Is even schrikken hè, die titel! U bent natuurlijk helemaal
in verwarring gebracht en bang dat u wellicht op de site van de Missiepost Zuid
Sulawesi bent beland. Welnu, vreest niet, dit is niet het geval. Kijkt u maar
even rustig een decimeter boven deze tekst, daar staat keurig iets van www
joodseomroepenzovoort. Heb ik u toch maar alvast een opgelucht gevoel gegeven,
graag gedaan.
Over opgelucht gesproken, dat waren mijn echtgenote @i_mama
(zo heet ze niet echt hoor, zou een beetje mal zijn, dit is haar twitter-alias)
en ondergetekende afgelopen derde pesachdag. Onze één-na-jongste had de
kuierlatten genomen. Was met de horizon vertrokken. Er tussenuit geknepen. Ook
al heb je maar liefst vijf stuks kinderen, je hecht je toch aan allemaal en wilt
er eigenlijk niet ééntje missen. Had u niet gedacht zeker! Je komt er achter
als er één foetsie is.
Het eerste kwartier zoek je nog vrolijk, maar alras slaat de
paniek toe. De hele buurt gaat zoeken, richting noord, west en zuid. Je belt de
politie en vertelt van zijn oranje sokken, zijn oranje korte broek en zijn
snoopy-shirt, zijn spraakproblemen, zijn lethal voedselallergie en de paniek
neemt langzaam bezit van je. Het idee dat iemand hem vindt en als troost een
stukje chocola zou geven… Zouden we hem alsnog kwijt kunnen zijn. Je merkt dat
je kunt bidden, alhoewel je niet echt religieus bent:
“O G’d, laat het niet zó aflopen!”
Na alle ziekenhuisbezoeken, therapeuten, tests, tranen,
angsten.
Juist dit ondervoede ventje van bijna 4 waren we kwijt, met
zijn lijfje van een kind van 2, zijn telbare ribbetjes.
De Uittocht van Pesach was even de uittocht van ons
knulletje. De politiehelicopter boven ons hofje kneep mijn strot dicht, de
dreumes in de buggy bleef vrolijk.
In de AmberAlert-SMS stond niets over zijn allergie, dus ik
belde nog maar eens de meldkamer van de politie. O, maar hij is terecht hoor!
Hij heeft alleen wél roosvicee gehad, kan dat kwaad? Binnen vijf minuten werd
er aangebeld, een agente overhandigde ons ventje aan mijn vrouw, ik kreeg de
loopauto waarmee hij 2 kilometer ver was gekomen. Hij was op zoek gegaan naar
het buurmeisje dat met haar moeder boodschappen was gaan doen. Een hele lieve
mevrouw had hem huilend bij haar in de straat gezien en zich over hem ontfermd,
zijn snot weggepoetst en hem wat te drinken gegeven. Het wonderlijke: ze had
hem laten kiezen wat hij wilde, niets wetend van zijn allergie. Pak maar wat je
mama je ook altijd geeft. Ze bood hem iets aan met melk erin: niet die!,
had hij geroepen. Het werd Roosvicee.
Nood leert bidden zegt men en het is nog waar ook. Be’ezrat
Hasjeem hebben wij Etan weer terug.
De volgende keer weer zoals het hoort, g’d-willing, een
kolderiek stuk van mijn hand, zoals u gewend bent!
Ik snap het gevoel, wat heb je het goed weten te verwoorden.
BeantwoordenVerwijderen