dinsdag 5 mei 2020
Laten we het nou eens niet over corona hebben
En dan mag je in deze bizarre tijden weer een column schrijven voor Volzin. Ik staar naar het lege vel in mijn schrijfmachine en realiseer me dat ik gewoon in shock ben. Niet omdat ik iets “moet” schrijven, dat doe ik graag, maar door de compleet veranderde wereld. Alles is volledig anders. Van mijn vrienden zie ik er nog eentje, eens per week. Ik zit te werken op de bank met regelmatig een peuter naast me. Elke dag probeer ik de kinderen uit te laten en dan laveer je door straten, mensen vermijdend terwijl we verontschuldigend naar elkaar glimlachen. Almere is een spookstad tot het opeens weer éven druk is en iedereen daar schande van spreekt. In het verzorgingstehuis waar mijn dochter werkt stierven in twee weken 15 bewoners aan het alomtegenwoordige virus. Mijn moeder was jarig: niet bezocht. De synagogediensten zijn opgeschort, evenals de bijeenkomsten van mijn Loge. Het favoriete speelpark van mijn kinderen, Oud Valkeveen: tot nader orde gesloten. Het geld dat we betaalden voor de abonnementen krijgen we niet terug want ze hebben niks in kas. Kantoren leeg, bedrijven aan de grond, mensen bang, eenzamen nog eenzamer, ouderen sterven alleen. Verdwaasd staar ik voor me uit. Hoe gaat dit aflopen? Mijn vrouw zei: je gaat het in je column toch niet over corona hebben he? Maar hoe kan ik dit wereldwijde virus vermijden? In Zeeland werden tijdens een kerkdienst in één keer 40 ouderen besmet. Dat is dan de dank voor het aanroepen van de godheid. Maar mijn vrouw heeft wel een punt, we worden doodgegooid met verhalen over corona. Corona hier, corona daar, akelig word je ervan. U weet het, ik metsel in mijn columns meestal een ezelsbruggetje naar een joodse feestdag die toevallig in de buurt is als u dit leest. Feestdagen genoeg! ik ren dan ook gelijk dit bruggetje op. In de maand die voor ons ligt zijn er weer een aantal hoogtijdagen en met name Lag ba’Omer is heel toepasselijk. De tijd na pesach (dit jaar gelijktijdig met pasen) is een rouwperiode. Deze periode, de omer, waarin we niet huwen, niet naar feesten gaan, niet naar de kapper gaan was in voorgaande eeuwen een periode waarin veel jodenvervolgingen plaatsvonden. Reden genoeg om te treuren en daaraan terug te denken, vandaar de corona-achtige maatregelen. Lag ba’ Omer, op de 33ste dag van deze periode (18 Ijar, dit jaar 12 mei), doorbreekt die rouw. Er wordt die dag volop gehuwd, gefeest en gekapperd. Andere feesten in de maand mei zijn Jom Jeroesjalajiem, waarop we herdenken dat Jeruzalem werd herenigd in 1967, tijdens de Zesdaagse Oorlog. Het beheer van het tempelplein werd in islamitische handen gelaten, wat ik persoonlijk heel bijzonder vind. Was het andersom geweest, hadden de arabische legers West-Jeruzalem veroverd, dan had er nu geen Jood meer gewoond naar mijn bescheiden mening. De link met corona is dat het nog wel even zal duren voordat de diverse bewoners van Jeruzalem elkaar in de armen zullen vallen. Ze houden nu liever anderhalve meter tussenruimte en dat heeft niks met virussen te maken. Nou ja, misschien met het virus dat wantrouwen heet. Dit jaar op 21 mei, 28 Ijar. De hekkensluiter deze maand is het Wekenfeest of zoals normale mensen zeggen: Sjawoe’ot. Precies 50 dagen na pesach (de uittocht uit Egypte) stonden we aan de voet van de berg Sinai en kwam Moshe (Mozes) naar beneden gestruikeld met de Tien Woorden. Eerst gooide hij ze in zijn boosheid nog aan stukken, omdat het Volk natuurlijk weer ondeugend was, maar de tweede keer kwamen ze heelhuids beneden. Mozes had natuurlijk geen zin om wéér die akelige berg op te moeten. Werden wij met Pesach verlost van onze lichamelijke slavernij, met Sjawoe’ot werden we spiritueel bevrijd van het heidendom, van afgoderij. Voor mij betekent dit: verlos jezelf van ingeroeste patronen, vooroordelen en leer los te laten hetgeen je beperkt, je dwangneuroses, je angsten. Durf voluit jezelf te zijn
Abonneren op:
Posts (Atom)