Mijn vrouw houdt van bio. Biologisch, biotex, bioindustrie,
als het maar bio is. Dat kost een man een godsvermogen, al die rechtsdraaiende
fietsbanden, bij maanlicht door ongestelde maannimfen geplukte
zeeanemonewortelpuntjes, in een middeleeuwse grot gebakken
ranonkelstruikkoekjes, rodondenderondrankdrek, onbespoten snorkelkontjes, en
cetera en zo verder zo voort. Het biogebeuren strekt zich verder uit dan
levensmiddelen alleen. Ook het huishouden moet eraan geloven. Zeep, met de mond
geboetseerd door tandeloze 90-jarige peniskokers uit Toekatoekaland, op 30
graden gewassen tweedehands toiletpapier bestaande uit nog levende sponzen
afkomstig uit het Babylonische reuzelmeer, haargel gemaakt van gemalen gefermenteerde
mars-aubergines en zo verder, cetera usw.
Vandaag waren de nog door mij gekochte vaatwasblokjes op.
Die kwamen uit een enorme grote kartonnen ton bij de Praxis en waren lekker
goedkoop, lekker veel en hartstikke goed want de gaten vielen al in je huid als
je er alleen maar naar wees. Welnu, die waren OPPERDEPOP. Het enige in huis
aanwezige alternatief bestond uit ecover blokjes van waarschijnlijk een rijksdaalder
per stuk, ooit om 12 uur des nachts met volle maan door mijn vrouw geoogst in
een macriobiotisch biotopisch geweldloos communicerend aanrechtkastje gepaard
gaand met het geklepper van een zwanger cimbaal.
Niets aan te doen. Ik deed het blokje als altijd huiverig in
het daarvoor bestemde vakje en sloot den deur des afwasapparaats. Op een krukje
ging ik erbij zitten en legde mijn hand tegen de knop van de vaatwasser om
hem, zoals in de gebruiksaanwijzing van de bioblokjes stond, te bedanken voor
het werk dat hij zo onbaatzuchtig verrichte voor mij en mijn gelukzalige gezin.
Een uur lang. In vijf talen want anders was ik chauvinistisch.
Na dat uurtje bedankjes prevelen was de vaatgodin klaar en
ik opende haar grote klep en constateerde dat de vaat NIET SCHOON was.
Toen ik bij zinnen kwam riep ik mijn vrouw, die uiteraard
niet kwam. Toen ik het haar vriendelijk vroeg kwam ze gelijk kijken. Ik vond
het fantastisch. Die dure troep van haar, bestaande uit gemalen schelpen en
bioresonantiestralen DEED het dus NIET. Triomf, triomf, TRIOMF der
ouderwetschen mannelijken MAN!! Ze keek me aan. Ze wees. Ik had het plasticje
niet van het blokje gehaald. Hoofdschuddend slaakte ze een zucht en ging verder
met breien. Hysterisch gillend ging ik met mijn hoofd tegen de vloer van de
keuken bonken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten