donderdag 1 maart 2007

Ramen Lappen

Mijn teerbeminde is in verwachting. Heel erg in verwachting en het is mijn schuld. Als je in verwachting bent word je ontheven van sommige plichten die dan worden overgedragen op de dader. Vandaag keek ze me aan met de voor mij heel bekende blik, ik moest weer wat! Ramen lappen. Uiteraard heb ik geen idee hoe dat moet. Ik snap ook niet waarom het ramen lappen heet. D’r komt geen lap an te pas. Wel een speciale spons en een trekker. Mijn moeder noemt het dan ook ramen wassen. Op de vraag welke van deze mijn favoriete vrouwen gelijk heeft ga ik niet in. Ik wil nog wel een beetje sjabbesmenoeche bewaren. Enfin, de blik was daar en ik stroopte mijn mouwen op, ik zei maar niet dat de ramen nog steeds licht naar binnen en onze blikken naar buiten lieten, hetgeen inhield dat ze nog steeds hun taak naar behoren aan het vervullen waren, mijn plek dus binnen op de bank was en niet buiten op een wankel trapje. Na een korte introductie (geen heet water en maar 1 druppel schoonmaakspul) toog ik aan den arbeid. Uiteraard regende het licht, maar daar haalt een man als ik zijn schouders voor op. Het is nou eenmaal “tradition” - om Tewje maar eens te citeren – dat, wanneer ik eindelijk eens wat doe, dat gebeurt onder de zwaarste omstandigheden. Papier naar de papierbak met een zuidwesterstorm, jarig zijn met jom kipoer, werken bij het NIW en ga zo maar door. Dus ik de ramen wassen,ik bedoel lappen.
Ik was best trots op mezelf! Na een keer of 5 de drie ramen gelapt te hebben, vond ik het aantal strepen best acceptabel. het water was mijn mouwen ingelopen tot aan de oksel en dat deed denken aan een ketelpakker die zware balken had lopen sjouwen, of zoiets. Glimmend als een haantje (eigenlijk van de regen) liet ik mijn koningin de ramen zien. Ze wees me gelijk op de gemiste plekken. Ze heeft behalve een hele mooie ronde buik ook nog eens een scherpe blik (als ze haar bril draagt). Nadat ik vol afgrijzen de kennelijk 5 keer overgeslagen vlek zag, wees ze naar het andere raam. Ons sjatzie Rivka drukte lachend haar 4-jarige snoetje tegen de ruit, samen met haar in chocolade gedrenkte poezelige handjes. Mijn geliefde zei: “Het ging niet om de buitenkant, die was nog prima. De binnenkant van de ramen was aan de beurt.” Ik voelde een barstende hoofdpijn opzetten. Maar liever hoofdpijn dan dat ik zelf zou moeten bevallen.
Vijf minuten later was ik bezig om de chanoekiaanse kaarsresten van het raam te krabben. Eind mei zijn we uitgerekend. Ik kan haast niet wachten!


Eerder gepubliceerd in De Benjamin 2007

Geen opmerkingen:

Een reactie posten