zaterdag 15 februari 2014

De vaat

Mijn vrouw houdt van bio. Biologisch, biotex, bioindustrie, als het maar bio is. Dat kost een man een godsvermogen, al die rechtsdraaiende fietsbanden, bij maanlicht door ongestelde maannimfen geplukte zeeanemonewortelpuntjes, in een middeleeuwse grot gebakken ranonkelstruikkoekjes, rodondenderondrankdrek, onbespoten snorkelkontjes, en cetera en zo verder zo voort. Het biogebeuren strekt zich verder uit dan levensmiddelen alleen. Ook het huishouden moet eraan geloven. Zeep, met de mond geboetseerd door tandeloze 90-jarige peniskokers uit Toekatoekaland, op 30 graden gewassen tweedehands toiletpapier bestaande uit nog levende sponzen afkomstig uit het Babylonische reuzelmeer, haargel gemaakt van gemalen gefermenteerde mars-aubergines en zo verder, cetera usw.
Vandaag waren de nog door mij gekochte vaatwasblokjes op. Die kwamen uit een enorme grote kartonnen ton bij de Praxis en waren lekker goedkoop, lekker veel en hartstikke goed want de gaten vielen al in je huid als je er alleen maar naar wees. Welnu, die waren OPPERDEPOP. Het enige in huis aanwezige alternatief bestond uit ecover blokjes van waarschijnlijk een rijksdaalder per stuk, ooit om 12 uur des nachts met volle maan door mijn vrouw geoogst in een macriobiotisch biotopisch geweldloos communicerend aanrechtkastje gepaard gaand met het geklepper van een zwanger cimbaal.
Niets aan te doen. Ik deed het blokje als altijd huiverig in het daarvoor bestemde vakje en sloot den deur des afwasapparaats. Op een krukje ging ik erbij zitten en legde mijn hand tegen de knop van de vaatwasser om hem, zoals in de gebruiksaanwijzing van de bioblokjes stond, te bedanken voor het werk dat hij zo onbaatzuchtig verrichte voor mij en mijn gelukzalige gezin. Een uur lang. In vijf talen want anders was ik chauvinistisch.
Na dat uurtje bedankjes prevelen was de vaatgodin klaar en ik opende haar grote klep en constateerde dat de vaat NIET SCHOON was.

Toen ik bij zinnen kwam riep ik mijn vrouw, die uiteraard niet kwam. Toen ik het haar vriendelijk vroeg kwam ze gelijk kijken. Ik vond het fantastisch. Die dure troep van haar, bestaande uit gemalen schelpen en bioresonantiestralen DEED het dus NIET. Triomf, triomf, TRIOMF der ouderwetschen mannelijken MAN!! Ze keek me aan. Ze wees. Ik had het plasticje niet van het blokje gehaald. Hoofdschuddend slaakte ze een zucht en ging verder met breien. Hysterisch gillend ging ik met mijn hoofd tegen de vloer van de keuken bonken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten