindelijk kwam het zoenoffer op een politiehelikopter en cornetto's, maar dan wel van die grote. Die hebben ze niet bij de Jumbo. Dus ik gewone cornetto's gehaald én een spuitbus slagroom. Zodat ik de cornetto kon opwaarderen naar zo'n reusachtige die je alleen kunt krijgen bij de benzinepomp. Pffff.. opgelost met herstelbetalingen. De helikopter werd nauwgezet uitgekozen bij bol punt com, ik was wel zo slim om de zoekfunctie op maximaal 20 euro, toch bijna 45 gulden, te zetten. Fijn dat dit ook weer geregeld is, zeker nu het bijna rosj hasjana is. Uiteraard ben ik jarig met Rosj Hasjana, dat komt vaker voor. Dat je opgeschreven mag staan voor een goed jaar. In sjoel mag ik op mijn verjaardag de maftir zijn. Benoem je dat zo? Ik ben de maftir? Het woord is me op mijn lijf geschreven want een beetje maf ben ik toch zeker wel. Het is me een mitswe. Ik ben degene die dan de Torah-lezing besluit en afsluit met Jeremia 31: 1-20. Het laatste deel gaat zo: Bedwing uw stem van geween, en uw ogen van tranen; want er is loon voor uw arbeid, En er is verwachting voor uw nakomelingen, spreekt de HEERE; Ik heb wel gehoord, dat zich Efraïm beklaagt, zeggende: Gij hebt mij getuchtigd, en ik ben getuchtigd geworden als een ongewend kalf. Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn, want Gij zijt de HEERE, mijn God! Zekerlijk, nadat ik bekeerd ben, heb ik berouw gehad, ik ben beschaamd, ja, ook schaamrood geworden, omdat ik de smaadheid mijner jeugd gedragen heb. Is niet Efraïm Mij een dierbare zoon, is hij Mij niet een troetelkind? Ik koos expres voor de Statenvertaling omdat ene H. erg verdrietig werd van mijn column over een bijzondere sjiwwe die ik bijwoonde, ik maakte toen een grappige verwijzing naar diens Heiland. H. snikte toen: 'Ik vind dit zeer onrespectvol tegenover het christendom, haast lasterlijk. Dit kan gewoon niet." Hopelijk heb ik het nu weer goed gemaakt. Altijd fijn met Rosj Hasjana én natuurlijk Jom Kippoer in het verschiet. Dingen goed maken met elkaar. Willen we dat met slagroom?


Eerder gepubliceerd in NIW 45 van 2022

donderdag 21 juli 2022

Zenuwen

Het is vrijdag wanneer jullie dit lezen. Als het goed is dan he, want het kómt bij een enkeling nog wel eens voor dat het NIW-tje pas op zaterdag, op sjabbat dus, bezorgd wordt. Dan ben je mooi in de aap gelogeerd! Je mag niet scheuren op sjabbat, de schepping rust en moet even een dagje blijven zoals die is. Kun je alleen maar verlangend door de folie staren. Naar de voorkant, maar gelukkig ook naar de achterkant. Er is vast wel een niet-Joodse buur die je kan helpen, maar die kun je het dan weer niet vragen, daar trapt de Eeuwige niet in. Dus dan kun je hooguit veelbetekenend met grote ogen naar de buurman staren, dan naar het NIWtje, dan weer naar de buurman. Ondertussen heeft die natuurlijk allang geërgerd zijn deur weer dichtgesmeten terwijl hij zich afvraagt wat er in vredesnaam mis is met je en waarom je aanklópte en niet aanbelde, zoals normale mensen doen. En nu heeft-ie ook nog een stuk van NEC-NAC gemist. Zucht. Niets blijft ons bespaard. Het is vrijdag terwijl u dit leest en vrijdag terwijl ik dit schrijf. Dat betekent dat ik druk bezig ben met het smeren van koosjere broodjes, mijn oudste is druk met het bakken van een koosjere plaatkoek (zou hij gisteren doen, maar kwam toen nét terug uit Canada en moest dus echt even zijn jetlag wegslapen) en mijn vrouw maakt ingewikkelde koosjere dingetjes waarvan ik de naam niet meer weet, want ik ben maar een eenvoudig verkoper. Onze Roos, onze Růženka, mag vanavond in sjoel de kaarsen aansteken en dan morgenochtend hup, de bima op om daar vanalles te gaan zeggen, zingen en zulks meer. Ze zal ook vertellen over haar inzamelingsactie voor Kika en wat Tikoen Olam inhoudt. Dat is bij ons in sjoel gebruikelijk, iets moois doen voor een ander wanneer je bar of bat mitswa wordt. Prachtig toch? Dan is onze één na jongste puppie bat mitswa en heb ik nog maar één klein kind over. Ik zei het al: niets blijft mij bespaard. Wel grappig dat haar ouders al weken zenuwachtig zijn terwijl het Roosepopje nergens last van heeft. Met haar extreme dyslectie. Ze kent gewoon bijna alles uit haar hoofd en heeft er een pampiertje bij als spiekbriefje. Nou ja, spiekbrief. Het epistel is een pagina of zes met alle teksten in een voor dyslecten handig lettertype en gelardeerd met diverse kleurtjes zodat ze de woorden ook daaraan herkent: elk kleurtje staat voor een melodie. Gaat ze gewoon even doen vanavond. En dan morgenochtend het echte werk. Ondertussen sta ik, terwijl u dit leest he, live cooking zeg maar, een duizendtal broodjes te smeren. Ik word er balorig van, smeer, smeer, smeer. Zal ik er stiekem paling op doen? Neen, zo slecht ben ik nou ook weer niet. Bovendien zou ik dan zelf ook moeten opletten wat ik naar binnen bunker en dat is niet mijn stijl zeg maar. Ik denk terug aan de afgelopen jaren, aan Roosje, hoe snel ze groot geworden is. Na de vakantie naar de middelbare school, Academie 1014. Als zand glipt de kindertijd door je hand. Mooi dat ze nog steeds van knuffelen houdt, van paardrijden. Wat was ze geschrokken toen mijn baard eraf ging vorige week, zoals gebruikelijk als haar iets niet zint timmerde ze liefdevol op mijn rug terwijl ze riep dat die baard terug moest en dat ik het nooooooit meer mocht doen. Gelukkig zijn de huizen onbetaalbaar en de kamers onvindbaar, Roos zal nog tot in lengte van dagen bij ons blijven wonen. Tenzij ze een rijke dokter of advocaat tegen het lijf loopt of wordt natuurlijk. Spannend hoor. Morgen.


Eerder gepubliceerd in NIW 41, 2022.

zaterdag 25 juni 2022

Fnuikend

Ik klaagde de vorige keer al over groter groeien, Kindjes die het in hun hoofd halen om gewoon maar elk jaar jarig te zijn en elk jaar dus ook een jaar ouder te worden. Van mij mogen ze eeuwig 5 blijven, alhoewel ik ook wel begrijp dat dat niet handig is. Mijn kleuter van zes klimt nu al elke dag op mijn rug, en wanneer je 50 bent is dat fnuikend. Dat malle woord wilde ik gewoon graag een keertje gebruiken. Weet je wat ook fnuikend is? Kindjes die van geen ophouden weten. Neem nou Joram. Vandaag mochten we de vlag uithangen met daaraan zijn tas. Zijn tas heet Dhengis. Het is heel normaal om je tas een naam te geven, dus daar zal je me niet over horen. Ik bedoel, mijn Trabant heet Schorsch en onze andere auto heet Antonín. Dus de knul is erfelijk belast. Bovendien heet zijn fiets Malcolm. Elke dag fietste hij door weer en wind op Malcolm naar het Arte, zijn middelbare school. De vlag met daaraan Dhengiz de Tas leren ons dat hij volgend jaar naar een hele andere school mag fietsen. Welke school of universiteit dat gaat worden weet hij nog niet, hij schreef zich daarom heel slim in voor vier opleidingen, dus er zit vast iets passends tussen. Onze Roos gaat haar laatste maand in op de basisschool, de sjabbat na haar laatste schooldag wordt ze bat mitswa en dan na de vakantie begint haar grote avontuur. Een avontuur dat je niet zomaar komt aanwaaien want ook het kiezen van een middelbare school is tegenwoordig geen eitje. Ik kon lang geleden kiezen uit twee scholen, eentje in Zwolle of eentje in Raalte. Raalte was net wat dichterbij dan Zwolle, dus de keus was snel gemaakt. Tien kilometer door de regen fietsen is toch minder erg dan zestien. In ons huidige dorp zijn 22 middelbare scholen. Ga er maar aan staan. Gelukkig vonden we met Roos een mooie plek. Tien kilometer fietsen, dat dan weer wel. Maar als haar volslanke vader dat kon, kan zij dat ook. Onze oudste zoon legt momenteel de laatste hand aan zijn scriptie, die gaat komend jaar een master doen. Dan hebben we nog een dochter die naar Israel gaat, een zoon die naar de middenbouw gaat en gelukkig ook nog eentje die gewoon overgaat naar de derde van de Mavo. Al die keuzes die kinderen moeten maken, fnuikend is het. Als ouder mag je meedenken en tips geven tot je ons weegt, de echte keuzes moeten ze zelf maken en dat kan echt ingewikkeld zijn. Hoeveel mensen weten al op hun 13e wat ze willen gaan doen? De keuze op jonge leeftijd kan hele grote gevolgen hebben voor hun toekomst. Soms hoor je wel dat kinderen al vanaf hun besnijdenis weten dat ze dokter willen worden, of vanaf de echtscheiding van hun ouders dat het advocaat moet zijn. Bijzonder vind ik dat!  Ik weet nu nog niet eens wat ik wil, ben gewoon maar gaan werken op een gegeven moment omdat honger lijden ook geen pretje is en de mengsmering voor een Trabant kost ook geld. Moeite met keuzes is kennelijk een familietrekje. Zal nooit vergeten dat ik naast mijn vader in de auto zat, ik zat weer eens vreselijk te twijfelen over van alles en nog wat en mijn vader zei, net met pensioen was hij: “Ach jongen, ik weet ook nog steeds niet wat ik wil worden als ik later groot ben.” Het komt vast goed allemaal. Nu zijn we in elk geval even heel trots op onze apen, die keuzes maken en dingen gaan dóen!


Eerder gepubliceerd in NIW 36, 2022

vrijdag 27 mei 2022

Groter groeien

Wie heeft bedacht dat kinderen alsmaar groter moeten groeien? Vind het echt niet kunnen. Kunnen we dat niet tegengaan met elkaar? Een petitie of zo? Hier hoor je Wilders nou nooit over he. Zes baby's heb ik gehad en er zit niet meer in het verschiet, in het vat en het is me wat. Dol ben ik op mijn baby’s. De oudste van mijn dreumesen is nu 20. Weet je wel hoe oud dat is, dat is gewoon een enorme baby met een snor en stekels op zijn kin, een gymnasiumdiploma en bijna afgestudeerd in Informatica. En dat terwijl zijn moeder niet eens haar geboortedatum kan onthouden en ik had ook al bijles in wiskunde, Wiskunde A, dus niet eens échte wiskunde, Dan heb ik nog een meisjesbaby van 19. Je ziet wel een mensen die hun baby’s oorknopjes geven en kettinkjes. Nou deze baby heeft een neuspiercing. Maar omdat ze al 250 maandjes oud is vindt Jeugdzorg dat niet erg. Het is toch om te grienen. Ze gaat in september naar Israel. Misschien voor een half jaar, maar kan ook zomaar 120 jaar worden natuurlijk. Kind drie doet dit jaar eindexamen, is de langste baby die ik heb, torent boven iedereen uit en gaat ook al studeren. Kan nog wel even zo doorgaan want zoals ik al zei: ik heb zes stuks baby. Binnenkort wordt de jongste dochter Bat Mitswa. Schandalig, als je bedenkt dat ze gisteren geboren is. Laatst ging ze oefenen met de rabbijn in sjoel en ik mocht mee. Daar stond ze dan in al haar kleine grootsheid. Met haar zuivere stemmetje, heel onbevreesd en open op de bima. Alle brachot gingen goed. Ze kende bijna alles uit haar mooie hoofdje. Dat hoofdje, waar drie keer de navelstreng omheen zat waardoor ze er bijna niet was geweest. Dat al jaren meehobbelt elke week op een pony bij haar lieve juffie. Dat hoofdje ook, dat woorden en tekst niet kan ontcijferen. Een grote brei is het voor haar, ze heeft extreme dyslexie en ondanks jaren van noeste arbeid gaat zoiets nooit over. Trucjes heeft ze wel geleerd. Op school koos ze altijd boekjes die ik thuis al duizend keer aan haar had voorgelezen, zodat ze op school aanvankelijk niks merkten. Ze kende ze uit haar hoofd. Op een dag, veel later dan handig was, viel ze gelukkig “door de mand.” En nu dus Bat Mitswa. We hoopten dat ze misschien een klein dingetje kon doen, het sjema of zo, maar ze gaat gewoon bijna alles doen, uit het hoofd. Tekst heeft ze erbij, met speciale letters en veel verschillende kleurtjes, dat helpt namelijk. Haar broer gaat helpen met de Nederlandse tekst van de haftara. Ik zag hoe ze daar stond, nu gewoon in haar klofje, straks natuurlijk wat sjieker en zelfs ik - jullie weten dat ik een ongenaakbare macho-man ben - voelde wat prikken in mijn oog. En het was niet Paul Damen met een jad. Ik vind het allemaal maar niks, dat groter groeien. Komend jaar gaat ze ook nog naar de middelbare school, we gingen van de week een dagje kennismaken. Nou ja, “we” ik kon gelijk optiefen natuurlijk om haar in de middag weer te mogen ophalen. Ze waren blij met haar, ze kan daar volgend jaar fijn beginnen.Moet nog wel even een grotemevrouwenfiets regelen. Gelukkig heb ik nog steeds mijn baby van zes jaar, die mag ik nog steeds platknuffelen, alhoewel hij de door mij gekozen koosnaampjes steeds minder vaak accepteert. “Ik ben geen malle bonkie!” roept hij dan. Zucht. En hij poetst ook al zélf zijn tandjes. Mij blijft ook niets bespaard.

Eerder gepubliceerd in NIW 33, 2022.

vrijdag 29 april 2022

Simpele zielen

Wat doen normale mensen wanneer het Pesach is? Nou helemaal niks want ze hebben er natuurlijk nog nooit van gehoord. Niet dagenlang handenwringend piekeren wat nou weer te breien van die akelige matses, weer matsebrij of toch maar matse-lasagna? Laatstgenoemde heeft zelfs een echte eigen naam: matsagne. Om te grienen zo fijn, maar niet voor de lijn. Onze seider was heel bijzonder, we waren bijna compleet. De nek van ons gezinslichaam was helaas niet aanwezig. (U kent de uitdrukking: wanneer de nek draait, draait het hoofd mee. Het hoofd ben ik natuurlijk, alleen op papier hoor, heel theoretisch, het had evengoed een half opgeblazen ballon kunnen zijn.) Mijn vrouw moest helaas haar oom begraven, niet naast de deur, dus mocht ik het doen. Charoset maken. Nog nooit gedaan. Ik had appels gekocht en dat was het eigenlijk wel. Geen idee had ik. Appels raspen, bedacht ik me. Waar ligt de rasp? Dus maar met een aardappelschilmesje de appel in pietepeuterige stukken gesneden. Stukken, geen stukjes, want dan had ik mezelf maar verwond. En dan amandelschaafsel erbij. En nu? Ik staarde in het aanrechtkastje en pakte de caramelstroop. Slim. Nu had ik een dikke brij met brokken appel en amandel. Druivensap! Fantastische uitvinding. Ik flikkerde alles doorelkaar en gooide er wat kaneel bij en in een opwelling basterdsuiker. Het zag eruit alsof ik een sloot had leeggeschept, maarrrrr de kindjes smulden en dat is toch het enige dat telt. Samen met de oudste dochter de avond gedaan en afgesloten met de vraag aan ons allemaal waarvan we onszelf het komend jaar zouden willen bevrijden. Dat was mooi en intiem. Maar ja, de week begon nog maar net he. Wat kun je nog meer doen tijdens Pesach? U raadt het in één keer: ik ging naar de Simple Minds. In oktober 2019 had ik kaartjes weten te bemachtigen voor hun concert begin 2020, maar door een wereldwijd dingetje bleven ze de show maar uitstellen! De kaartjes bleven in de binnenzak van mijn Harris Tweed-jasje (ongelogen: ooit overgenomen van de woordvoerder van de SGP. De eerste keer dat ik er op Zondag mee in de Jumbo liep voelde ik me zelfs schuldig.) Afgelopen week was het eindelijk zover! Ik met mijn BFF naar de Ziggo Dome. Daar was ik nog nooit geweest want al sinds mijn puberteit vermijd ik grote mensenmassa’s. Dus ik vond het nogal spannend. Eng. Zweet stond in mijn handen. Kwamen we wel op tijd? Konden we het wel vinden? Wat als er iemand op mijn stoel zat? Zou ik als kleine meneer, de enige met een smokinghemd, niet worden vertrappeld door de grote mensen? Afijn, we kwamen uiteraard 3 uur te vroeg aan, stonden net zolang in de rij en toen bleken de streepjescodes op mijn kaartjes, na drie jaar in de Harris Tweed niet meer leesbaar. We werden teruggestuurd naar het begin van de rij, naar een loket met dik glas en van die praatgaatjes. Of ik mijn ticketnummer kon noemen. Maar ik had geen bril bij me. Gelukkig had een jongedame kennelijk medelijden en die las het voor. Of ik mijn ID kon laten zien. Oei, die heb ik nooit bij me. Na een vermoeide zucht vanachter het glas en een opgeluchte zucht van yours tRoelie kregen we nieuwe kaartjes en konden we weer achteraan aansluiten. We kwamen binnen, vonden onze zetels, mooi hoog boven het plebs op de vloer beneden en zaten vol blijde verwachting uit te kijken naar onze helden van weleer. Om ons heen alleen maar leeftijdsgenoten. 15000 mensen van exact 50 jaar, ik kan er misschien iets naast zitten. De band kwam op, nou ja, wat er van over was na 40 jaar dus een verkreukelde oude man met een microfoon, ik hoopte maar dat zijn gebit zou blijven zitten tijdens het zingen en een dito gitarist. Opvallend: ze kunnen er niks aan doen dat ze ouder zijn geworden, dat hopen we tenslotte allemaal te worden, maar ze hadden potverdikkie wel de dames uit de jaren 80 ingeruild voor nieuwe versere! Niet eerlijk! Afijn, ze begonnen, het bloed liep al snel uit mijn oren, het was niet om aan te horen. Kende de nummers niet, kon niks verstaan van de teksten en het geluid snerpte door mijn hoofd en het voelde alsof er een fietsspaak in mijn gehoorgang werd gestoken. Helemaal van rechts naar links. Dat je aan beide zijden een stukje fietsspaak ziet uitsteken. We gingen in de pauze weg. Later las ik hoe geweldig het was. Na de pauze, dus. Zucht.

