Vandaag sprak ik een oude relatie, zakenrelatie van lang gelêe maar altijd nog een lijntje
gehouden. Je kent het wel: de één gaat aan je voorbij en laat niets achter, de ander blijft
plakken omdat hij (of zij, het komt ook voor bij vrouwen, heus) iets in je raakt. Deze beste
man was bijzonder betrokken bij de Joodse gemeenschap, had zich hard gemaakt voor het
Namenmonument, wilde zelfs de 24 bomen redden door ze te verhuizen - er kan zoveel
tegenwoordig. Deze man, dit soort mensen, zijn parels in onze maatschappij. Ze maken zich
niet alleen druk om onrechtvaardigheid maar ze doen er daadwerkelijk wat aan. Oprecht de
verbinding zoeken en mééstrijden. Tijdens de rechtszaak aan de Parnassusweg over het
Namenmonument, vorige maand, zag hij dat de tegenstanders alleen maar tégen waren, ze
hadden geen alternatief, nauwelijks tekst en de rechter was daar zelfs wat verbolgen over.
Afijn, de bomen zijn gekapt, het Namenmonument komt er. Hopelijk. Zeker weten doe je het
nooit want omwonenden gaan met een vroom gezicht heel vilein in beroep en zelfs áls het er
komt weet je niet wat er kan gebeuren. Maar fijn dat niet alleen de (nou ja, “de”) Joodse
gemeenschap er voor knokte, ook niet-joden deden mee, al hadden het er misschien wel
wat meer mogen zijn. Hij vertelde me over een monumentaal pand aan de Nieuwe
Herengracht, ooit gebouwd door een gerenommeerde sefardische familie, Stolperstein voor
de deur. En een poster “Wij zijn tegen” achter het raam. Hij kon er niet over uit. Via deze
gotspe kwamen we bij het Monument van Joodse Dankbaarheid, waarvoor een mooie plek
moet worden gevonden. Dat monument is óók een gotspe, misschien is charpe een nog wel
beter woord. De Nederlandse Joden werden keurig aan de bezetter overhandigd, in
tegenstelling tot die in Denemarken en Bulgarije, maar de weinigen die over waren mochten
nog even hun dankbaarheid tonen. Iets waar ik - en dat wil wat zeggen - stil van word. Maar
wat te doen? In het vorige nummer werd al gesuggereerd het onding op te blazen, heel
begrijpelijk. Zelf vind ik dat we het monument tot in de eeuwigheid moeten bewaren, indien
nodig zelfs restaureren en voorzien van de broodnodige duiding in een museum moeten
plaatsen. Welk museum, daar ben ik nog niet uit, misschien wel het Holocaustmuseum. Zo
denk ik overigens ook over de “Muur van Mussert.” Veel mensen willen van het ding af, het
staat nu op een camping in Lunteren, maar ik zeg: restaureren. We mogen de geschiedenis
niet uitgummen. Baken het af, zet het in voor educatieve doeleinden.
Tot zover de overduidelijk ook heden nog levende geschiedenis, naar het nu. Ik vertelde vorige maand over de rit naar Praag met mijn oudste zoon in onze Trabant, hoe we als filmsterren door de
Tsjechische hoofdstad reden terwijl duizenden toeristen ons toezongen en met confetti
bestrooiden. Als ik het me goed herinner hoor, dat Tsjechische bier hakte er nogal in. We
reden uiteraard ook weer de 1000 kilometer terug naar huis en jawel: bij Karl-Marx-Stadt
(het vroegere Chemnitz) werden we door de Volkspolizei van de weg gehaald. “Ist das Ihr
Fahrzeug?” - zo vroeg de ongetwijfeld jaloerse Polizist me. Ze dachten dat mijn kenteken
verlopen was want Nederlandse platen waren toch altoos geel en niet donkerblauw met wit
opschrift. Na mijn uitleg dat klassiekers hun oude nummerborden mogen houden mocht ik
nog steeds niet weg, nein, ze belden helemaal naar Driebergen om te vragen of mijn verhaal
klopte. Afijn, het was okay en ze gingen er weer vandoor, nadat één van de agenten nog
even mijn Trabant had geaaid. Als kind zat hij op net zo’n achterbankje op weg naar de
Oostzee met zijn ouders. We maakten even verbinding. Ondertussen kwam er een busje
aanrijden op de Raststätte waaruit een aantal jongeren stapte dat lachend foto’s van mijn
autootje ging maken. Ze waren vrolijk en springerig, hun tsietsiet dansten gezellig mee.
Israëlische jongeren op vakantie in Europa, ze hadden uiteraard de bekende plekken van ellende bezocht, maar ook ervaren hoe het Jodendom in Europa leefde en hoe welkom ze
overal waren. Am Jisraeel chai mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten