Nu gaat dit natuurlijk niet over mij. Ik ben pas 48, ben nú al knap en kan heel 2020 nog zeggen dat ik volgend jaar 50 word. Zucht. Ik merk dat ik steeds vaker naar de kapper ga en negeer dat ik na een bezoek aan de kroeg meestal horendol ben van de herrie die daar heerst. Vroeger kon je nog normaal met elkaar praten in een taveerne. Nu is het verdorie net een veredelde discotheek, wat ik je brom! Je schreeuwt boven je tripel zieleroerselen in elkaars oor en kunt het antwoord niet verstaan dus knik je maar voortdurend begripvol naar de ander en wil je eigenlijk alleen maar heel hard wegrennen. Leuk ook dat de overige gasten meestal zo’n 27 jaar jonger zijn dan jij. De serveersters spreken je aan met U. Mozes kriebel. Heet dat eigenlijk nog zo? Serveersters? Of mag dat niet meer? Niet genderneutraal genoeg denk ik. Gelukkig heb ik laatst voor zeven gulden een diskette met Google gekocht bij de Dixons: een serveerster heet tegenwoordig een “bedieningsmedewerker.” Wat afschuwelijk. Als een katholiek dood gaat krijgt hij (of zij, dat komt ook voor) toch De Laatste Bediening? Zal het Paul Damen eens vragen. Die weet dat. Nou gezellig!
Afgelopen maandag zat ik ook in de kroeg, met een vijftal andere bijna-vijftigers. Mannen. We staken nogal af ten opzichte van de vreselijk knappe twintigers, maar we werden deze keer nauwelijks genegeerd door de bedieningsmedewerkers. Uiteraard omdat we meer te makken hebben dan die graatmagere opgeföhnde twens met hun malle grote oorbellen. Het gekke is dat ik me onder leeftijdgenoten eigenlijk gewoon nog 17 voel. Ja ja, ik weet het, ik gedraag me nog vaak als een puber, maar ik bedoel dat een gemeenschappelijke geschiedenis kennelijk jong houdt. Je hebt allemaal de eerste aflevering van Kinderen voor Kinderen meegemaakt. De kroning van hare saaie meid, de Koude Oorlog ging je ook niet in de koude kleren zitten. Nou, dus dat. En allemaal doe je een beetje je best er nog goed uit te zien, hip te blijven. De één rijdt motor, de ander heeft een cabrio, fanatieke sporters zitten er ook bij. Ik niet hoor! Ik vermijd gewoon de weegschaal. Scheelt een hoop sores. Maar vanitas vanitatum vanitas: ik besloot plots mijn baard te laten staan. Want ik ben een echte man. Een oermens. Als ik op mijn knieën met de kleuter speel ga ik stuk van de pijn omdat mijn knie dan uit de kom schiet en kom ik nooit meer overeind, maarrrr de baard maakt alles goed. Elke dag groeit hij een beetje. Vrouwen kijken weer naar me op straat en nu niet uit medelijden. Ik loop weer rechter. De man met de baard. De Man. Nadeel is wel dat je erg vaak je profielfoto op facebook moet aanpassen, want dankzij mijn oerhormonen groeit de Baard als broccoli op paardenmest. Op mijn laatste profielfoto kwamen reacties. Je verwacht kreten als: Stoer! Wauw! Hippe Vogel! Niets van dat al. Iedereen lachte. Ze vonden me een spitting image van rabbijn Soetendorp. Mozes kriebel.
Eerder gepubliceerd in NIW 13, 2020