Eerder gepubliceerd in NIW 29, 2022.

vrijdag 25 maart 2022

Sjiwwe

Deze week was het poeriem en u kijkt natuurlijk reikhalzend, waarschijnlijk met een gemeen grijnsje op uw stoppelige snuit, uit naar de avonturen van ondergetekende, die ongetwijfeld in een jurk naar sjoel ging, daarmee koningin Esther ernstig beledigend want die had geen baard, alwaar hij struikelde, uit zijn glanzende roze panty scheurde om vervolgens zijn grote voortanden te versplinteren op de rand van de bima. Och, och, och wat zou u daarvan genieten. Helaas, helaas, ik moet u teleurstellen. Niet alleen schrijf ik dit terwijl het nog niet eens poeriem is (door sommigen ook wel geringschattend "joods carnaval" genoemd, terwijl een iegelijk toch dondersgoed weet dat wij ons niet te buiten gaan aan buitenechtelijke seksuele uitspattingen tijdens ons feest zoals die sommige vermaledijde ongetwijfeld voormalige papekoppen. Drinken daarentegen is, net zoals bij de carnavalsklanten, wel weer een goede gewoonte tijdens poeriem, Paul Damen kan u daar alles over vertellen want voor hem is het elke dag poeriem, maar wij doen dat zodat we niet meer het verschil zien tussen Mordechai en Haman (geratel graag), tussen vriend en vijand) ik wil het gewoon over heel iets anders hebben. Net zoals normale mensen komen wij ook regelmatig te overlijden. Meestal maar een keer, alhoewel volgens sommigen een enkeling het zo'n 2000 jaar geleden na drie dagen voor gezien schijnt te hebben gehouden en het doodzijn toen maar opgaf. Je moet het ook wel kúnnen natuurlijk. Maar in het algemeen: het schijnt iets te zijn dat je niet tegenhoudt, dat je overkomt en waartegen niet te vechten valt. Hoe graag we ook ruzie maken en discussiëren, dit debat verlies je altijd. Wanneer je overlijdt ben je meestal dood en wordt je begraven of gecremeerd. Wij begraven doorgaans onze doden in verband met de te verwachten wederopstanding. Je wilt dan niet als grijzige stofwolk tegenover Hem/Haar staan maar uiteraard gewoon keurig in je witkatoenen doodsgewaad met al je knekels intact. Zover is het alleen nog niet, we moeten eerst nog een tijdje gewoon stil in onze kist liggen. Ook een goed argument voor een spaanplaten kist: de meeste urnen zijn heel lelijk, het lijken soms net bloemenvazen die geboetseerd zijn door blinde psychiatrische korsakovpatiënten. Na de teraardebestelling zijn we nog niet klaar, o nee, want daarna zit de familie een paar dagen sjiwwe. Sjiwwe betekent 7, het zijn de 7 dagen van diepe rouw die de naaste familie in acht neemt na het overlijden van een dierbare. Ik vind dit een hele mooie en goede gewoonte, mocht het zelf afgelopen week helaas weer eens beleven. Je komt bij elkaar, om bij te staan, te steunen, om de familie te laten zien dat ze niet alleen is, om eten te brengen en met elkaar de overledene te gedenken. Uiteraard zijn er de vaste traditionele gebeden die je samen zegt, het lernen daarna maar vooral gewoon het elkaar in de ogen te kijken en vast te houden. Te praten en te luisteren. Te voelen dat degene die is afgereisd naar de onzichtbare bestemming er ook een beetje bij is. Het is echt een daad van liefde, van betrokkenheid naar elkaar, naar de overleden naaste. Er wordt kaddisj gezegd wanneer er minjan is. Ik was toevallig de laatste man die arriveerde en toen konden we beginnen. Had alleen geen sidoer meegenomen, maar wel een overheerlijke mozzarella-salade Gelukkig kreeg ik een minuscuul boekje dus ik kon meedoen. Geen leesbril, dus het had evengoed mandarijn of swahili kunnen zijn, maar het kaddisj wordt tijdens elke sjoeldienst een paar keer gezegd, dat scheelt. Het kaddisj gaat over de grootsheid van de Eeuwige en niet over de overledene. Dat lijkt apart, maar het geeft alleen maar aan dat eigenlijk alles in de handen van G'd ligt. Dat het goed is. Dat kan heel troostend zijn. Het eindigt aldus: Moge er veel vrede uit de hemel komen en leven! Over ons en over heel Israël. Hij die vrede maakt in zijn hoge sferen zal ook vrede maken voor ons en voor geheel Israël. Rust in vrede lieve Betty. Ameen.


Eerder gepubliceerd in NIW 25, 2022.


zaterdag 19 maart 2022

Vanitas vanitatum omnia vanitas

Opeens realiseerde ik me dat ik een vijftiger ben. Dat is voor vrouwen een spannende leeftijd want de schoot verdort en het enige dat nog rest is het huilend knuffelen van een labradoodle. Echter, ook voor manspersonen is dit een bijzondere episode in het leven. De penopauze doet zijn of haar intrede en dat laat diepe sporen achter in het gelaat. Tenminste, bij mij. Dochter Roos, van wie ik doorgaans heel veel hou, wees me er tijdens de sjabbesdis heel liefdevol en vriendelijk op: Jezus pap wat heb je opeens veel rimpels bij je ogen! En je baard wordt helemaal grijs. Uiteraard glimlachte ik dapper, niet te nadrukkelijk want dan zou je mijn rimpels nóg meer zien, als diepe voren in een vaak beschaatste vijver, maar toch, ik glimlachte. En kneep haar zo hard in haar knie dat ze haar prachtige bruine ogen opensperde en geen woord meer kon uitbrengen. Dat was natuurlijk voor iedereen het beste want anders had ik mijn hoofd wellicht grienend verdronken in mijn overheerlijke zelfgemaakte vegetarische kibbesoeb. Na het bensjen, waarbij ik haar extra hard zegende, alle brooches op haar rosj kwamen goed aan, ging ik toch maar even voor de spiegel staan. Mozes kriebel, het kind had gewoon gelijk. Het beeld dat ik nog steeds had van de slanke 17-jarige (Ik schijn ooit te hebben gezegd dat ik altijd 17 zou blijven, mijn vrouw heeft me daar jaren en jaren mee gepest, want het bleek niet waar te zijn) viel volledig in duigen. Een oude man staarde me aan vanuit de spiegel, waar ook al het weer in bleek te zitten. Actie bleek nodig! Allereerst besloot ik te gaan afvallen. Dat had ik het afgelopen decennium al zeker 27 keer besloten maar nu moest het dan toch voor het eggie. Het keto-dieet had ik al geprobeerd, maar na een half jaar alleen maar biefstuk met kip te hebben gegeten en als toetje een halal kipfrikandel van de Jumbo was ik daar alweer een hele tijd mee gestopt. Dus nu eet ik per dag 800 calorieën. Een cracker met magere mayo en een tomaat is mijn lunch. Ontbijten doe ik niet want ik doe heel hip aan IF. Jullie onwetende dikkerds hebben geen idee waarover ik bazel dus ik zal het even uitleggen: IF staat voor Intermittent Fasting. Dit houdt in dat je tussen 7 uur des avonds en bijvoorbeeld 11 uur des ochtends niet eet. Dat is voor een stalen karakter als ik, een man van stavast met stevige tred en doortastende blik natuurlijk appeltje (75 kcal) eitje (64 kcal.). Neen. Met name in de avond, wanneer ik een ingewikkeld boek lees over filosofie of proctologie (ik bedoel natuurlijk dat ik gewoon The Office zit te kijken op Netflx met een whisky'tje) krijg ik zo’n enorme trek dat mijn buikje rommelt als een mijnschacht waar de kompels net 1000 ton TNT hebben laten afgaan. Bij mijn buurvrouw Trees rolt het behang van de muur. In Vierlingsbeek heb je de Rooms-Katholieke Voetbalvereniging Volharding maar ik heb nog nooit van mijn leven gevoetbald en was ook zelden Rooms-Katholiek. Dus smokkel ik soms tijdens het vasten en neem een half cherrytomaatje. Of een stronk witlof. Niets blijft mij bespaard. Toch ben ik al 7 kilo kwijt inmiddels, waarvan akte. Naast het afvallen is ook mijn haardos een puntje. Het lijkt wel of er een albatros op heeft gepoept en dat ik het daarna met een kam heb verspreid tot aan de dode puntjes. Dus ik moest ook naar de kapsalon. Was al een half jaar niet geweest door lockdowns en pure luiheid. Normaal zeg ik dan: haal zoveel mogelijk grijs weg alstublieft. Maar als ik dat nu zou zeggen zou ik als een varken worden kaalgeschoren. Of als een schaap. Dus ik zei: Doe maar wat het beste bij me past! Nou dat deed de kapster: ze houdt van lang haar en dat stond me dan ook het beste. Op wolken liep ik terug naar huis, waar niemand zag dat ik naar de kapper was geweest. Behalve mijn teerbeminde met wie ik nog steeds niet onder de choepa ben geweest. Ik vroeg haar wat ze ervan vond en als antwoord ging ze zingen: It's my life, It's now or never, but I ain't gonna live forever, I just want to live while I'm alive! Ze vond dat ik op Bon Jovi leek. 


