Vandaag was ik weer gezellig bij mijn Koerdische kapper. Dat
is altijd erg prettig, want we vergelijken dan altijd Koran en Tora-verhalen en
hebben het uiteraard ook over het Midden Oosten waarbij we dan de prestaties
roemen van respectievelijk Israel en Koerdistan. Ooit sprak hij vaak lacherig
over de vrome types die in onze buurt wonen, hij had het niet op die
scherpslijpers, maar sinds ze zich bij hem laten knippen hangt tóch de
islamitische geloofsbelijdenis boven de deur en knipt zijn vrouw alleen nog
kinderen en vrouwen. Pragmatisch zakendoen! Ik begrijp het wel, zaken zijn
zaken. Enfin, ook vandaag was het leuk. Eerst hadden we het over de zoons van
Ibrahim/Abraham/Awraham. Volgens hem waren dat Isjmaïl en Davoud. Ik dacht
eerder aan Jitschak, en na een tijdje zei hij ook dat het inderdaad Isjak was.
Dit soort gesprekjes voerden we altijd lachend, allebei overduidelijk niet
vroom. Hij begreep sowieso die vrome types niet. Halal dit en Haram dat. We
waren het erover eens dat als je niet in aanraking wil komen met zaken die
haram of treife zijn, dat je het hier dan wel heel erg zwaar moet hebben. Zelfs
het weer is hier haram. Daarna werd het serieuzer. Van de week was een Almeerse
jihad-strijder in het nieuws geweest, ene Khalid, die op de foto was gezet
terwijl hij een pas van zijn romp gescheiden hoofd omhoog hield. Een
vrouwelijke klant was in zijn winkel boos geworden en had gevraagd waarom
“jullie niet naar school gaan in plaats van jezelf op te blazen”. Dus mijn
kapper vroeg mij bezorgd of de terrorist in kwestie inderdaad een Koerd was! Terwijl
hij met mijn dunner wordende haardos in de weer ging mocht ik op mijn
telefoontje aan de google. Dat viel nog niet mee. Een piekerende kapper knipt vast
met gemak per ongeluk je doorlopende wenkbrauw af. Ook heb ik steeds meer
moeite de lettertjes op het schermpje van mijn HTC te lezen aangezien dat ding
steeds ouder wordt. Mijn kapper vertelde ondertussen dat het eigenlijk nooit
voorkwam dat een Koerd een aanslag pleegde omdat zij liever hun land opbouwden in plaats van een
zekere ideologie of hun vlees over de aarde te verspreiden. Ik vroeg hem of
Khalid überhaupt een Koerdische naam was. Arabisch vond hij. Maar Koerdisch kon
ook. Enfin, om een lang verhaal kort te maken: de misdadige betweter in kwestie
kwam uit Irak. Dan kon hij dus nog steeds een Koerd zijn, want dat nebbisje
gebied is verspreid over Irak, Iran, Syrië en Turkije. Uiteindelijk trokken we
samen de conclusie: de man was géén Koerd.
vrijdag 21 februari 2014
zondag 16 februari 2014
De vaders
De vaders van Talmoed Tora. Elke zondag, als hun joodse
kroost les krijgt in geschiedenis, ivriet, nou ja, alles wat met jiddisjkait te
maken heeft en soms ook niet, zitten de niet-joodse vaders te wachten in de
hippe lounge-ruimte van de LJG Amsterdam. Geduldige vaders. Ze moeten het
enkele uren volhouden he. De een leest een boek, de ander leert Russisch, vaak
zitten ze ook gewoon gezellig te ouwehoeren. Ooit besloten ze, of misschien wás
er geen keus, om hun kinderen in de traditie van de joodse moeders op te laten
groeien. Hun eigen achtergrond wordt min of meer genegeerd, of het nu gaat om
buitenissigheden als de waals-gereformeerde kerk, hugenoten, Vrij- of
Oud-Katholicisme, wat dan ook…. De keus is gemaakt, hun kinderen zijn joods en
dát zullen ze weten. Ze gaan mee naar sjoel, de geduldige vaders, ze maken de
joodse groei mee van hun kroost tot aan de bar of bat mitswa maar zullen altijd
relatieve buitenstaanders blijven. Ze vinden het niet erg. Soms zullen ze wat
melancholisch terugdenken aan hun eigen opgroeien, hun eerste communie, de
belijdenis, hun doop wellicht… Dingen waar hun joodse kids geen weet van
hebben. Misschien zullen die er ooit naar vragen en dan zal de geduldige vader
het geduldig uitleggen. De aandacht zal snel verslappen. Niet de wereld van de
joodse kinderen, geen Bne Akiwa of Haboniem, maar Catechisatie, geen Netzer
maar Geref. Herv. Jongelingsvereniging. Al de herinneringen en de soms ook
eeuwenlange tradities worden opzij gezet voor de joodse opvoeding. Dat is niet
niks, daar verdienen de vaders respect voor. Maar niemand staat er bij stil en
dat is óók goed. Zij hebben er vrede mee en zijn er trots op. Ze zullen nooit
helemaal deel uitmaken van de wereld van hun kinderen, geen talliet om hun
gezin heenslaan met jom kippoer, geen beracha zeggen over de wijn op sjabbes…Maar
ze gaan méé in alles wat er gebeurt, ze leren méé en zijn er trots op dat ze ‘ledor
wador’ helpen bewerkstelligen. Daar doen ze een stapje voor opzij gedurende hun
hele leven. Ik vind ze tof, deze vaders.
Geschreven voor Christenen voor Israël http://christenenvoorisrael.nl/2015/02/de-vaders/
zaterdag 15 februari 2014
De vaat
Mijn vrouw houdt van bio. Biologisch, biotex, bioindustrie,
als het maar bio is. Dat kost een man een godsvermogen, al die rechtsdraaiende
fietsbanden, bij maanlicht door ongestelde maannimfen geplukte
zeeanemonewortelpuntjes, in een middeleeuwse grot gebakken
ranonkelstruikkoekjes, rodondenderondrankdrek, onbespoten snorkelkontjes, en
cetera en zo verder zo voort. Het biogebeuren strekt zich verder uit dan
levensmiddelen alleen. Ook het huishouden moet eraan geloven. Zeep, met de mond
geboetseerd door tandeloze 90-jarige peniskokers uit Toekatoekaland, op 30
graden gewassen tweedehands toiletpapier bestaande uit nog levende sponzen
afkomstig uit het Babylonische reuzelmeer, haargel gemaakt van gemalen gefermenteerde
mars-aubergines en zo verder, cetera usw.
Vandaag waren de nog door mij gekochte vaatwasblokjes op.
Die kwamen uit een enorme grote kartonnen ton bij de Praxis en waren lekker
goedkoop, lekker veel en hartstikke goed want de gaten vielen al in je huid als
je er alleen maar naar wees. Welnu, die waren OPPERDEPOP. Het enige in huis
aanwezige alternatief bestond uit ecover blokjes van waarschijnlijk een rijksdaalder
per stuk, ooit om 12 uur des nachts met volle maan door mijn vrouw geoogst in
een macriobiotisch biotopisch geweldloos communicerend aanrechtkastje gepaard
gaand met het geklepper van een zwanger cimbaal.
Niets aan te doen. Ik deed het blokje als altijd huiverig in
het daarvoor bestemde vakje en sloot den deur des afwasapparaats. Op een krukje
ging ik erbij zitten en legde mijn hand tegen de knop van de vaatwasser om
hem, zoals in de gebruiksaanwijzing van de bioblokjes stond, te bedanken voor
het werk dat hij zo onbaatzuchtig verrichte voor mij en mijn gelukzalige gezin.
Een uur lang. In vijf talen want anders was ik chauvinistisch.
Na dat uurtje bedankjes prevelen was de vaatgodin klaar en
ik opende haar grote klep en constateerde dat de vaat NIET SCHOON was.
Toen ik bij zinnen kwam riep ik mijn vrouw, die uiteraard
niet kwam. Toen ik het haar vriendelijk vroeg kwam ze gelijk kijken. Ik vond
het fantastisch. Die dure troep van haar, bestaande uit gemalen schelpen en
bioresonantiestralen DEED het dus NIET. Triomf, triomf, TRIOMF der
ouderwetschen mannelijken MAN!! Ze keek me aan. Ze wees. Ik had het plasticje
niet van het blokje gehaald. Hoofdschuddend slaakte ze een zucht en ging verder
met breien. Hysterisch gillend ging ik met mijn hoofd tegen de vloer van de
keuken bonken.
Abonneren op:
Posts (Atom)