vrijdag 21 februari 2014

Geknipt

Vandaag was ik weer gezellig bij mijn Koerdische kapper. Dat is altijd erg prettig, want we vergelijken dan altijd Koran en Tora-verhalen en hebben het uiteraard ook over het Midden Oosten waarbij we dan de prestaties roemen van respectievelijk Israel en Koerdistan. Ooit sprak hij vaak lacherig over de vrome types die in onze buurt wonen, hij had het niet op die scherpslijpers, maar sinds ze zich bij hem laten knippen hangt tóch de islamitische geloofsbelijdenis boven de deur en knipt zijn vrouw alleen nog kinderen en vrouwen. Pragmatisch zakendoen! Ik begrijp het wel, zaken zijn zaken. Enfin, ook vandaag was het leuk. Eerst hadden we het over de zoons van Ibrahim/Abraham/Awraham. Volgens hem waren dat Isjmaïl en Davoud. Ik dacht eerder aan Jitschak, en na een tijdje zei hij ook dat het inderdaad Isjak was. Dit soort gesprekjes voerden we altijd lachend, allebei overduidelijk niet vroom. Hij begreep sowieso die vrome types niet. Halal dit en Haram dat. We waren het erover eens dat als je niet in aanraking wil komen met zaken die haram of treife zijn, dat je het hier dan wel heel erg zwaar moet hebben. Zelfs het weer is hier haram. Daarna werd het serieuzer. Van de week was een Almeerse jihad-strijder in het nieuws geweest, ene Khalid, die op de foto was gezet terwijl hij een pas van zijn romp gescheiden hoofd omhoog hield. Een vrouwelijke klant was in zijn winkel boos geworden en had gevraagd waarom “jullie niet naar school gaan in plaats van jezelf op te blazen”. Dus mijn kapper vroeg mij bezorgd of de terrorist in kwestie inderdaad een Koerd was! Terwijl hij met mijn dunner wordende haardos in de weer ging mocht ik op mijn telefoontje aan de google. Dat viel nog niet mee. Een piekerende kapper knipt vast met gemak per ongeluk je doorlopende wenkbrauw af. Ook heb ik steeds meer moeite de lettertjes op het schermpje van mijn HTC te lezen aangezien dat ding steeds ouder wordt. Mijn kapper vertelde ondertussen dat het eigenlijk nooit voorkwam dat een Koerd een aanslag pleegde omdat zij  liever hun land opbouwden in plaats van een zekere ideologie of hun vlees over de aarde te verspreiden. Ik vroeg hem of Khalid überhaupt een Koerdische naam was. Arabisch vond hij. Maar Koerdisch kon ook. Enfin, om een lang verhaal kort te maken: de misdadige betweter in kwestie kwam uit Irak. Dan kon hij dus nog steeds een Koerd zijn, want dat nebbisje gebied is verspreid over Irak, Iran, Syrië en Turkije. Uiteindelijk trokken we samen de conclusie: de man was géén Koerd.
Dat was wel een hele opluchting. Bleef de vraag waarom de vrouw uitgerekend hém er op had aangesproken. Hadden we meer gemeen dan onze verschuivende haargrens.