Eerder gepubliceerd in NIW 21, 2022


Stronteingwies

Wat een fijn begin van de dag. Eerst mochten we de kleuter wakker maken hetgeen hij niet leuk vond. Hij klampte zich vast aan de spijlen van zijn bed en liet niet los. Helaas mag je je kinderen niet meer slaan, dus dan wrik je liefdevol en voorzichtig de kleine vingertjes los met een waterpomptang. Daarna broekje en truitje aan en dus keurig aangekleed van de vloer geraapt want hij ging dus gewoon keihard als een rechtgeaarde socialist in algehele lockdown. Onder mijn arm meegezeuld de trap af en aan de ontbijttafel in één van onze vele woonvertrekken geparkeerd. Vervolgens vertelde ik hem dat we naar de tandarts gingen. Het regende stille tranen op zijn bordje en hij kreeg geen hap meer door zijn kleine kleuterkeeltje. Ook gaf hij me te verstaan dat ik mijn plannen niet ten uitvoer zou kunnen brengen. Hij kent de uitdrukking nog niet maar ik kon ze zogezegd oprollen en ergens steken waar het zonnetje uiterst zelden haar stralenpracht vertoont.  Toen kreeg ik het fantastische idee om te gaan fietsen aangezien ik aan de slanke lijn doe. Zijn moeder, die normaal altijd met hem meegaat zei: doe dat maar niet. Moge zij tot 120 mij overstelpen met haar wijsheden. Ik hielp het emotionele mannetje met zijn schoenen want met betraande ogen kreeg hij die niet snel genoeg aan. Nederig Knielde ik voor zijn aangezicht neder en ging als straf gelijk door mijn knie. Dat was natuurlijk wel weer leuk want dat maakt een grappig knallend geluid en de pijn is altijd dusdanig dat ik kerm als een zeehond met een knuppel in zijn schedel. Koelbloedig als ik ben met geweld de ontstelde knie weer recht gebogen, hetgeen gepaard ging met een luide bonk en toen - eigenwijs als ik ben - de intense pijn zoals alleen mannen die kunnen ervaren tóch op de fiets. Mijn hele dorp zei het vroeger al: “Ie bint stronteingwies.” Had ik me toch even vergist in de afstand. Ik moest naar de Duitslandweg en dat is toch zo'n 1933 kilometer. Met 45 steile bruggen op het Spoorbaanpad. Het kereltje, inmiddels weer hartstikke vrolijk, zat kletsend achterop met zijn handjes op mijn rug, onder mijn smokinghemd. Papa! Je rug wordt helemaal zweet! Niet zo gek want ik hijgde als een astmatisch schillenpaard en trapte op de pedalen van mijn stalen ros alsof er een cohort FvD-jongeren me op de hielen zat. We verdwaalden in Almere Poort. We kwamen 5 minuten te laat. Volkomen doorweekt, het zilte water liep in mijn ogen en uit mijn mouwen, parkeerde ik mijn Piet Pelle en wilde afstappen. Helaas was ik vergeten dat ik door mijn knie was gegaan dus ik pleurde bijna ondersteboven met fiets en kind. Ze lieten me niet binnen, al wijzend op hun snuit, dus ik vreesde dat er een ons snot en een hectoliter doodszweet in mijn baard hing. Neen, ik moest een mondkap op teneinde mijn amechtig openhangende snoet te bedekken met een lap. Daarna naar binnen. Aangezien dit Almere is, waar iedereen altijd te laat is, vonden ze me keurig op tijd. Alles was in orde met de ivoren pianotoetsjes van The Dude. Toen ik weer was bijgekomen mochten we weer naar huis fietsen. Moraal van dit verhaal: luister altijd naar je joodse vrouw. En als ze niet joods is luister er dan voor de zekerheid ook maar naar. Je kunt wel stronteigenwijs iets anders kiezen maar dat is dom en zinloos en zal enkel leiden tot pijn en ondergang. Ik snap dat mannen die in een homoseksuele relatie verkeren nu in blinde paniek een gesubsidieerde homogenezing-cursus gaan volgen, maar ik kan het niet mooier maken dan het is. Sterkte daarmee!


Eerder gepubliceerd in NIW 17, 2022

Kerstboom

Dus ik naar de Praxis met de kleuter. Vindt-ie leuk. “Wat gaan we kopen papa?” Nou om te beginnen een ijzerzaagje. “Wat is een ijzerzaagje?” Nou da’s een zaag waar je ijzer mee kunt zagen. Hij is gelukkig snel van begrip. “Waarom kopen we een ijzerzaagje papa?” Dat kon ik hem natuurlijk niet vertellen, maar zijn oudste broer, twintig jaar is dat kindje al, vroeg aan Sinterklaas als cadeautje ‘dat mijn slot opengezaagd wordt’, aangezien hij de sleutel van zijn fiets kwijt was. Die zat nog in zijn jas. En die jas ligt ergens in een trein. Maar Sinterklaas heeft helemaal geen zin om een slot van een kerngezond 20-jarig kindje te gaan lopen doorzagen dus kocht deze chagrijnige Sint een ijzerzaagje zodat het luie kind dat lekker helemaal zelf mocht gaan proberen. Alsof het de Sint was die die jas in de trein had laten liggen, nee toch zeker? Dit kon ik de kleuter allemaal niet vertellen dus ik mompelde maar wat en begon over het tweede belangrijke item dat we gingen halen: ducttape. Dat kent de kleuter wel. Papa repareert alles met ducttape. Zijn Trabant, zijn kapstok, zijn huwelijk en dit keer zou hij daarmee de wc gaan repareren, want die lekte door een barst. Ducttape is de redding van alles. Als we iedereen een rol ducttape geven is corona zo de wereld uit. Afijn, vrolijk koutend wandelden we naar de Doe-Het-Zelf-Zaak en wie komen we daar tegen, tot mijn intens verdriet en afgrijzen? Thierry Baudet? Neen, nog veel erger: een lieve buurvrouw met 2 glunderende kindjes die met rode konen in een buggy een reusachtige in een visnet verpakte kerstboom mee naar hun doorzonwoning zeulden. Hel en verdoemenis. “Papa, waarom kopen ze een kerstboom?” Nou mien jong, omdat ze kerst vieren vermoed ik. “Ik wil ook een kerstboom!” Nee lieverd, dat doen we niet hoor, wij vieren immers chanoeka! Maar ik wil kerst vieren, chanoeka is stom. Tja, daar sta je dan even met je jiddische bek vol tanden. Wat te doen? Zou Lenin zeggen. Welnu, standvastig blijven of sterven denk ik. December is ten slotte al erg genoeg. Kom kom Roel, stel je niet zo aan, die zes kinderen wilde je zelf en het is ongetwijfeld elk jaar een dolle boel en reuzegezellig. Zéker, zéker, maar wat we niet moeten vergeten is dat het én Sinterklaas én chanoeka is! Chanoeka; waarop we herdenken dat we voor de zoveelste keer ontkwamen aan gevangenschap - terwijl we luidkeels een bekende hit van BoneyM zongen: By the rivers of Babylon - en in dit geval ook nog eens de tempel heroverden, waarbij we een enorme kandelaar opnieuw ontstaken die - o groot wonder - 8 dagen brandde op slechts één vaatje olie en dat daarom maar liefst 8 dagen duurt en waarbij je malkander óók cadeautjes geeft! Elke dag! Dus dat maakt 8 dagen keer zes kindjes en slechts één echtgenote 56 leuk ingepakte hebbedingetjes die ik moet regelen! En dan zou ik ook nog kerst moeten vieren? Behalve dat dat halachisch onverantwoord is zou ons rijtjeshuis uitpuilen van alle troep die we niet nodig hebben en zou ik de Raiffeisenbank moeten smeken mijn faillissement nog eventjes uit te stellen tot de heugelijke dag dat de kindjes het huis uit zijn. Hetgeen met de huidige huizenmarkt nooit zal gebeuren, we zullen tot in de eeuwigheid bij elkaar blijven. En ik heb het al zo zwaar. Nee lieverd, wij nemen geen kerstboom, vanavond steken we de kaarsjes aan en spelen we nog een keertje met de dreidel. 

