Zoals jullie weten ben ik een bescheiden persoon dat zich
het liefst op de achtergrond ophoudt. Mensen merken vaak niet eens dat ik er
ben en nieuwsgierigheid of achterdocht is mij vreemd. Ik ben zeg maar een soort
varen in een lelijke pot.
Toen ik dan ook afgelopen nacht oranje knipperlichten waarnam
vanachter de gordijnen wist ik niet hoe snel ik me in mijn badjas moest hijsen
om te veinzen dat er absoluut een vuilnisbak in de keuken (we hebben er vier,
Almere doet aan extremistische vormen van afvalscheiding) geleegd moest worden
in één van onze kliko´s (we hebben er vier, Almere enz.) in het voortuintje.
Ik dus semi-nonchalant met ogen op steeltjes zachtjes
neuriënd naar buiten met de voor een kwart gevulde vuilniszak, om daar heel
verrast de auto met kennelijke pech op te merken.
Er stonden drie mannen bij met een donker uiterlijk. Ze
bleven als betrapt staan en staakten hun bezigheden, wat die ook mochten
inhouden. Ik dacht onwillekeurig aan de sticker die ik een tijd terug op de
lantaarnpaal voor ons huis had aangetroffen, die voorbijgangers er op wees dat
er in ons huis Israelieten woonden, om het zo maar even uit de drukken. Eén van
de mannen maakte zich los van zijn auto en kwam met ferme stappen op me af.
Dus. Auto met
knipperlichten aan. Drie mannen met Noord-Afrikaans uiterlijk. Lantaarnpaal met
merkteken. Man komt op me af. Met ferme stappen. Midden in de nacht.
De man die op me af kwam gaf me een hand en stelde zich
voor. Reza nog wat. Verstond er natuurlijk geen klap van. Hij vertelde me dat
ze het kerkgebouwtje naast ons mochten lenen van de International Church omdat
ze multimediale producten maakten voor kinderen in Iran en ik geloof ook
Tadzjikistan.
Hij vertelde dat ze alle drie uit Iran kwamen en nooit meer terug konden omdat daar de regels van de Islam golden.
Ik vertelde over mijn zoro-astrische (zoek maar op mocht je een versie van Google bezitten) postbode met zijn mooie gouden hanger en hoe bijzonder ik die oude Godsdienst vond. Hij beaamde dat ook de aanhangers van dit “geloof” het niet makkelijk hadden onder de sharia. De andere twee mannen lachten naar me en staken hun hand op.
Hij vertelde dat ze alle drie uit Iran kwamen en nooit meer terug konden omdat daar de regels van de Islam golden.
Ik vertelde over mijn zoro-astrische (zoek maar op mocht je een versie van Google bezitten) postbode met zijn mooie gouden hanger en hoe bijzonder ik die oude Godsdienst vond. Hij beaamde dat ook de aanhangers van dit “geloof” het niet makkelijk hadden onder de sharia. De andere twee mannen lachten naar me en staken hun hand op.
Later bedacht ik me dat hij waarschijnlijk gewoon
anticipeerde op wat zijn ervaring is. Mannen die eruit zien als hij worden misschien
wel steevast met wantrouwen bejegend. In het donker wellicht helemaal. Dan kun
je beter de buitenwereld met open blik en uitgestoken hand tegemoet treden.
Weer een mooie doordenker voor Jom Kippoer, even een ijkpunt. Hoe bejegen ik de ander, ongeacht kleur en omstandigheid?
Weer een mooie doordenker voor Jom Kippoer, even een ijkpunt. Hoe bejegen ik de ander, ongeacht kleur en omstandigheid?
Een goed jaar voor ons allemaal, met broederschap en
harmonie! Sjana tova 5779.
Gepubliceerd in NIW 3, 2018