Vorige week was het Sjavoeot. Het leek me leuk daar mijn column aan te wijden. Die arme Moshe die stotterend in zichzelf - w-w-w-waarom doe ik dit eigenlijk voor dat ondankbare vo-vo-volk- de berg beklom om daar met gevaar voor eigen leven, want stel dat hij het aangezicht van de Eeuwige te zien zou krijgen, twee lompzware trottoirtegels te gaan halen waar 10 woorden, 10 regels in gebeiteld zouden zijn, teneinde het gepeupel een richtsnoer te bieden voor hun leven. Het zou dan niet blijven bij die 2 enorme A4-tjes, o nee, in totaal zouden het 613 ge- en verboden betreffen. Om jullie blij te maken had ik die allemaal willen noteren en dan vertellen wat ze betekenen voor mijn gezinsleven. Leuk toch, een NIW van pakweg 600 bladzijden. De onvolprezen advertentieverkoper zou er dan wel wat extra annonces bij moeten verkopen om de drukkosten wat te drukken, maar daar had ik alle vertrouwen in. Ik zou dan vooral stilstaan bij het Gij zult niet echtbreken want ik ben nog lang niet gescheiden en velen van jullie wel, dus dat is leuk om er even in te peperen. Of de 169ste van de mitswot: Eet en drink niet als een veelvraat en een dronkaard. Daarbij dan een lijstje namen. Ik verheugde me er erg op. Het liep anders. Ik ontving de boodschap dat mijn collega Hielke was overleden en dan sta je toch even een tijdje anders in je schoenen. We maken het allemaal wel mee: mensen in je omgeving die “voor hun tijd” afreizen naar de Eeuwigheid. En zo stoer als ik altijd zeg dat de dood erbij hoort, dat we voor onze geboorte al heel lang dood waren om vervolgens een nanoseconde in den vleze hier rond te wandelen om daarna wederom heel lang dood te zijn, dat we een kleine schakel zijn in een lange keten van generaties…toch klopt het niet. Hij was 56 jaar, laat een kind van 7 achter waar hij en zijn vrouw zo lang naar hadden uitgekeken. Tijdens ons laatste gesprek gaf hij al aan dat hij eigenlijk niet meer wilde, dat hij er wel klaar mee was, met het ziekzijn en de akelige ongemakken. Ook de vraag: waarom overkomt mij dit? hield hem bezig. Wat kun je daarop zeggen? Zeggen dat het wel meevalt zou een ontkenning van zijn lijden zijn, het bagatelliseren van zijn pijn. Hij stond aan de rand van zijn leven, wilde er eigenlijk niet aan dat het einde naakte, en dan kun je heel menselijk in rondjes blijven draaien. Waarom ik? Een grote kerel, niet gerookt, gezond geleefd, gezinnetje, mooi huisje in Almere. Waarom ik? Mijn antwoord, hij had er misschien niks aan, luidde: je hebt gewoon enorme pech. Dit is geen karma, dit is geen straf van God of het Universum, gewoon pech. Het overkomt je, jij mag er mee dealen. Vanochtend appte ik hem nog om te vragen hoe het ging, zoals je doet als collega’s onder elkaar en ik was gelukkig niet de enige die het lijntje vasthield. Kreeg vrij snel antwoord, maar niet meer van hem. Ik deelde het met collega's, met mijn gezin en dan zie je schrik in de ogen van je kinderen. Hij was maar iets ouder dan ik, ieders leven hangt kennelijk aan een zijden draadje. Ik kookte een maaltijd met een kilo kaas, want sjavoeot en zat aan tafel met mijn 6 kinderen, mijn vrouw en ook nog een lief schoonkind. De rijkdom van dat moment, daar past dankbaarheid bij. Maar dankbaar naar wie? Hielke was net als ik advertentieverkoper. Zijn favoriete blad heet Zuivelzicht, vakblad voor de Nederlandse en Belgische zuivelindustrie. Toch nog een linkje met Sjavoeot, ondanks dat hij nog nooit van dat feest gehoord heeft. Rust in vrede knul, want zo noemden we elkaar, moge je herinnering tot zegen zijn.
Eerder gepubliceerd in NIW 30 van 2023.