woensdag 15 mei 2019

Sauna

Ik ga graag naar de sauna. Ja ja, hoor ik u denken, zeker omdat daar allemaal naakte vrouwen rondlopen, of niet soms! Uiteraard. Eh.. ik bedoel nee, daar gaat het helemaal niet om. De sauna is bij uitstek de plek waar je jezelf kunt zijn. Helemaal jezelf, zonder opsmuk of poeha, gewoon in je blote niks met je ouwe badjas van de V&D rondstruinen en je laten mishandelen in hete houten hokken waar het 98 graden is en je je kapot zweet. Dat is namelijk gezond. Het is zelfs zo gezond dat ik pas 2 keer ben flauwgevallen, dus dat zegt voldoende lijkt me. Best leuk om es mee te maken. Ik verliet een sauna-cabine en voelde me wat licht in het hoofd. Leunde nog nadampend tegen een muurtje en dacht toen: misschien moet ik even gaan zitten. Te laat. Mijn zwager zag me uiterst charmant voorover vallen en “als een pudding in elkaar zakken.” Hoe je tegelijkertijd voorover kunt vallen én als een plumpudding ineen kunt zijgen is me vooralsnog een raadsel. Zeker gezien mijn atletische gestalte. Maar goed, ik weet nog dat ik mijn ogen weer opsloeg en in het vriendelijke gelaat van een sauna-medewerkster keek die vroeg of ik soms bekend was met diabetes. Terwijl mijn brein nog sudderde en tolde vertelde ik haar naar waarheid dat ik bekend was met diabetes, dat ik iemand kende die dat had en dat sommige mensen het ook wel suikerziekte noemen terwijl dat eigenlijk niet meer mag. Ze bedoelde eigenlijk of ik zélf diabeet was, het was niet haar bedoeling mijn kennis van de Medische Winkler Prins te checken. Ach so. Neen, ik was geen diabeet. Ondertussen hadden ze mijn besneden onderdelen discreet en keurig afgedekt middels een enorme bedrijfshanddoek, waar ook een washandje had volstaan, hetgeen ik erg vriendelijk vond. Je ligt daar toch maar te kijk met zo’n twintig ramptoeristen om je heen. Helaas voor hen: na een paar slokjes zoetig smakende vloeistof werd ik voorzichtig weer op mijn poezelige voeten gezet en kon ik er weer tegen. Geen ambulance nodig. Ja, erg jammer, de zweterige omstanders dropen teleurgesteld af.
Na dit incident dorst ik eigenlijk geen sauna meer in, gelukkig gold dat achteraf gezien alleen maar die dag. Waar ik mee begon: in de sauna is iedereen gelijk. Of nou ja, de één is mooi en de ander is lelijk, maar daaraan kun je niemands status aflezen. Je kletst met een ieder en je hebt geen idee of je met de directeur van Shell praat of met iemand die, gekleed in een drie of vier maten te groot lichtgevend oranje pak met witte strepen, met zo’n rare lange hete stofzuigerstang kauwgom van de tegels losföhnt op de Grote Markt van Almere. Dáár hou ik wel van. Niet van het föhnen van het marktplein van Almere, maar van die statusloosheid. We zijn net uitgeprocedeerde asielzoekers eigenlijk. We willen ook niet naar huis en ons paspoort is nergens te vinden. Nou. Is toch anders. Maar je hebt soms de mooiste gesprekken met volslagen onbekenden, die je daarna nooit weer ziet want je herkent elkaar op straat toch niet met kleren aan. Nog even een vooroordeel logenstraffen: er wordt wel gezegd dat mensen in de sauna, omdat ze allemaal naakt zijn, niet naar elkaar kijken. Dit is natuurlijk een kwetsend vooroordeel en absoluut niet waar. Uiteraard kijk je naar de andere bloterikken. Zeker als hun lichaamsbouw op buitensporige wijze afwijkt van die van jezelf of van het gemiddelde. Ik bijvoorbeeld vind het altijd erg fijn als er mensen zijn die nog dikker zijn dan ik. Of nog grotere struiken op hun rug hebben. Het is toch tof om te zien dat alles altijd erger kan! Soms zijn er ook andere Joden in de sauna. Tenminste dat denk je dan even. Mijn tip, ik zou hem maar even opschrijven als ik u was, want u kunt zich anders vast niet bedwingen, zeg nooit: “Ik zie dat u Joods bent, dat is nou ook toevallig.” Ook normale mensen kunnen namelijk besneden zijn, bijvoorbeeld uit medische of esthetische overwegingen. Staar er dan ook niet al te lang en peinzend naar, het zal uw populariteit - die in het huidig tijdsgewricht toch al tanende is - niet ten goede komen.

woensdag 1 mei 2019

Je persoonlijke bevrijding, gedachten rond pesach

Als u dit leest hebben we het net achter de rug: pesach 2019. Bewust zet ik er een jaartal bij, alhoewel dat wellicht wat vreemd overkomt. Elk jaar is het toch opnieuw pesach, we doorlopen met elkaar al duizenden jaren dezelfde cyclus van Joodse feestdagen en dat doen we al bijna net zolang op dezelfde manier. Pesach. Slavernij. Mozes. Farao. De plagen. Uittocht. Woestijn. Beloofde Land. Je kunt het natuurlijk zo plat bekijken als je wilt en elk jaar dezelfde liturgie doorlopen. Niks mis mee misschien, maar ik persoonlijk vind het dan wel een beetje karig. Mooier is het - mijns inziens - als je elke keer weer opnieuw naar jezelf in combinatie met de Joodse feestdag van dat moment kijkt. Een feestdag is namelijk pas echt een feest als je er je eigen feestje van kunt maken. Wat zegt pesach jou, op dit moment in je leven, dit jaar? Meer toch dan alleen het oude verhaal van de Israelieten die zuchtten onder het juk van Farao, van uitsluiting en afzondering, van slavernij? We hebben allemaal ons eigen verhaal. De één voelt zich een slaaf van zijn werk, sleept zich elke dag naar kantoor om dan van 9-5 te ploeteren voor een karig loon om zich dan weer naar huis te slepen en op de bank te werken om naar TV te kijken en dan te slapen enzovoort. Een ander voelt zich gebonden aan tradities, waar hij of zij maar niet los van kan komen, ingeprent door ouders, voorouders, omgeving en cultuur. We mogen allemaal leren, we mogen allemaal weten dat we vrije mensen kunnen zijn. Ieder op zijn eigen manier en moment. Elk jaar, elke pesach,, mag je erbij stilstaan in welke fase van je leven je je bevindt. Je kunt terugkijken: hoe was het een jaar geleden, ben ik al wat meer bevrijd dan in 2018? Of ben ik me in elk geval meer bewust van de patronen waarin ik zit? Groei en verandering, echte bevrijding, begint met bewustwording. Met pesach word je je van veel bewust, als je daar voor open staat. Dat gebeurt op verschillende manieren. Om te beginnen - belangrijk onderdeel van het Joodse DNA - het eten. Met pesach ben je je extra bewust van hetgeen je in je mond stopt. Geen chameets (gerezen etenswaren, zoals brood, maar eigenlijk alles wat gist, wat rijst, dus ook geen pasta en - heel erg - geen bier) want dat hadden we ook niet toen we halsoverkop uit Egypte vertrokken. Acht dagen matzes. Al voordat pesach begint zijn we druk doende om alle chameets uit ons huis te verwijderen. Dit is ook een mooi symbool voor het gerezene in ons eigen bestaan. Het gegiste. Voel je hem? Het met lucht gevulde deel van ons zelf, onze arrogantie, ons ego, alles wat niet helemaal bij ons hoort en niet helemaal echt is. Ook daarvan mogen we ons bewust zijn, mogen we ons ontdoen. Vlak voordat pesach begint verzamelen we alle chameets die we in huis konden vinden bij elkaar en verbranden dat. Dat is bevrijdend, als je dat kunt zien! Afstand nemen van je eigen luchtigheid, pompeusheid, opgeblazenheid.Terugkeren naar je kale, schone zelf. Net als je huis waar je al zes weken op je knieën aan het schrobben en poetsen bent geweest. Een mooi moment van bewustwording. Dan begint pesach, de sederavond. Samen met je gezin doorloop je het hele verhaal, zoals opgetekend in de Haggada. Het begint met de sederschotel, waarop peterselie ligt, een ei (symboliseert de lente, de periode van de uittocht, maar ook een nieuw begin), een lamsbotje, charoset (zoet mengsel van bijv, appel en rozijnen - symbool voor de metselspecie waar de slaven mee moesten werken) en maror, een bitter kruid, symbool voor de bittere tijden. Al deze onderdelen vertegenwoordigen een deel van het verhaal. Daarna komt de echte geschiedenis, van Mozes in zijn biezen mandje, de brandende struik, de tien plagen, u kent het. Mooi verhaal! Maar wat zegt het jou, wat zegt het u, nu? Goed om bij stil te staan, om even van binnen stil te worden en te beseffen hoe je vrij je bent. Hoe goed dat is. Of ben je toch nog gebonden?
 
.