Een groot wonder gebeurde daar bij de Doe-Het-Zelver: de dreumes draaide als een tolletje, dit was de pleister - ducttape - op de wonde. De kerstboom ging neer -met een ijzerzaagje- en het jodendom in de polder was weer gered. 



Eerder gepubliceerd in NIW 13, 2021


zaterdag 20 november 2021

Blij dat de coronale paringsdans aan me voorbij is gegaan

Er is dus sprake van een heuse covidgeboortegolf. Je mag nergens meer naar toe en dus kruip je vroeg onder de wol of je Max Verstappen-dekbedhoes om vervolgens samen een leuke nabestaande te boetseren. Hoe noem je dan je kind? Er zijn in Nederland 44 vrouwen met als roepnaam Corona. Kijk maar op de site van het Meertens Instituut. Dat was de stand in 2014. Wat zullen die dames blij zijn dat ze overal genoemd worden! 

Zelf ben ik blij dat deze coronale paringsdans aan me voorbij is gegaan; ik mocht al zes keer bij een bevalling zijn en ik vind het wel welletjes zo. Enig idee hoe het is, zes keer doodsangsten uitstaan? Natuurlijk, ik ben een man en moet dus mijn harige muil houden, mijn bijdrage aan de bevalling bestond uit vijf minuten bedpret en het was niet mijn taak om zes keer een nieuw welpje op de aarde te zetten.

 Lees het hele verhaal op de site van het Algemeen Dagblad.



Gepubliceerd op de site van het AD op 14 november 2021

vrijdag 19 november 2021

Zie de mens

In onze huidige samenleving lijkt het soms wel alsof er geen sprake meer is van samenleven. Groepen staan tegenover elkaar, waar ze vroeger gewoon vrolijk van mening konden verschillen. Het begroot me vreselijk dit niet alleen waar te nemen maar ook te voelen. Mensen die ik al jaren ken als mild en meegaand, als vriendelijk en begripvol, zijn veranderd in heuse volksmenners die enkel nog druk zijn hun standpunt als de Enige Waarheid te zien en als doorgeslagen missionarissen aan iedereen op te dringen. Wee je gebeente als je er anders over denkt! Dan kun je een spuitje krijgen. Of juist niet, dat kan natuurlijk ook. De tweedeling is echt vreselijk en ik kan alleen maar hopen dat het óver gaat. Wellicht als er eindelijk een nieuw kabinet komt, zo eind 2023? En dan hadden we daar opeens Tamarah. Het NIW van vorige week stond er al vol mee, dus ik geef nog even een kleine nabrander. Haar woordkeuze in haar rede was, wie soll man dass denn sagen, zou Derrick zeggen, niet zo handig. Maxima zou zeggen: een beetje dom. Ik zeg met velen: niet maken die vergelijking, klaar. Daarnaast: we kennen haar allemaal een beetje, ze is voor velen een fijne rabbijn, recht door zee, staat altijd klaar voor haar kehilla en is gewoon zoals ze is. En ja, net zoals elk mens wordt ze niet door iedereen gewaardeerd. Heb haar maar een paar keer ontmoet, maar ook door het lezen van haar columns en mensen die ik spreek uit haar gemeente: ze heeft óók mooie eigenschappen. Het lijkt wel of dat allemaal vergeten wordt na deze faux pas. We oordelen gelijk en veroordelen hard en vergeten de mens achter het hele verhaal, die zoveel meer is dan alleen deze uitspraak. Dit geldt niet alleen voor deze situatie maar kun je maatschappijbreed trekken. Ik fietste vorig jaar met mijn kleuter op één van de smalle fietspaden van Almere, hij wiebelig op zijn kleine tweewielertje en ik er naast met één oog op hem en één oog op de weg voor me. Komen ons twee oudere Almeerders tegemoet, een echtpaar want allebei dezelfde fiets, dezelfde jas en dezelfde boze blik. “Aan de kant, aan de kant!” riepen ze “... je doet het voor ons!!” Ik verzin dit niet. Had ik mijn ventje in de sloot moeten schoppen teneinde die anderhalve meter tussen hen en ons te kunnen waarborgen? No way! Dus woedend fietsen ze heel omstandig door de berm, mij onderwijl vervloekend en woest aankijkend. Ook mijn temperatuur steeg en ik gunde ze bijna allebei een spoedig verblijf in twee gezellige urnen, met daartussen anderhalve meter. Afijn, ik koelde weer af en realiseerde me dat ook ik vergeet de mens achter de schreeuwende bejaarde te zien. Ja, ze hadden gewoon even kunnen afstappen om vriendelijk glimlachend mij en mijn zwabberende kleuter langs te laten. Ja, ze hadden niet moeten schreeuwen zodat ik weer wat ingewikkelds had uit te leggen aan mijn jeledje. Aan de andere kant: wie weet hoe lang ze al binnen hadden gezeten, bang om naar buiten te gaan, zich opvretend van frustratie en boosheid vanwege dit zelf opgelegde huisarrest? Geen idee he. Ik wil echt het individu kunnen blijven zien, niet twee kampen, geen vijanden. We zijn allemaal mensen die een keus hebben gemaakt in deze kwestie, door de één goed doordacht, door de ander wat minder, maar uiteraard met het idee dat we het goede doen. Dat mag ik nooit vergeten. Zie de ánder, hij is zoals jij.

Eerder gepubliceerd in NIW 9 van 2021


zaterdag 6 november 2021

een nieuwe episode van de corona-ellende

We gaan een nieuwe episode van de corona-ellende in en ik vind het reuzespannend. De persconferentie van afgelopen dinsdag was glashelder en keihard: extra maatregelen, strengere controles maar vooral: de voortgaande polarisatie wordt alleen maar gestimuleerd, vergroot en verergerd. Kennelijk zijn er nu 2 soorten mensen in ons land: verstandige gevaccineerden, die luisteren naar ons demissionaire kabinet en levensgevaarlijke wappies die de oorzaak zijn van alle ellende, de overvolle ziekenhuizen, de overbelaste crematoria en de straks veel te krappe begraafplaatsen. Misschien moeten we maar wat voetbalvelden herinrichten als dodenakkers straks.

Lees het hele verhaal op de site van het Algemeen Dagblad.


Gepubliceerd op de site van het AD op 6 november 2021


zaterdag 23 oktober 2021

Squid Games.

 

Squid games! Ik had er nog nooit van gehoord want oud, stenen tijdperk, draaischijftelefoongeneratie, maar van de week kwam opeens mijn 11-jarige een na jongste dochter naar me toe met de vraag of ze op Netflix, net zoals de rest van de wereld, naar Squid Games mocht kijken. 

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad.

Eerder gepubliceerd op de site van het Algemeen Dagblad op 23 oktober 2021.






donderdag 21 oktober 2021

Verkouden

Niets blijft mij, de leider onder de lijdenden, bespaard. Nu ben ik weer snipverkouden, hetgeen inhoudt dat ik gelijk een paria met uitslaande harige leprapuisten aan huis gekluisterd ben. Ga maar eens verkouden naar de Jumbo! Aanvankelijk lijkt er niets aan de hand, mensen knikken je vrolijk toe. Een enkeling nog angstig van achter zo’n in China geproduceerd muilkorfje waarover het virus uit datzelfde land, waardoor Nederland nu is gevuld met spooksteden en ontvolkte provincies, zich erg vrolijk maakt. Zodra je echter gaat praten, wat in mijn geval uiteraard zelden voorkomt aangezien ik extreem bedeesd, verlegen, bescheiden, stilletjes en nederig ben, zie je ze al schrikken. Oei, die stem klinkt anders, de neus verstopt, de ogen lodderig. Eén keer nieste ik, de grootste fout van mijn leven, het brandalarm ging af, rode zwaailichten overal, een horde Almeerders stootte schorre kreten slakend diverse schappen met koekjes en chocolade om en ik werd met een stroomstok in de richting van de flesseninname-automaat gedreven. Ik wapperde nog manmoedig en positief met de meegebrachte negatieve thuistest maar het mocht niet baten. In het magazijn van de supermarkt werd ik door mannetjes in astronautenpakken op de palletwikkelaar gezet en voorzien van een prachtig doorschijnend en glimmend laagje huishoudfolie. Sjabat sjalom, zullen we maar zeggen! 