zondag 16 februari 2014

De vaders

De vaders van Talmoed Tora. Elke zondag, als hun joodse kroost les krijgt in geschiedenis, ivriet, nou ja, alles wat met jiddisjkait te maken heeft en soms ook niet, zitten de niet-joodse vaders te wachten in de hippe lounge-ruimte van de LJG Amsterdam. Geduldige vaders. Ze moeten het enkele uren volhouden he. De een leest een boek, de ander leert Russisch, vaak zitten ze ook gewoon gezellig te ouwehoeren. Ooit besloten ze, of misschien wás er geen keus, om hun kinderen in de traditie van de joodse moeders op te laten groeien. Hun eigen achtergrond wordt min of meer genegeerd, of het nu gaat om buitenissigheden als de waals-gereformeerde kerk, hugenoten, Vrij- of Oud-Katholicisme, wat dan ook…. De keus is gemaakt, hun kinderen zijn joods en dát zullen ze weten. Ze gaan mee naar sjoel, de geduldige vaders, ze maken de joodse groei mee van hun kroost tot aan de bar of bat mitswa maar zullen altijd relatieve buitenstaanders blijven. Ze vinden het niet erg. Soms zullen ze wat melancholisch terugdenken aan hun eigen opgroeien, hun eerste communie, de belijdenis, hun doop wellicht… Dingen waar hun joodse kids geen weet van hebben. Misschien zullen die er ooit naar vragen en dan zal de geduldige vader het geduldig uitleggen. De aandacht zal snel verslappen. Niet de wereld van de joodse kinderen, geen Bne Akiwa of Haboniem, maar Catechisatie, geen Netzer maar Geref. Herv. Jongelingsvereniging. Al de herinneringen en de soms ook eeuwenlange tradities worden opzij gezet voor de joodse opvoeding. Dat is niet niks, daar verdienen de vaders respect voor. Maar niemand staat er bij stil en dat is óók goed. Zij hebben er vrede mee en zijn er trots op. Ze zullen nooit helemaal deel uitmaken van de wereld van hun kinderen, geen talliet om hun gezin heenslaan met jom kippoer, geen beracha zeggen over de wijn op sjabbes…Maar ze gaan méé in alles wat er gebeurt, ze leren méé en zijn er trots op dat ze ‘ledor wador’ helpen bewerkstelligen. Daar doen ze een stapje voor opzij gedurende hun hele leven. Ik vind ze tof, deze vaders.



Geschreven voor Christenen voor Israël http://christenenvoorisrael.nl/2015/02/de-vaders/

zaterdag 15 februari 2014

De vaat

Mijn vrouw houdt van bio. Biologisch, biotex, bioindustrie, als het maar bio is. Dat kost een man een godsvermogen, al die rechtsdraaiende fietsbanden, bij maanlicht door ongestelde maannimfen geplukte zeeanemonewortelpuntjes, in een middeleeuwse grot gebakken ranonkelstruikkoekjes, rodondenderondrankdrek, onbespoten snorkelkontjes, en cetera en zo verder zo voort. Het biogebeuren strekt zich verder uit dan levensmiddelen alleen. Ook het huishouden moet eraan geloven. Zeep, met de mond geboetseerd door tandeloze 90-jarige peniskokers uit Toekatoekaland, op 30 graden gewassen tweedehands toiletpapier bestaande uit nog levende sponzen afkomstig uit het Babylonische reuzelmeer, haargel gemaakt van gemalen gefermenteerde mars-aubergines en zo verder, cetera usw.
Vandaag waren de nog door mij gekochte vaatwasblokjes op. Die kwamen uit een enorme grote kartonnen ton bij de Praxis en waren lekker goedkoop, lekker veel en hartstikke goed want de gaten vielen al in je huid als je er alleen maar naar wees. Welnu, die waren OPPERDEPOP. Het enige in huis aanwezige alternatief bestond uit ecover blokjes van waarschijnlijk een rijksdaalder per stuk, ooit om 12 uur des nachts met volle maan door mijn vrouw geoogst in een macriobiotisch biotopisch geweldloos communicerend aanrechtkastje gepaard gaand met het geklepper van een zwanger cimbaal.
Niets aan te doen. Ik deed het blokje als altijd huiverig in het daarvoor bestemde vakje en sloot den deur des afwasapparaats. Op een krukje ging ik erbij zitten en legde mijn hand tegen de knop van de vaatwasser om hem, zoals in de gebruiksaanwijzing van de bioblokjes stond, te bedanken voor het werk dat hij zo onbaatzuchtig verrichte voor mij en mijn gelukzalige gezin. Een uur lang. In vijf talen want anders was ik chauvinistisch.
Na dat uurtje bedankjes prevelen was de vaatgodin klaar en ik opende haar grote klep en constateerde dat de vaat NIET SCHOON was.

Toen ik bij zinnen kwam riep ik mijn vrouw, die uiteraard niet kwam. Toen ik het haar vriendelijk vroeg kwam ze gelijk kijken. Ik vond het fantastisch. Die dure troep van haar, bestaande uit gemalen schelpen en bioresonantiestralen DEED het dus NIET. Triomf, triomf, TRIOMF der ouderwetschen mannelijken MAN!! Ze keek me aan. Ze wees. Ik had het plasticje niet van het blokje gehaald. Hoofdschuddend slaakte ze een zucht en ging verder met breien. Hysterisch gillend ging ik met mijn hoofd tegen de vloer van de keuken bonken.