donderdag 7 september 2023

Bennett Arron

Niets blijft ons, grappende paljassen bespaard. Ongelofelijke charpe op 27 augustus in het Verenigd Koninkrijk. Bennett Arron, de nog niet heel bekende maar wel opkomende ster in Wales als het gaat om stand-up comedy, “de Welshe Seinfeld,” zag zijn sterallures plots voorzien van een jodenster. Een vertegenwoordiger van diverse Britse cabaretiers verstoorde het feestje van de familie Arron, na afloop van de one-man-show “Loser” (oftewel “Sukkel”) gedurende het bekende theaterfestival Fringe in Edinburgh. 

Terwijl Bennett samen met zijn naasten aan het nagenieten was van zijn zeer succesvolle en volgens het publiek meest humoristische optreden ooit, vol zelfspot, terugblikken op zijn al dan niet sukkelige leven, pas zijn 5e zelfstandige optreden, vond deze tussenpersoon het nodig allerlei misselijkmakende antisemitische drek over hem uit te storten. Zo schreeuwde hij dat “Joden altijd overdrijven als het op antisemitisme aankomt.” 

Als je dat moet schreeuwen tegen een man, genomineerd voor de BAFTA-award, een prijs die al 75 jaar elk jaar wordt toegekend door de British Academy of Film and Television Arts aan een “rising star” binnen diverse genres, dan zal het wel waar zijn he. Jaloezie in optima forma.

Ook bleek de agent, een aanhanger van de Labourpartij, waarover het CIDI in 2017 al schreef hoe diep het antisemitisme daar geworteld zit, het schandalig te vinden dat de nagedachtenis van de helaas nog levende Labour-corifee Jeremy Corbyn door “de Joden” werd besmeurd. Jeremy Corbyn, de raszuivere ik bedoel rasechte socialist die weigerde de viering van 100 jaar Balfour bij te wonen, omdat daar de basis is gelegd voor wat later de Joodse staat Israel zou worden, wiens aanhangers davidsterren plakten op afbeeldingen van premier Theresa May in de aanloop naar diezelfde herdenking en de Corbyn die het een goed idee vond naar een bijeenkomst te gaan waar één van de terroristen die in München in 1972 dood en verderf zaaide bij de Olympische Spelen - elf Israelische atleten en een Westduitse politieagent kwamen om - werd geëerd. Ongelofelijk om zo’n fijne man überhaupt (Duits woord, puur toeval) te willen belasteren! 

Terwijl zijn familie totaal flabbergasted oftewel geschokt toekeek, probeerde Bennett de agent te overtuigen het er op een ander moment samen eens over te hebben. “Zo doen ze het nou altijd!” riposteerde de antisemiet. “Joden hadden nooit Israel mogen krijgen. Andere minderheden klagen terecht over discriminatie, maar Joden niet!” De man vertegenwoordigt in de Britse theater-wereld diverse mensen, vaak uit minderheidsgroeperingen. Heel jammer dat Arron de naam niet wil prijsgeven. Waarom niet? Omdat hij juist die mensen een warm hart toedraagt. Het zijn z’n collega’s, hij kent ze, weet hoe zwaar “het wereldje” kan zijn en gunt ze een mooie toekomst. Op de sociale media werd dit zwijgen niet door iedereen gewaardeerd. Er was begrip voor zijn standpunt, zijn collegialiteit, maar er was ook verbazing: de man zou juist moeten worden exposed, om anti-semitisme te bestrijden.

Gary Mond, de voorzitter van de National Jewish Assembly reageerde als volgt: “Op dit moment is het aantal antisemitische incidenten in het Verenigd Koninkrijk groter dan ooit. Ongeveer een half procent van de bevolking is Joods, maar van alle “ hate crimes” treft 25% de joodse bevolking. Joden hebben Israel niet “gekregen.” er is voor gevochten. 

Voor wat betreft het besmeuren van Jeremy Corbyn: ook daar is geen sprake van; wij Britse  Joden reageerden enkel op zijn uitspraken en acties, waar we duidelijk een antisemitische ondertoon zagen.”

Het verknalde voor Arron in elk geval echt één van de mooiste avonden uit zijn loopbaan, na 

afloop van een show waarin hij alles had gegeven, waarin hij probeerde uit te zoeken of hij nou echt een sukkel was of niet. Nee, Bennett, jij bent zeker geen sukkel, we weten echter allemaal welke naamloze “Loser” dat wél is. 



woensdag 16 augustus 2023

Machanee Hachee

We zitten midden in de zomerperiode. Een zestal weken waarin alles een tandje minder snel gaat, er weinig gebeurt en we elk jaar weer de verwachting hebben ons vermoeide lijf en ons afgepeigerde brein weer op te laden om in september weer vol goede moed en fris van geest weer mee te dansen in het gedruis van de wereld. Uiteraard blijkt dit elke keer weer ijdele hoop en zijn we na een “gewone” week alweer helemaal opperdepop. Misschien moeten we allemaal maar lid worden van een Joodse jongerenorganisatie. Die weten tenminste hoe je mensen tot leven kunt wekken. Ik kan het weten: een van mijn talrijke kinderen is sinds een paar weken voorzitter van zo’n club, benoemd tijdens het zomermachanee. Een zomermachanee klinkt als een zonnige variant op hachee, maar de enige overeenkomst met dit gerecht is de diverse mix die je aantreft. Een mix van uiteenlopende soorten kind van joodse snit. Die stop je dan een week in een soort herberg in één of ander dorp waar de lokale chinees al iets bijzonders is, laat staan zo’n hele roedel deels randstedelijke (maar afkomstig uit het hele land) al dan niet bekeppelde pubers.

De gedachte: allemaal heel verschillende tieners die zich een week met elkaar moeten vermaken doet zelfs mij, toch de trotse bezitter van een hele tros nabestaanden, sidderen van afgrijzen. En zo’n week organiseren ze ook nog eens zelf. De madrichiem (leiders m/v/x) bestaan óók uit jongeren, zo tussen de 18 en 22 jaar. Iets ouder dan de deelnemers, de chanichiem, die tussen de 12 en 17 zijn. Die draaien dus met elkaar een heel programma in elkaar, voor een goed gevulde week en het werkt. Er worden vriendschappen gesloten, netwerken voor de eeuwigheid opgebouwd. Kinderen komen buiten hun bubbel en ontmoeten andere joodse jongeren die soms een heel ander leven leiden dan zij. Zo zijn er ouders die in een dure Mercedes rijden, soms zelfs met een afstandsbediening om de portieren te vergrendelen - dit bestaat echt - maar er zijn ook achennebisje kindjes met een vader die in een Trabant rijdt. Die kinderen trekken dus een week samen op, koken samen, dansen samen (je valt van je poef, ook de jongens doen mee), doen enge spookspelletjes met zaklampen, ondernemen pe’oela-activiteiten om te leren over joods leven, ze organiseerden zelf een sjoeldienst en ga zo maar door. Het werkte. Eén van mijn kinderen vertelde dat ze het bensjen (dankgebed na de maaltijd) eigenlijk het allerleukst vond. Dat snap ik, het gaat gepaard met vrolijke zang, een mix van traditionele liederen gelardeerd met eigen humoristische inbreng en veel, heel veel lawaai. En moe dat ze waren bij thuiskomst! Hilarisch gewoon. Maar vrólijk. Vier kinderen had ik een week moeten missen (niet erg, heerlijk rustig), 2 als leiding en 2 als deelnemer en alle vier kwamen heel terug. En heel blij zoals gezegd. “Ik voelde me geaccepteerd zoals ik ben.” Vanuit mijn werk spreek ik regelmatig mensen uit de christelijke wereld en dan komt ook wel de vergrijzing in de kerken ter sprake. Dit baart mensen zorgen, hoe kunnen ze jongeren blijven betrekken? Als ze klein zijn stop je ze in je tas en neem je ze mee naar de kerk. Als ze ouder worden haken ze vaak af. Je snapt dat ik dan een goed advies voor ze heb: laat ze het zelf organiseren. Zo blijven ze betrokken bij de gemeenschap en elkaar. In de herfstvakantie gaan ze weer los, ik kijk er nou al naar uit. Nog een fijne zomer allemaal, misschien komt er nog zon!