Gewoon verkouden zijn, wie kent het nog? Vroeger waren we het allemaal, ook vaak gezamenlijk. Net zoals die malle vrouwen waar je wel eens van hoort, die met z’n zevenen tegelijk gaan zitten bloeien als een doornige roos in een yurt, onderwijl ritmisch kloppend op een periodieke met kruisjes ingelegde zelf getamponneerde trommel. Maar nu? Niks meer samen! In de kelder met je blafferige gehoest! 

Een verkoudheid is nu reden tot Kamervragen. Thierry zou het wel weten! “Wist u, mevrouw de voorzitter, dat de Joden voor de oorlog ook wel eens verkouden waren? En we weten allemaal hoe dat afliep!” 

Afijn, ik ben dus heel eenzaam verkouden, zit huilend naar buiten te staren, de postbode gooit de pakjes vanaf de stoeprand door het raam, het 150 jarig bestaan van mijn werkgever vierde ik via zoom. Geen gebakje voor mij. Eén groot tranendal mensen. Uiteraard gebeuren er ook nog mooie dingen in mijn verder grimmige bestaan. Omdat ik van nature een positief en opgeruimd mens ben zie ik die nog steeds! Zo reed ik van de week met kindje nummer 5 naar haar bat mitswa - les. Onderweg zaten we heerlijk de brooches te oefenen die ze mag zeggen wanneer ze - be’ezrat Hasjeem - volgend jaar wordt opgeroepen om uit de Tora te lezen. Voor haar is het een extra uitdaging vanwege haar dyslexie. Jarenlang wist ze haar makke te omzeilen met allerhande trucjes en ook nu komt deze eigenschap goed van pas. Ik vroeg haar naar de bracha die ze moet zeggen voordat ze op erev sjabbat de kaarsen aansteekt. Ze wist het even niet meer, maar maakte het gebaar van “warmte van de vlammetjes naar je toe halen” en hupsakee, daar rolde hij vlekkeloos uit haar mond. Jodendom ging altijd door en zal altijd doorgaan, zelfs wanneer we verkouden zijn.


Eerder gepubliceerd in NIW 5, 2021


zondag 10 oktober 2021

Alsof de wereld verging

Alsof de wereld verging. Wat moest ik aan met mijn lege bestaan zonder Facebook en Whatsapp en zelfs dat Instagram, dat door zo’n oude man als ik nog altijd heel puriteins Intaggggram wordt genoemd, met zo’n lekker lange harde rollende Hollandse G. Mijn kinderen draaien dan altijd met hun mooie ogen (sommige hebben zelfs blauwe ogen, terwijl mijn echtgenote en ik allebei zijn voorzien van prachtige bruine stuiters, grappig is dat hè!) en bijten me vriendelijk toe dat het gewoon INSTA is. Soms nog gevolgd door een liefdevol BOOMER. Mij blijft werkelijk niets bespaard en dat is ongetwijfeld mijn verdiende loon omdat ik in een vorig leven vast opzichter was in een kolenmijn waar kleine kindertjes met hun poezelige handjes stenen moesten bikken. 

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad.


Gepubliceerd op de site van het AD op 9 oktober 2021.




zondag 19 september 2021

Luidruchtige reuzen

Als je zoals ik gezegend bent met een half dozijn kinderen, dan heb je uiteraard veel mazzel: ze werken allemaal keihard mee om van ons rijtjeshuis een gezellig bedoeninkje te maken. De één poetst, de ander zuigt, weer eentje maakt zingend de overwerkte toiletpot schoon en het blijft ontroerend wanneer je ze ruzie ziet maken wie dit keer juichend de beschimmelde badkamer mag schoonmaken.

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad.



Gepubliceerd op de site van het AD op 11 september 2021.



vrijdag 3 september 2021

5782

Er start een nieuw jaar en ik kijk er erg naar uit. Na een jaar van afzien, geen klanten bezoeken, alleen maar thuiswerken met een kleuter op schoot komt er weer lucht. Als de regering zich minder laat leiden door angst en de drang om te bepálen hoe we nu moeten leven. Als we weer adem kunnen halen en elkaar kunnen ontmoeten, zonder krampachtig afstand te houden, zonder te vragen hoe iemand begroet wil worden. Covid is een nare ziekte, maar de maatregelen waren extreem. Hoeveel mensen zijn niet uit het leven gestapt omdat ze hun bedrijf naar de gallemiezen zagen gaan, of gewoon verkruimelden van eenzaamheid omdat ze niemand meer zagen en hun omgeving zagen vervagen aan een horizon van angst en wantrouwen? Kwetsbare kinderen die gedwongen weer thuis woonden, in een kwaadaardige omgeving? We zullen er de komende decennia nog de wrange vruchten van plukken vrees ik. Maar nu een nieuw jaar, hopelijk kunnen we enigszins herstellen van de averij die we opliepen. Voorkomen dat de schade nog groter wordt door de tweedeling die naakt, het onderscheid dat gemaakt gaat worden door hen die wel meegaan in de stroom die de rijksregering heeft bepaald en hen die zeggen: neen, dit kan ik niet. Laten we elkaar respecteren in de keuzes die we maken, terwijl we ook gewoon rekening houden met elkaar. Volgens mij hoeft het niet moeilijk te zijn maar de polarisatie is erg groot: 2 groepen die vol woede naar elkaar kijken en elkaar veroordelen en een kleine minderheid die begrip heeft voor beide kampen: de schapen en de wappies. Niemand is een schaap en niemand is een wappie. We zijn allemaal mensen die vanuit ons hart keuzes maken, allemaal in vertrouwen dat wat we doen het juiste is. Rosj hasjana en jom kippoer zijn bij uitstek dagen dat we hierbij stil staan. Hoe staan we in het leven? Hoe staan we tegenover onze medemens en tegenover de Eeuwige, welke Naam we Die ook geven? Hoe staan we tegenover onszelf: kijk jezelf in de ogen als je voor de spiegel staat. Kun je jezelf aankijken? Ben je oprecht en echt en hoe kijk je naar je medemens? Als mensheid zijn we broeders en zusters van elkaar en géén rivaliserende bendes. Kijk je broer aan en je zus. Zie de worsteling met het leven ook bij hen en reik elkaar de hand: ik begrijp je ook al maak je andere keuzes dan ik. Je overwegingen zijn zuiver en ingegeven door de wil het goede te doen. En jouw plek onder de zon (of onder de maan), je verhouding tot de Eeuwige. Wie is dat eigenlijk? Is het misschien een afspiegeling van je Hogere Zelf, de Bron waaruit je voortkomt? Sta je in de rechte verhouding daartoe? Voor mij zal het nieuwe jaar meer nog dan anders bestaan uit bewustzijn en bewust-zijn. Dat is dan ook mijn wens voor jullie allemaal: een blik in je eigen ziel en in die van de ander. Dat werkt verbindend en zal de overtuiging brengen dat we allemaal, op onze eigen manier bezig zijn te werken aan een betere wereld. Moge je worden ingeschreven voor een goed jaar, vol verbinding en harmonie. Moge het zoet en vreugdevol zijn en moge de Eeuwige ons allemaal rijkelijk zegenen in 5782. 

Eerder gepubliceerd in het eerste NIW van 5782.



zaterdag 28 augustus 2021

Inventief

Als je zoals ik gezegend bent met een half dozijn kinderen dan heb je uiteraard veel mazzel: ze werken allemaal keihard mee om van ons rijtjeshuis een gezellig bedoeninkje te maken. De één poetst, de ander zuigt, weer eentje maakt zingend de overwerkte toiletpot schoon en het blijft ontroerend wanneer je ze ruzie ziet maken wie dit keer juichend en dansend de door intensief gebruik lichtelijk schimmelende badkamer mag schoonmaken.

Wat een utopie. Normale mensen hebben maar 2 kinderen die ze achterna moeten zitten met de zweep of de stroomstok teneinde ze te bewegen hun taakjes uit te voeren. Hier zijn er dus zes lieve aapjes die ik aan het werk moet zien te krijgen.

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad

Gepubliceerd op de site van het AD op 28 augustus 2021



maandag 16 augustus 2021

De piercing en de koekoeksklok

Mozes kriebel. Ik weet het: op een dag moet je je kindjes loslaten. Je mag ze zelfs geen kindjes meer noemen, want dan slaan ze je. De oudste dochter is 18 jaar en roept al sinds ze 14 is dat ze een tongpiercing wil. Dat haar ouders haar een sportauto, een vliegtuig en een reisje naar het ISS-ruimtestation beloofden maakte niet uit. Ze negeerde onze tranen en smeekbedes en liet vandaag een spijker door haar hamlapje rammen.

Lees verder op de site van het Algemeen Dagblad

Gepubliceerd op de site van het AD op 15 augustus 2021

donderdag 12 augustus 2021

Bestemming

Mijn drie oudste nabestaanden kwamen van de week terug van hun jongelingenkamp. Ergens in een boerenschuur in het oosten des lands hadden ze nachten doorgehaald met een kleiner dan gebruikelijk groep ihresgleichen, gedanst, gelachen, gebensjt. Eén van de kindjes had zelfs blauwe plekken van het bensjen. Hoe prachtig is dat!  Dit na een lange periode van geringe activiteit vanwege de pandemie. We zijn nu drie dagen later en uiteraard slapen ze nog altijd, maar wat een feest! Ik haalde ze van de bus in Amsterdam, uiteraard was ik een uur te vroeg omdat de kleuter het wachten thuis niet langer volhield. En okay, ik kom ook graag te vroeg, geheel tegen de jiddische mores in. Het ontroerde me ze te zien, de hele groep. Er straalde zoveel saamhorigheid en liefde vanaf, ze moesten nu afscheid nemen van elkaar maar ook dat deden ze met een dansje en al zingend. Ook mijn kinderen! Toch bijzonder wanneer je bedenkt dat ik vroeger op de dansvloer eens toegevoegd kreeg van een blonde deerne dat ik me volslagen belachelijk maakte en er beter mee kon stoppen. Dat heb ik dan ook maar gedaan: geen gedans meer voor mij sinds mijn 19e. Kleine illustratie hoe gevoelig jongeren kunnen zijn, hoe belangrijk het is om gewaardeerd, opgenomen en gezien te worden. Helemaal in deze tijd waar ze - dat is niet nieuw natuurlijk - uitzonderingen zijn op de regel en waar nu niet alleen de omgangsregels regelmatig met voeten worden getreden maar ook  hun sociale leven toch wel enigszins ontregeld is. Wat heerlijk dat ze dan gewoon zichzelf kunnen zijn in hun eigen veilige joodse dorp. Dat is mijn advies aan jullie, ouders met kinderen: maak ze lid van een joodse club. Als ze weigeren en gaan steigeren: verdoven, vastbinden en ze dwingen. Je zult er geen spijt van krijgen want het is heerlijk rustig thuis als ze er niet zijn. Wel moet je dan hun klusjes zelf doen, maar het voordeel is dan dat ze tenminste eens gedaan worden. Win-win! En als ze terugkomen zijn ze opgeladen en vastbesloten een joodse partner te vinden, dus kom maar door met je ledor wador. Niet dat er wat mis is met een niet-joodse partner hoor, mijn uitgangspunt is uiteraard en altijd dat ze iemand vinden die ze past! Is dat eigenlijk nog een taboe? Zo ja: sterkte daarmee. Over taboes gesproken… ik sprak van de week een dominee die me vertelde dat hij een maand naar Canada zou gaan, omdat zijn dochter daar ging trouwen. Dat vond ik heel bijzonder en hij vertelde verder dat ze ging trouwen met een orthodox-joodse man. Dat vond ik nóg bijzonderderder. Op mijn vraag of ze dan ook joods geworden was bleef het even stil, maar inderdaad: dat was het geval. De dominee had daar heel veel moeite mee gehad; dat ze het geloof dat ze in haar opvoeding had meegekregen had losgelaten en dat ze afscheid had genomen van de Here Jezus. Hij had daar lang mee geworsteld en het uiteindelijk vanaf de kansel met zijn gemeente gedeeld. Nu ging hij trots en vol verwachting op het vliegtuig. Mooi toch? De grap is natuurlijk wel dat zij van christin (is dat een woord?) Jodin werd en daar helemaal heppie de peppie mee is. Vinden we leuk. Als het nou andersom was geweest? Als een joods meisje of een joodse knul besluit om de sjoeldeuren dicht te trekken en het christelijk geloof te gaan te aanhangen dan zijn we vaak minder blij. Laat ik dicht bij mezelf blijven: zo voel ik het. Ook die kom ik wel eens tegen: joden die christen zijn geworden en het knaagt als ik ze zie of hoor. Ergens klopt dat niet he. Leven en laten leven, toch? Zo werkt het niet altijd, klaarblijkelijk. Het mooiste zou zijn als we voor elk mens blij kunnen zijn die zijn of haar bestemming vindt. Zover ben ik kennelijk nog niet.

Eerder gepubliceerd in NIW 39, 2021



vrijdag 25 juni 2021

Harige tepels

Wat een gelukzalige toestanden! Het heeft de rijksregering behaagd om ons, eenvoudige zielen, onderdanigen die wanhopig een kaarsje branden voor ons aller heer en meester Rutte, te voorzien van een langere leiband. “Er mag weer meer!” Nou dat heb ik geweten. Was het tot voor kort gebruikelijk dat mensen gillend en uit afgrijzen spontaan urinerend wegrenden zodra ik op 1 meter 40 afstand van ze kwam, hetgeen vaak erg prettig is want zo welriekend is een iegelijk niet, nu drukken Roemeense vrachtwagenchauffeurs mijn gezicht tussen hun harige tepels en breken daarbij mijn immense schedel bijna als was het een beukenootje zodra ze me zien zien staan naast mijn hemelsblauwe Trabant op een willekeurige parking langs de A6. O wat maak ik ze gelukkig met mijn relikwie uit hun vaderland. Overigens gaat dit ook op voor Poolse camionbestuurders, maar die zijn nooit zo hartstochtelijk als het volkje uit het Romaanse eiland in de zee van Slavische misère. Laatst had ik weer beet: Ik ging even tanken bij Lelystad. Je kent het wel: motorkap open, dop van het blik dat voor tank moet doorgaan, peilstok erin om te kijken hoeveel benzine er nog bij kan, hoofdrekenen hoeveel olie er dan in moet om tot de gewenste mix te komen, olie in je tank en dan nog een beetje benzine erbij, auto heen en weer schudden om alles goed door elkaar te roeren. Klaar om te gaan! Hoor ik een luide: HA! Op slippers en slechts gekleed in een vaalgroen broekje kwam een een hele grote Roemeen op me afgestiefeld om me liefdevol te omknellen en daarbij kreten te slaken terwijl hij de bloedtoevoer in mijn erudiete nek afklemde.Hij slaakt zuchten. Ook slaat hij zijn handen voor zijn gezicht. TRABANT! Roept hij. TRABANT! Dus ik bevestig zijn formidabele automobielkennis terwijl ik mijn verkreukelde hoofd weer uitdeuk. Hij aait mijn Trabant, gebaart of hij erin mag zitten hetgeen ik minzaam toesta. Dit is een keer wat anders dan hoongelach. Hij schakelt lukraak wat met de pook en wil hem starten. Ook prima, maar ik buig snel over zijn reusachtige berg buik heen en zet de versnelling weer in zijn vrij. Wel zo praktisch op een benzinestation. Op zich wil ik best in de krant komen, maar liever niet met “Aan Roemeen uitgeleende Trabant doet benzinepompen bij Lelystad exploderen.” Hij start en roept huilend ACH, hij geeft gas en kijkt over zijn pokdalige schouder naar het uitlaatje, dat keurig blauwe wolkjes zo groot als zijn schoonmoeder uitbraakt. Hij stapt weer uit en wijst naar de motorkap, die ik uiteraard bereidwillig voor hem open. Hij telt de bougiedoppen (2) en streelt het luchtfilter. Dan gaat hij vertellen: hij wijst op zichzelf en zegt dan: Rumania! Wijst weer op zichzelf en zegt: Rumania Trabant! Trabant BOEM!!! Okay, hij had dus in zijn vaderland een Trabant en die heeft waarschijnlijk een klein defect. Hij maakt weidse armgebaren alsof iets uit elkaar is gespat. Hij komt weer dicht tegen me aanstaan en slaat zijn arm om mijn schouders. De geur van 2000 kilometer in een vrachtwagen laat mijn ogen tranen. Hij geeft me wel zes keer een hand en gaat weer in de Trabant zitten. Koud en hardvochtig  als ik ben gebaar ik dat ik weer verder wil. Hij roept: TRABANT AUTOSTRADA????? Ik vermoed dat dat snelweg betekent, en ik knik trots, zeker, mijn Trabant “Schorsch” durft de snelweg op! De komende vijf minuten probeer ik hem duidelijk te maken dat ik toch echt verder moet en uiteindelijk, na nogmaals tegen zijn harige tepels te zijn gedrukt laat hij me gaan, terwijl hij me al filmend met zijn telefoontoestel uitzwaait. Post-coronale avonturen!

Eerder gepubliceerd in NIW 35 van 25 juni 2021.



donderdag 3 juni 2021

Bijna 50 deel 2 - Het Vervolg

Het was vast afzien voor jullie de afgelopen weken. Niet alleen lag Israël weer onder vuur, ook vroegen jullie je af of ik inderdaad zo kloek zou blijven als ik me voordeed en géén motorrijwiel zou aanschaffen. Want dat had ik gezegd. Dat ik verstandig was. Een wijs man. Te dik, zeker, maar desondanks toch erudiet en trouw aan mezelf. Ik had mijn stukje nog maar net uit mijn schrijfmachine getrokken en naar het NIW gefaxt of ik zat alweer op Marktplaats. Een kwartier later had ik een motorfiets besteld. Neen, ik had er geen proefrit op gemaakt. Ja, ik had het hele bedrag al overgemaakt naar de volslagen onbekende mijnheer in Brabant die hem zou komen brengen. Een meneer wiens achternaam hetzelfde was als het dorp waar hij woonde. Dat moest wel goed zitten! Uiteraard had ik hem wél even gebeld, om te vragen of de motor écht helemaal in orde was. Zeker! Hij had er vorige zomer nog een kwartiertje op gereden en zou hem over één nachtje slapen komen brengen. Doodzenuwachtig was ik, want ik besefte hoe dom ik weer eens was. De vorige keer was de tank lek, weet u nog wel? Toen had ik wel opgeblazen kunnen worden en - als ik niet zo zwaar was geweest - 350 meter de lucht in worden geslingerd. Gelukkig viel het reuze mee, Katholieke Karel (hij kwam uit een gezin met 10 kinderen) bezorgde de Sparta SL 250 uit 1955 met kenteken RH-29-88 keurig thuis, dronk koffie en vertrok weer naar zijn gehucht. De motorfiets ademde iets van lang geleden, iets prehistorisch. De tank bleek van binnen ook prehistorisch, een soort druipsteengrot maar dan van roest. De benzine die er in zit was zo oud dat het dropwater leek. En hij rookte nog erger dan mijn Trabant. Zoals mijn innig geliefde buurman zei: Wat maakt dat stuk oud roest een herrie! Dus lawaai zat er ook nog in! Uiteraard heb ik er stukjes opgereden. Een keertje naar het park en een keertje naar een zieke vriend, helemaal in Almere Haven. Ik moest me goed vasthouden want ik trilde er bijna af en stond doodsangsten uit vanwege de trommelremmen die vooral trommelden maar niet remden. Mijn ogen woeien bijna uit mijn hoofd omdat ik niet gedacht had aan een bril en bij gebrek aan motorjas had ik maar een zwarte pandjesjas aangetrokken zodat de vrome flappen als vlerken klapperden. Ik maakte een verpletterende indruk op het van opwinding hilarisch lachende vrouwvolk van Almere-Stad. Afijn, nu ben ik alweer een tijdje op zoek naar een koppakking, want er lekt zwarte drek uit de cilinder. Je verwacht dat je zo’n pakking overal kunt kopen, maar zelfs de Jumbo had hem niet en ook Google zweeg beschaamd. Dus ik naar de Onderdelenmarkt van de Sparta Motorclub in Voorst. (Voor wie het plaatsje niet kent, het ligt naast Bussloo, graag gedaan.) Ondanks dat ik leef zonder verwachtingen en alles neem zoals het op mijn pad komt had ik toch stiekem een voorstelling van zo’n onderdelenmarkt. Uiteraard zou ik er in smoking heen gaan, want dat is nou eenmaal mijn dagelijkse kloffie en ik stelde me voor dat de overige mannen corduroy broeken zouden dragen, klompen, 20 jaar ouder zouden zijn dan ik en al graaiend in grote kratten met voor mij onherkenbare stukken ijzer een hels en onverstaanbaar dialect zouden rochelen waarvan ik dan zou moeten huilen. Dit was geenszins het geval, maar een koppakking of koffie hadden ze ook niet. Het Senseo-apparaat was stuk. Ze waren wel erg aardig. Hoe het ook zij: alles komt goed. Omdat jullie zo aandringen zal ik je op de hoogte houden.

Eerder gepubliceerd in het NIW van 28 mei 2021.



woensdag 28 april 2021

Bijna 50

Van de weeromstuit ben ik weer gaan bieden op motorfietsen op marktplaats. Dat is natuurlijk het domste wat je kunt doen he. Zeker in mijn geval. Ik rijd weliswaar in een Trabant 601 uit 1965 maar ben net zo a-technisch als, nou ja, wij allemaal. Geen idee heb ik. Ik doe maar wat. Een motorfiets dus. Dit jaar hoopt deze Abraham Abraham te mogen gaan zien dus de penopauze hakt er flink in. Vrouwlief, 9 jaar jonger dus nog lang niet toe aan eender welke pauze, snapte me. Koop lekker een motorfiets! Tengevolge van de door de rijksregering ingestelde maatregelen zit een vakantie er toch niet in. Dus kan ik lekker toeren, de wind door mijn haar, eh... helm, dus borsthaar dan maar. Zoals ik al aangaf is bieden op een motorfiets, op marktplaats, door mij, erg dom. Ik heb namelijk helemaal geen zin om zo’n ding te gaan uitproberen. Ik vind dat vervelend. Moet je er helemaal heen, met de auto ook nog - dus je kunt niet gelijk terug op de net aangeschafte motorfiets, babbelen met een verkoper die er wél verstand van heeft, een stukje tuffen met het zweet in de handen (ik durf het eigenlijk niet na twee ongelukken járen geleden), onderhandelen (dat kan ik, want enzovoort) en dan weer terug naar huis met de auto om láter dat ding op te halen. Gedoe! Gelazer! Geen zin in! Dus ik bied altijd in het volste vertrouwen dat Het Wel Goed Zit. Meestal kies ik dan mensen uit die aangeven niet op Zondag te willen worden gebeld. Want die zijn natuurlijk éxtra betrouwbaar. En dan bied ik lukraak met het verzoek het ding bij mij thuis te komen afleveren. Heel gek! Lukt altijd! Zo kocht ik bijvoorbeeld mijn allereerste motorfiets, een CZ 453 uit 1963, kenteken UU-62-11 voor maar 450 euro (euro ja, ik was een laatbloeier) en die werd keurig thuis afgeleverd. De verkoper had geen tijd voor koffie want druk-druk-druk en maakte zich schielijk uit de voeten.

Na drie uur had ik het ding aan de praat, mijn voet bijna gebarsten en gebroken door het vele trappen op de kickstarter. Dus ik naar de dichtstbijzijnde benzinepomp, zo trots als een pauw in mijn antieke lederen kostuum. De pompbediende liet van het lachen zijn urine net zo hard langs zijn schenen lopen als de benzine uit het gat in de tank langs die van mij stroomde. Ja lees die zin nog maar eens. Er zat een gat in de tank zo groot als een gulden en dat was best bijzonder in 2006 toen de euro al 5 jaar triomfeerde. Daarna heb ik nog diverse motorfietsen gehad, allemaal vervaardigd achter het IJzeren Gordijn en allemaal reden tot diverse hysterische hartaanvallen vanwege intense lachsalvo’s bij de diverse buurt-mannen hier in het pittoreske Almere. Zucht. Niemand begrijpt mij. MZ, Jawa, ik hou ervan. Onlangs bood ik dus weer op een CZ. (Voor de mensen zonder algemene ontwikkeling: dat zijn tweetakt-motorfietsen vervaardigd in de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek.) Ik mocht niet bellen op zondag dus dat zat goed. Het was hetzelfde type als de hiervoor genoemde, dus ik, penopauzale paljas, werd helemaal nostalgisch. dezelfde als mijn Eerste, ook al was dat nog maar 15 jaar geleden. Er stond in de annonce in 19e eeuws-Nederlands dat hij helemaal in orde was! Dus dat is dan ook zo! Ik stuurde hem een bericht dat ik de benodigde mesomme terstond wilde overmaken, want een proefrit, of überhaupt nadenken, is aan mij niet besteed. De dag erna, geheel tegen mijn natuur in, tóch maar gevraagd of er iets aan schortte. Niks! Helemaal niks! Nou ja, als je hem aan de praat had gekregen dan wilde hij niet meer uit. Het motortje bleef eeuwig doorlopen, maar dat gaf natuurlijk niet. 

Het kostte me een beetje moeite, maar ik heb toch nee gezegd tegen gereformeerde Gerrit van 83. Hij had het wel verwacht, ik was net zoals alle anderen, zo voegde hij me toe. Zucht. Voor mij een penopauze zonder motorfiets. Verstand, hoe gering ook, komt met de jaren.

Eerder gepubliceerd in het NIW van 23 april 2021.