In onze huidige samenleving lijkt het soms wel alsof er geen sprake meer is van samenleven. Groepen staan tegenover elkaar, waar ze vroeger gewoon vrolijk van mening konden verschillen. Het begroot me vreselijk dit niet alleen waar te nemen maar ook te voelen. Mensen die ik al jaren ken als mild en meegaand, als vriendelijk en begripvol, zijn veranderd in heuse volksmenners die enkel nog druk zijn hun standpunt als de Enige Waarheid te zien en als doorgeslagen missionarissen aan iedereen op te dringen. Wee je gebeente als je er anders over denkt! Dan kun je een spuitje krijgen. Of juist niet, dat kan natuurlijk ook. De tweedeling is echt vreselijk en ik kan alleen maar hopen dat het óver gaat. Wellicht als er eindelijk een nieuw kabinet komt, zo eind 2023? En dan hadden we daar opeens Tamarah. Het NIW van vorige week stond er al vol mee, dus ik geef nog even een kleine nabrander. Haar woordkeuze in haar rede was, wie soll man dass denn sagen, zou Derrick zeggen, niet zo handig. Maxima zou zeggen: een beetje dom. Ik zeg met velen: niet maken die vergelijking, klaar. Daarnaast: we kennen haar allemaal een beetje, ze is voor velen een fijne rabbijn, recht door zee, staat altijd klaar voor haar kehilla en is gewoon zoals ze is. En ja, net zoals elk mens wordt ze niet door iedereen gewaardeerd. Heb haar maar een paar keer ontmoet, maar ook door het lezen van haar columns en mensen die ik spreek uit haar gemeente: ze heeft óók mooie eigenschappen. Het lijkt wel of dat allemaal vergeten wordt na deze faux pas. We oordelen gelijk en veroordelen hard en vergeten de mens achter het hele verhaal, die zoveel meer is dan alleen deze uitspraak. Dit geldt niet alleen voor deze situatie maar kun je maatschappijbreed trekken. Ik fietste vorig jaar met mijn kleuter op één van de smalle fietspaden van Almere, hij wiebelig op zijn kleine tweewielertje en ik er naast met één oog op hem en één oog op de weg voor me. Komen ons twee oudere Almeerders tegemoet, een echtpaar want allebei dezelfde fiets, dezelfde jas en dezelfde boze blik. “Aan de kant, aan de kant!” riepen ze “... je doet het voor ons!!” Ik verzin dit niet. Had ik mijn ventje in de sloot moeten schoppen teneinde die anderhalve meter tussen hen en ons te kunnen waarborgen? No way! Dus woedend fietsen ze heel omstandig door de berm, mij onderwijl vervloekend en woest aankijkend. Ook mijn temperatuur steeg en ik gunde ze bijna allebei een spoedig verblijf in twee gezellige urnen, met daartussen anderhalve meter. Afijn, ik koelde weer af en realiseerde me dat ook ik vergeet de mens achter de schreeuwende bejaarde te zien. Ja, ze hadden gewoon even kunnen afstappen om vriendelijk glimlachend mij en mijn zwabberende kleuter langs te laten. Ja, ze hadden niet moeten schreeuwen zodat ik weer wat ingewikkelds had uit te leggen aan mijn jeledje. Aan de andere kant: wie weet hoe lang ze al binnen hadden gezeten, bang om naar buiten te gaan, zich opvretend van frustratie en boosheid vanwege dit zelf opgelegde huisarrest? Geen idee he. Ik wil echt het individu kunnen blijven zien, niet twee kampen, geen vijanden. We zijn allemaal mensen die een keus hebben gemaakt in deze kwestie, door de één goed doordacht, door de ander wat minder, maar uiteraard met het idee dat we het goede doen. Dat mag ik nooit vergeten. Zie de ánder, hij is zoals jij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten