Enfin, het is dus zover. Mijn vrouw is in verwachting! Geen
groot nieuws natuurlijk voor wie ons een beetje heeft gevolgd. Mijn vrouw is
eigenlijk altijd wel in verwachting. Dit keer voor de verandering van ons zesde
kindje. Gek misschien maar we zijn er erg blij mee! Ook nu kijken we uit naar
de komst van de ongetwijfeld bijzondere baby. Mijn gok is dat het een
minister-presidentje wordt, of misschien een meester-metselaar, dat mag ook. En
als het een meisje is een hooglerares of staatssecretaresse. Of een
kantkloskampioene. De reacties lopen niet echt uiteen dit keer. Bij kind vijf
werd ik al aangekeken alsof ik niet goed snik was, nu is natuurlijk helemaal
het hek van de dam. Wat sinds kind vier standaard is: “Ik vind twee al zo druk.”
Vaak gebezigde uitdrukking. Waarom weet ik niet, maar ik word bozig van die
uitdrukking. Er klinkt spijt in door van de aanschaf. Het noemen van het getal 2
komt – op deze negatieve manier uitgesproken – onpersoonlijk over. Het wordt er
uitgeflapt, soms ook voorafgegaan door de naam van de ooit gekruisigde joodse
meneer uit Nazareth. Is dit de manier om naar je kinderen te kijken? Als een
druk, een last op je schouders? Mijn standaard antwoord is misschien ook stom.
Ik zou moeten zeggen: “Goh. Wat jammer dat je niet tevreden bent over je
nabestaanden. Als ‘druk’ het eerste is wat in je opkomt heb je er
kennelijk weinig lol an.” Gelukkig kent
u mij als uiterst diplomatiek en invoelend, dus ik zeg dan ook dat hoevéél
kinderen je ook hebt, 1 of 10, dat je er toch wel áltijd mee bezig bent.
Gevolgd door een glimlach en als ik het kon een knipoog. Maar ik kan niet knipogen,
dat ziet er dan uit alsof ik met één oog een boterkoek doormidden probeer te
knippen.
Laat ik bij mezelf blijven en mijn oordelen achterwege
laten. *Zichzelf even slaat.* Het verwachten van een zesde kindje is een
bijzondere gewaarwording. Inmiddels is mijn kippie al lekker dik en hormonaal -
het is wel geland zeg maar. Ook heb ik de kleine hemmie of harie al pittig
voelen schoppen. Namen hebben we al voor de helft, dus ik hoop maar dat het een
jongetje wordt. Meisje zou nu nog Nahmlosientje moeten heten en dat is niet
wat. Mij leek Ludmila wel leuk, of Kateřina maar nee hoor, dat werd niet
bejaht.
Er moet in ons hamsterkooitje (om het voor de hand liggende ‘konijnenhok’
maar even te vermijden.) nog plek gecreëerd worden voor het zesde Brammetje en
dat is gelukkig echt iets voor mij. Zo kon ik bijv. mijn boor niet vinden. Best
mal. Zit in een grote koffer met zijn 650 wattjes. Gewoonweg weg gewoon. Nooit
meer teruggevonden. Ongelogen de vierde boor in elf jaar die de kuierlatten
neemt. Gereedschap ligt bij mij in twee gereedschapskoffers, in de kofferbak van
mijn Schorsch, in een la, in de voorraadkast, onder mijn bed, en laatst vond ik
een sleutel nummer 10 (best essentieel zeg maar) in een sandaal naast de
wasmachine. De andere sandaal ben ik nog steeds kwijt. Toch komt het altijd
goed. Je haalt gewoon de schroevendraaier uit je handpalm, plakt een pleister
en gaat doorrrrr. Van uitstelgedrag heb ik dan ook helemaal geen last. Pffff.
Ik ga maar eens aan de slag. Wordt vervolgd.