zaterdag 19 maart 2022

Stronteingwies

Wat een fijn begin van de dag. Eerst mochten we de kleuter wakker maken hetgeen hij niet leuk vond. Hij klampte zich vast aan de spijlen van zijn bed en liet niet los. Helaas mag je je kinderen niet meer slaan, dus dan wrik je liefdevol en voorzichtig de kleine vingertjes los met een waterpomptang. Daarna broekje en truitje aan en dus keurig aangekleed van de vloer geraapt want hij ging dus gewoon keihard als een rechtgeaarde socialist in algehele lockdown. Onder mijn arm meegezeuld de trap af en aan de ontbijttafel in één van onze vele woonvertrekken geparkeerd. Vervolgens vertelde ik hem dat we naar de tandarts gingen. Het regende stille tranen op zijn bordje en hij kreeg geen hap meer door zijn kleine kleuterkeeltje. Ook gaf hij me te verstaan dat ik mijn plannen niet ten uitvoer zou kunnen brengen. Hij kent de uitdrukking nog niet maar ik kon ze zogezegd oprollen en ergens steken waar het zonnetje uiterst zelden haar stralenpracht vertoont.  Toen kreeg ik het fantastische idee om te gaan fietsen aangezien ik aan de slanke lijn doe. Zijn moeder, die normaal altijd met hem meegaat zei: doe dat maar niet. Moge zij tot 120 mij overstelpen met haar wijsheden. Ik hielp het emotionele mannetje met zijn schoenen want met betraande ogen kreeg hij die niet snel genoeg aan. Nederig Knielde ik voor zijn aangezicht neder en ging als straf gelijk door mijn knie. Dat was natuurlijk wel weer leuk want dat maakt een grappig knallend geluid en de pijn is altijd dusdanig dat ik kerm als een zeehond met een knuppel in zijn schedel. Koelbloedig als ik ben met geweld de ontstelde knie weer recht gebogen, hetgeen gepaard ging met een luide bonk en toen - eigenwijs als ik ben - de intense pijn zoals alleen mannen die kunnen ervaren tóch op de fiets. Mijn hele dorp zei het vroeger al: “Ie bint stronteingwies.” Had ik me toch even vergist in de afstand. Ik moest naar de Duitslandweg en dat is toch zo'n 1933 kilometer. Met 45 steile bruggen op het Spoorbaanpad. Het kereltje, inmiddels weer hartstikke vrolijk, zat kletsend achterop met zijn handjes op mijn rug, onder mijn smokinghemd. Papa! Je rug wordt helemaal zweet! Niet zo gek want ik hijgde als een astmatisch schillenpaard en trapte op de pedalen van mijn stalen ros alsof er een cohort FvD-jongeren me op de hielen zat. We verdwaalden in Almere Poort. We kwamen 5 minuten te laat. Volkomen doorweekt, het zilte water liep in mijn ogen en uit mijn mouwen, parkeerde ik mijn Piet Pelle en wilde afstappen. Helaas was ik vergeten dat ik door mijn knie was gegaan dus ik pleurde bijna ondersteboven met fiets en kind. Ze lieten me niet binnen, al wijzend op hun snuit, dus ik vreesde dat er een ons snot en een hectoliter doodszweet in mijn baard hing. Neen, ik moest een mondkap op teneinde mijn amechtig openhangende snoet te bedekken met een lap. Daarna naar binnen. Aangezien dit Almere is, waar iedereen altijd te laat is, vonden ze me keurig op tijd. Alles was in orde met de ivoren pianotoetsjes van The Dude. Toen ik weer was bijgekomen mochten we weer naar huis fietsen. Moraal van dit verhaal: luister altijd naar je joodse vrouw. En als ze niet joods is luister er dan voor de zekerheid ook maar naar. Je kunt wel stronteigenwijs iets anders kiezen maar dat is dom en zinloos en zal enkel leiden tot pijn en ondergang. Ik snap dat mannen die in een homoseksuele relatie verkeren nu in blinde paniek een gesubsidieerde homogenezing-cursus gaan volgen, maar ik kan het niet mooier maken dan het is. Sterkte daarmee!


Eerder gepubliceerd in NIW 17, 2022

Geen opmerkingen:

Een reactie posten