Eerder gepubliceerd in NIW 38 - 2023

zaterdag 8 juli 2023

Gij zult niet liegen

Vorig jaar ging ik met de jongste telg uit mijn roemruchte geslacht naar de Oldtimerdag in het altoos pittoreske en jaloersmakend prachtige Lelystad. Wat een heerlijke dag! Er stonden heel veel antieke auto’s en zelfs een dansende auto van een vaag merk uit Turkije dus pret alom. Mijn 6-jarige erfgenaam vroeg me, zeggende: “Komaan vader, waarom doen wij hier niet aan mee? Ik heb hier in de Bataviahaven nog geen enkele Trabant kunnen ontwaren, hetgeen een chotspe is!” Het knulletje had natuurlijk enorm gelijk dus thuisgekomen dook ik in de site van de organisatie teneinde de toelatingscriteria te toetsen aan mijn automobiel. Welnu, je mocht meedoen in diverse klassen en klasse F was voor autootjes gebouwd vóór 1970. Nu is de Trabant vrijwel ongewijzigd gefabriceerd tussen 1962 en 1991, het jaar waarin de perfide kapitalisten uit de BRD de fabriek sloten en op het typeplaatje onder mijn motorkapje stond gelukkig 1965. Check. Dat het typeplaatje ooit door één van de voorgaande eigenaars over het typeplaatje uit 1988 was gelijmd leek me niet ter zake doende. Dus ik het inschrijfformulier ingevuld en wachten of ik zou worden toegelaten. Uiteraard waren ze dolblij met mijn aanmelding, ik mocht komen en ik kreeg nog de vraag of ik wat interessante details wilde verstrekken betreffende mijn Schorsch, want zo heet de Trabant in kwestie. Nou, kon eigenlijk niks bedenken dus liet het maar zitten. De grote dag naderde en al stuiterend over de miljarden verkeersdrempels van Lelystad arriveerden de jongste en ik op het volledig voor de oldtimers gereserveerde terrein. Ik parkeerde tussen een Daf, die glom als een verse drol in het maanlicht en een NSU uit de jaren 50 die er ook al spik en span uitzag. Daartussen dus mijn ongewassen Trabant, vogelepoepjes op de raampjes, antieke kruimels op de stoeltjes, chocoladewikkels overal én natuurlijk de traditionele toiletrol op de hoedenplank. Wat zou de jury een pret hebben! Belangrijk detail zou bijvoorbeeld de originaliteit zijn: kloppen alle onderdelen met het bouwjaar. Ik zag ze in gedachten al over de grond rollen van het lachen, hysterisch hoestend want het was nogal warm en benauwd. Geen enkel onderdeel, behalve het typeplaatje, was in overeenstemming met het vermeende bouwjaar. Helaas was ik op het moment dat ze mijn auto zouden bestuderen stomtoevallig nét aan het rondkuieren met mijn kleuter van inmiddels 7 over het terrein, onderwijl likkend aan ambachtelijk ijs, dus ik miste hun psychose bij het aanschouwen van mijn bolide. Helaas! We moesten ook nog langs de jury rijden, in een feestelijke stoet. Een oudere man, die dit al 57 jaar deed, hield een verhaaltje bij elke auto, dat uit grote luidsprekers schalde en door diverse camera’s werd geregistreerd. De kleuter was het ondertussen helemaal zat en die scandeerde naast me enkel nog IK WIL NAAR HUIS IK WIL NAAR HUIS terwijl hij zijn best deed met zijn hoofdje mijn hardplastieken dashboard te beschadigen. Toen wij aan de beurt waren en de auto even stilzetten voor de jury zweeg hij gelukkig en ik ging ervanuit snel te kunnen doorrijden en dan huiswaarts te kunnen sneaken, omdat de luide Spreker toch geen story over mijn bolide had. Het liep even anders. Hij schalde over Lelystad dat “in 1989 in precies déze Trabant mense die u nú voor u ziet arme onschuldige Oostduitse vluchtelingen naar Praag waren gereden teneinde daar over het hek van de Westduitse ambassade te kunnen klimmen waarna het Tsjechoslowaakse volk zich liefdevol over de achtergelaten Trabant had ontfermd. Ja mense dit was één van die Trabantjes die bij het hek van de ambassade, waar velen de vrijheid zochten én vonden was achtergelaten. Laten we nooit vergeten dat vrijheid een groot goed is!”

Ik dacht dat mijn inmiddels knalrode hoofd zou ontploffen. Was helemaal vergeten dat ik op een avond na een biertje of 6 aan mijn knagende gevoel gehoor had gegeven. Het zat me klaarblijkelijk dwars dat ik geen Verhaal had bij mijn auto. Toen heb ik dus kennelijk toch maar iets naar de organisatie gemaild. Was het glad vergeten. Maar je weet nooit: wie weet was het waar.


Eerder gepubliceerd in NIW 34 van 2023

vrijdag 9 juni 2023

Zuivelzicht

Vorige week was het Sjavoeot. Het leek me leuk daar mijn column aan te wijden. Die arme Moshe die stotterend in zichzelf - w-w-w-waarom doe ik dit eigenlijk voor dat ondankbare vo-vo-volk- de berg beklom om daar met gevaar voor eigen leven, want stel dat hij het aangezicht van de Eeuwige te zien zou krijgen, twee lompzware trottoirtegels te gaan halen waar 10 woorden, 10 regels in gebeiteld zouden zijn, teneinde het gepeupel een richtsnoer te bieden voor hun leven. Het zou dan niet blijven bij die 2 enorme A4-tjes, o nee, in totaal zouden het 613 ge- en verboden betreffen. Om jullie blij te maken had ik die allemaal willen noteren en dan vertellen wat ze betekenen voor mijn gezinsleven. Leuk toch, een NIW van pakweg 600 bladzijden. De onvolprezen advertentieverkoper zou er dan wel wat extra annonces bij moeten verkopen om de drukkosten wat te drukken, maar daar had ik alle vertrouwen in. Ik zou dan vooral stilstaan bij het Gij zult niet echtbreken want ik ben nog lang niet gescheiden en velen van jullie wel, dus dat is leuk om er even in te peperen. Of de 169ste van de mitswot: Eet en drink niet als een veelvraat en een dronkaard. Daarbij dan een lijstje namen. Ik verheugde me er erg op. Het liep anders. Ik ontving de boodschap dat mijn collega Hielke was overleden en dan sta je toch even een tijdje anders in je schoenen. We maken het allemaal wel mee: mensen in je omgeving die “voor hun tijd” afreizen naar de Eeuwigheid. En zo stoer als ik altijd zeg dat de dood erbij hoort, dat we voor onze geboorte al heel lang dood waren om vervolgens een nanoseconde in den vleze hier rond te wandelen om daarna wederom heel lang dood te zijn, dat we een kleine schakel zijn in een lange keten van generaties…toch klopt het niet. Hij was 56 jaar, laat een kind van 7 achter waar hij en zijn vrouw zo lang naar hadden uitgekeken. Tijdens ons laatste gesprek gaf hij al aan dat hij eigenlijk niet meer wilde, dat hij er wel klaar mee was, met het ziekzijn en de akelige ongemakken. Ook de vraag: waarom overkomt mij dit? hield hem bezig. Wat kun je daarop zeggen? Zeggen dat het wel meevalt zou een ontkenning van zijn lijden zijn, het bagatelliseren van zijn pijn. Hij stond aan de rand van zijn leven, wilde er eigenlijk niet aan dat het einde naakte, en dan kun je heel menselijk in rondjes blijven draaien. Waarom ik? Een grote kerel, niet gerookt, gezond geleefd, gezinnetje, mooi huisje in Almere. Waarom ik? Mijn antwoord, hij had er misschien niks aan, luidde: je hebt gewoon enorme pech. Dit is geen karma, dit is geen straf van God of het Universum, gewoon pech. Het overkomt je, jij mag er mee dealen. Vanochtend appte ik hem nog om te vragen hoe het ging, zoals je doet als collega’s onder elkaar en ik was gelukkig niet de enige die het lijntje vasthield. Kreeg vrij snel antwoord, maar niet meer van hem. Ik deelde het met collega's, met mijn gezin en dan zie je schrik in de ogen van je kinderen. Hij was maar iets ouder dan ik, ieders leven hangt kennelijk aan een zijden draadje. Ik kookte een maaltijd met een kilo kaas, want sjavoeot en zat aan tafel met mijn 6 kinderen, mijn vrouw en ook nog een lief schoonkind. De rijkdom van dat moment, daar past dankbaarheid bij. Maar dankbaar naar wie? Hielke was net als ik advertentieverkoper. Zijn favoriete blad heet Zuivelzicht, vakblad voor de Nederlandse en Belgische zuivelindustrie. Toch nog een linkje met Sjavoeot, ondanks dat hij nog nooit van dat feest gehoord heeft.  Rust in vrede knul, want zo noemden we elkaar, moge je herinnering tot zegen zijn.

Eerder gepubliceerd in NIW 30 van 2023.

woensdag 17 mei 2023

Loslaten

Terwijl ik dit schrijf weet ik dat 5 van mijn kinderen net de grens tussen West- en Oost-Duitsland hebben overgestoken. Ze gaan met Netzer een weekend naar Berlijn, om daar de historie te proeven van de ooit gedeelde stad en - vooral - om de leden van Netzer Duitsland te ontmoeten. Netzer daar heet overigens niet Netzer Deutschland, maar Netzer Germany. Terwijl ik dit schrijf gaat onze jongste, die dit weekend even enig kind is, net naar buiten met zijn zelfgemaakte Israëlische vlaggetje “want het waait dus dan kan die wapperen!” Geen zorgen, hij is veilig op ons hofje. Ik, melancholische jankerd, mijmer erop los. Net een aantal hoog- dan wel laagtijdagen achter de rug, waaronder Jom ha’atsmaoet: de 75e verjaardag van Israel. Een groot wonder is aan ons geschied en het wonder duurt nog voort, ondanks de moeilijkheden waar we nu mee te maken hebben. Ik maak me daar geen zorgen over. In haar 75-jarig bestaan heeft Israel al 750 verkiezingen mogen meemaken. Zo zal het nu ook gaan, het komt wel weer goed. Een voor een groot deel vrijzinnige samenleving laat niet met zich sollen. Spannend is het wel.

Ook Koningsdag is net geweest. Daar heb ik helemaal niks mee en dat heeft niets met het gegeven te maken dat de vorige prinsen-gemaal bij de Hitlerjugend en de SS zaten, veeleer dat ik het een ondemocratisch instituut vind dat eerder in de middeleeuwen past dan in een moderne samenleving. Dat werkt overigens twee kanten op hoor: het is me toch een lot dat je toekomst vastligt omdat de baarmoeder waaruit je ontsproot oranje vloerbedekking had. Dat is toch ook onmenselijk, dat keurslijf. Ach ja, zoveel joden, zoveel meningen moet u maar denken wanneer u juist zo graag met uw oranje vaantje wappert. 

Terug naar mijn kinderen, die zijn veel belangrijker. De oudste 5 zijn allemaal op hun manier joods actief. De één, zelf nog maar net bat mitswa, assisteert bij joodse les, anderen geven leiding bij Netzer, eentje is nu tijdelijk in Nederland en gaat zsm weer terug naar Israël. Hoe is dat zo gekomen? In hun opvoeding hebben ze niet heel veel jiddisjkeit meegekregen vind ik zelf. Toen de oudsten klein waren gingen we veel vaker naar sjoel dan nu en ook de feestdagen werden uitbundiger gevierd. Toch maken ze nu zelf overtuigd zionistische keuzes. Misschien dat dat juist het beste werkt, niks verwachten, niks opleggen? Ik heb zelf altijd gezegd dat een joodse partner wel leuk is, maar dat het veel belangrijker is dat ze gelukkig zijn met hun keuze. We wonen in de mediene dus als je dan gaat drammen over een al dan niet joodse verkering dan weet je zeker dat het eenzame kluizenaars worden. Kunnen ze evengoed katholiek worden en in een klooster gaan zitten. Je voelt hem al aankomen: de oudste drie hebben alle drie een joodse partner. En dat vind ik stiekem natuurlijk best wel een heel klein beetje erg leuk. Kennelijk is mijn advies van de dag aan andere ouders: laat het los! 

Eeń van de kinderen appt net: “We zijn in de DDR! Ik zag een wachttoren!” Als je kinderen enthousiast zijn bij de aanblik van een wachttoren ergens in Duitsland dan weet je dat het goed is. Ben benieuwd naar hun verhalen als ze weer terug zijn. Ik weet nu al dat ik veel foto’s van Trabantjes te zien ga krijgen.

Eerder gepubliceerd in NIW 28 van 2023

woensdag 19 april 2023

Pesach en de terugkeer van dochterlief

Meewarig werd ik aangekeken bij de Jumbo. Nu ben ik dat natuurlijk wel gewend want met mijn karakter en uitstraling en het feit dat ik altijd twee verschillende sokken draag, is dat schering en inslag. Zelfs met pesach draag ik 2 verschillende kousen. Het had een vraag uit de haggada kunnen zijn: Waarom dragen we deze dagen verschillende sokken? Nogal wiedes lijkt me: als je hals over kop Egypteland moet verlaten, je zelfs geen tijd hebt om lekker luchtige edoch knapperige Kaiserbrötchen te bakken, hoe zou je dan in farao's naam wél rustig drie kwartier neuriënd in je sokkenla kunnen gaan rommelen op jacht naar 2 identieke platvoetomhulselaars? Precies, dat zou pas meewarige blikken opleveren. En de rest van het jaar heb ik daar ook geen tijd voor. Sowieso hebben we hier in dit huis waar 5 mannen (en 3 vrouwen) wonen ongeveer 52900 masculiene sokken. Ach, roept u nu opgetogen: 52900? 230 x 230? Dat is precies het grondoppervlak van de piramide van Cheops! Uw schranderheid verrast me. En zo komen we weer aan bij het begin, de meewarige blikken der caissières. Ik was namelijk druk bezig een 5-tal knalgele tassen vol te stoppen met pakken matzes. Elk jaar hetzelfde liedje, en er stonden maar liefst drie Jumbo-dames te kijken hoe de kleuter, staande op een krukje, de in oranje verpakte constipatiecrackers uit het hoogste schap nam en ze mij aanreikte. Als een kleuter dat doet gaat dat 1 voor 1 dus we stónden daar wel even want ik wilde ALLES meenemen. “Je weet toch, Roel, dat je ook gewoon een doos kunt bestellen?” De caissières kennen me kennelijk bij de voornaam, niet zo gek als je een voorname klant bent die elke dag voedsel komt halen voor zijn onmetelijk grote gezin. “Elk jaar hetzelfde liedje!” Zo werd me nog vriendelijk toegevoegd. Blozend bekende ik dat ik dat toch heus wel wist en dat ik dat gewoonweg elk jaar vergat en dat het nu te laat was. Afijn, ze gingen matzes bijbestellen want ik had gans christelijk Almere van z’n paasontbijtje beroofd. Ik stelde me de teleurstelling voor: het is paaszondag en ze eten dan maar een keiharde oudbakken krentenbol. Eén keer raden wie daar dan weer de schuld van krijgen. Heel fijn dat mijn plaatselijke Jumbo dat ging voorkomen. Gevolg was echter wel dat ze me de dagen na mijn massale matze-aanschaf af en toe wanhopig vroegen of ik er misschien nog méér nodig had. Ze raakten die krengen aan de straatstenen niet kwijt, Almere is kennelijk niet zo van de paas. Grappig dat ik me schuldig voelde en de neiging had om dan maar nog meer in te slaan. Niet gedaan hoor want van de 30 pakken die ik kocht moeten we er nog zeker 12 zuchtend naar binnen werken. Tijdens onze seideravond waren we als gezin namelijk nog niet compleet en ook de pesachweek bleef dat het geval. Wat zal het straks wennen voor me zijn als de kinderen het huis uit zijn. Nu is dochterlief weer teruggekeerd na een langdurig verblijf in Israel en zijn we weer helemaal samen als gezin. De vreugde daarover is beperkt. Met pesach in het achterhoofd is ze voor haar gevoel teruggekeerd naar Egypte en dat was niet haar wens. Nu flink sparen om zo snel mogelijk de Tocht door of over de - in dit geval - Middellandse zee weer te kunnen maken.



vrijdag 24 maart 2023

Should I stay or should I go?

En dan opeens is je dochter weer thuis. Een half jaar was ze weg, nog nooit zo lang van huis geweest. Dat voelde vreemd, voor ons allemaal. Iemand die je al sinds haar geboorte vrijwel dagelijks ziet, spreekt, knuffelt… weg. Maar nu weer terug, terwijl dat niet de bedoeling was. Ze wilde dáár blijven, in Israel, ze was dáár thuis. Maar het visum verliep, de oelpan was afgelopen en dan?. En dan opeens is ze weer hier. Heel gek misschien maar ik ben niet alleen maar blij dat ze er weer is. Het is een dubbel gevoel omdat ze hier niet wil zijn. Ze wil wel bij ons zijn, gelukkig maar, maar het was niet het plan. Dat maakt het een beetje wrang. Als ouder wil ik maar één ding en dat is - uiteraard - dat de kinderen gelukkig zijn en hun plek vinden in de wereld. Hún plek, niet de mijne. Van mij mogen ze allemaal hier in de straat komen wonen later als ze groot zijn, maar ik heb er gelukkig helemaal niets over te zeggen. En zij was de afgelopen maanden heel gelukkig in Israel. Dan moet ze dáár zijn en niet hier, hoe fijn het ook is om haar weer even vast te houden, haar hoofd op mijn schouder te voelen en elkaar weer écht te kunnen aankijken in plaats van naar elkaar staren via een stom beeldscherm. Als op de eerste dag van haar terugkomst bespraken we de mogelijkheden voor een snelle terugkeer. Die zijn er wel, maar dat is een boel geregel en dat is niet haar sterkste kant. Toch fijn dat je dan je ouders hebt die dat wél kunnen. Die hun dochter, tot hun vreugde teruggekeerd uit de ballingschap, ondersteunen om weer te vertrekken. Na een paar dagen thuis kwam haar vriend over, hoe mooi is dat! Ze wil hem Nederland laten zien, kennis laten maken met haar leven hier, haar jeugd en haar familie. Daarna een reis door Europa, samenzijn om dan ook samen een knoop door te hakken over De Toekomst. Toen ik 20 was hield ik me daar helemaal niet mee bezig, het was al lastig genoeg om na een doorgehaalde nacht of met een kater op tijd in de collegezaal te zijn. Helemaal met mijn gevoel voor richting, ik verdwaalde vaak en stapte regelmatig ook nog eens in de verkeerde bus. Wel het goede nummer, maar de andere kant op. En deze 2 mogen zich buigen over vragen als: kunnen we samenzijn en vliegen we terug, of blijven we hier en gaan we allebei in Nederland studeren, hoe moet dat dan met huisvesting, met geld, met werk? Hele andere koffie dan balen dat je de laatste trein hebt gemist of dat je niet op de naam kunt komen van het meisje waarnaast je wakker wordt. Dat laatste is mij nooit gebeurd hoor, ik was daar veel te braaf voor, maar wat een contrast met de grote beslissingen van mijn kind. En haar vriend, een voor mij inmiddels niet meer grote onbekende en zeer beminde knul want hij draagt bij aan het levensgeluk van mijn dochter. Aan de zijlijn sta ik te kijken naar hun match, met bloemen, een megafoon en een waslijst aan goedbedoelde tips, opmerkingen en grapjes. Aan de zijlijn hoor ik ook, ze mogen dit zelf uitdokteren. Ik vond de uitdrukking “kleine kinderen, kleine problemen; grote kinderen, grote problemen” altijd een beetje flauwekul. Vond de problemen toen ze klein waren ook best aanzienlijk, Nu snap ik het helemaal.Of het nou gaat om echte problémen of levensvragen, ze zijn veel groter omdat je kinderen er helemaal zelf mee moeten dealen en jij daar dan dus als toeschouwer bij staat. Ja, loslaten blijft een dingetje! In april hakken ze de knoop door, wordt het IL of NL?

Eerder gepubliceerd in NIW 22 van 2023.

donderdag 16 februari 2023

Sjlemiel in Sjoel

Voor het eerst sinds een tijdje weer eens naar sjoel geweest. De kinderen van Talmoed Tora, het zondagochtendonderwijs van de LJG, zouden ook participeren dus ik móest wel. Keurig alles klaargelegd: talliet (gebedskleed), siddoer (gebedenboek) en keppel. Dus we vertrokken zonder deze onontbeerlijke gereedschappen omdat dat nou eenmaal de normale gang der zaken is. David bracht ik naar zijn lokaaltje, die zou pas bij het uitnemen van de Tora met zijn klasje aan de dienst gaan deelnemen. “Papa, waar is mijn pauzehapje?” Vergeten, huilde ik. “Dat is niet de eerste keer!” zo sprak zijn juf. Ik zei dat ik me dat realiseerde en sloeg mezelf voor het voorhoofd. “Papa’s mogen zichzelf geen pijn doen!”  Afijn, beschaamd strompelde ik het lokaaltje uit en de sjoelzaal in. Nadat ik uiteraard van de hartelijke gastvrouw een talliet, een tenach en een siddoer had mogen lenen. Daar zat ik dan onder mijn geleende lap en deed dapper mee. Dan hoop ik maar dat niemand me ziet, stel je voor dat je een mitswe krijgt, een taakje tijdens de dienst. Mijn faalangst steekt dan altijd de kop op. Maar ja hoor, vanuit mijn waterige ooghoek zag ik een man mijn kant opkomen, Jullie kennen hem wel, hij schrijft ook voor dit blad zo eens per maand. Zijn vader ook trouwens. Dus ik staar strak voor me uit, want dan gaat het vanzelf over, maar neen ik word aangesproken of ik de peticha gammele gammele wil doen. Hij zei natuurlijk niet echt gammele gammele maar wat anders maar ik verstond het niet goed dus ik vroeg wat dat was: “Kastje open, kastje dicht.” Okay, zelfs ik, schlemiel der schlemielen, zou dat moeten kunnen. Ongetwijfeld zou de talliet van mijn schouders glijden, zou ik daarover struikelen en dan plat op mijn grote hoofd landen vlak voor het “kastje” de Aron haKodesj, de Heilige Arke. Alsof het Jom Kippoer was! Ik stelde nog voor Roos, net bat mitswa, deze taak te laten verrichten maar helaas, ik mocht het doen. Helaas zeg ik, maar het is natuurlijk een enorme eer. Dus ik bladerde met mijn zweterige klauwtjes door de siddoer om te kijken wanneer ik aan de beurt was. Oei. Er waren wel drie open en dicht momentjes. Dan maar voorbereiden op alledrie. Eerst kwamen nog de kindjes van Joodse les binnen. Ik ben dan een weekhartige meisje van 13 met een ontregelde hormoonbalans, zo zit ik daar ontroerd te kijken naar al die kleine aapjes. Echt hoor. Een paar mochten helpen de Tora weer mooi aan te kleden, de vaders en moeders die werden opgeroepen om uit de Tora te lezen namen veelal ook nog hun nabestaanden op de arm, Mooi! De kindjes gingen na de Toralezing weer terug en nog steeds had ik mijn taak niet verricht. Uiteindelijk bleek het te gaan om het openen van de Aron bij het Gebed Nederland Israel. Het ging helemaal goed, ik stond daar met mijn hand op mijn hart en niks ging mis. Ik struikelde niet, het gordijn ging niet stuk en ik vergat ook niet de rollen respect te betonen zoals dat hoort. Zo knap van mij! Kastje open, kastje dicht.

Eerder gepubliceerd in NIW 18, 2023


donderdag 19 januari 2023

Jeugdjournaal

Jullie hebben natuurlijk allemaal in het vorige NIW (trademark) de foto gezien van mijn Roosje op de bima bij de LJG Amsterdam, omdat ze werd geïnterviewd door Joris Marseille van het Jeugdjournaal. Ik mocht die bewuste dag met haar mee, mijn vrouw zou gaan maar die was geveld door de griep. Dus we reden met de Trabant naar sjoel, mochten zowaar áchter het hek parkeren (scheelt weer 10 gulden per uur) en ontmoetten daar cameraman Mees en presentator Joris. Na een boeiende monoloog van de dienstdoende rabbijn over halacha, bar en bat mitswa, minhag (gebruiken) en het feit dat bij de LJG mannen gelijkwaardig zijn aan vrouwen gingen we naar de sjoelruimte om te filmen en te praten. Mooi om te zien hoe zorgvuldig ze omgingen met mijn kleine kipje. Als ze iets niet wist of wilde, geen probleem. En uiteindelijk werd de 2 en een half uur durende bijeenkomst gereduceerd tot 2 en een halve minuut televisie. Het is nog terug te vinden op jeugdjournaal.nl als je zoekt op “Roos.” MAAR GOED. Ik was er dus bij en hobbelde wat mee. Meer was ook niet nodig want mijn pasgeboren baby luisterde als een volleerd vakvrouw naar de beide heren, gaf adequaat antwoord, deed dingen overnieuw als dat filmtechnisch handig was en ik. was. gewoon. niet. meer. nodig. Ik verstopte me meer en meer achteraf in een sjoelbank en keek vol verbijstering met tranen in mijn ogen, ik ben nou eenmaal een emotioneel wrak, naar mijn aapje dat dit gewoon allemaal helemaal zèlf deed. Ergens is het niet helemaal eerlijk. Ik weet niet welke deal we ooit met de Eeuwige sloten, maar ik weet wel dat we kinderen krijgen, als ons dat vergund is, en dat we daar dan een soort van opvoeding op loslaten, ze bijstaan, alle liefde geven die we in ons hebben en dat ze dan zeg maar langzamerhand groot groeien en uiteindelijk, ondanks onze nadrukkelijke afkeuring, zelfstandig worden en gaan. Denk aan die dochter die nu in Israel zit bijvoorbeeld. Maar die is 20 en komt vast nog wel terug wanneer ze opeens beseft dat ze ons mist. Roos is 13 hè, das zijn toch andere koekjes die je mond zal eten. Mijn aapje van 13 dat vrolijk vertelt over haar bat mitswa, dat voor het complete verhaal nog even de kaarsen aansteekt (en dan fluisterend aan haar vader -zijnde ondergetekende harige trilobiet - nog even vraagt hoe de beracha ook weer begon) en zo open en vrolijk vertelt wat ze allemaal meemaakte die sjabbat afgelopen zomer, dat gewoon allemaal doet. Ja dan jank ik hoor, als niemand kijkt, en gluur ik nog 97 keer naar het online filmpje en denk ik ledor wador, generaties gaan en generaties komen, hoe mooi dat dit schakeltje in de keten er is, ons vijfde kindje, nog één bar mitswa te gaan. Duurt nog een jaar of 5, maar ik zal het weer net zó beleven en dat is goed en dat is mooi. Omein.

Eerder gepubliceerd in NIW 14, 2023