donderdag 13 augustus 2020

Chagrijn

 Deze maand schrijf ik alweer exact 3 jaar mijn stukjes voor ons aller NIW. De opdracht luidde: het moet persoonlijk zijn en er mag best wel eens worden gelachen. Ga er maar aanstaan. Nu beleef je met zes kinderen en slechts één echtgenote natuurlijk wel wat, maar niet alles is geschikt. De jongste die zijn tamboerijn insmeert met lijm en vastplakt aan een kruk bijvoorbeeld. Of die een doos aardbeien liet staan in de volle zon. “Dat is fijn voor de wespen omdat ze ook honger hebben.” Kind nummer 3, verstokt vegetariër, die vlees moet snijden bij de pizzeria waar hij werkt en wroeging voelt. Kind 1, die deze vakantie naar Duitsland fietste om daar zonder tentje in een slaapzak tussen de struiken te snurken. Tentjes zijn namelijk verboten in Duitsland. Maar in een slaapzak tussen de struiken snurken mag weer wel. Rare jongens die Duitsers, maar daar waren we al een tijdje achter. Rare jongen ook die zoon, wie bij z’n gezond gaat nu vrijwillig naar Duitsland hè. Maar kijk, toch alweer een aantal regels geschreven zónder dat vermaledijde corona-virus te noemen! Dankzij dat virus kom ik niet meer op mijn werk en loop ik tandenknarsend rondjes op het vierkante kleedje in onze doorzonwoning. Hoe kom ik nou aan inspiratie voor een stukkie? Dan blijft er weinig prikkelends over dan mezelf. Je kijkt nog eens in de spiegel, ziet daar een reusachtig groot hoofd en besluit op dieet te gaan. 104 kilo woog ik. Dus ik een nieuwe weegschaal gekocht, merk Korona. (Ongelogen.) Ik bleek nog steeds 104 kilo te wegen. Welk een gruwelijk vet monster was er voortgekomen uit de ontstellend knappe knaap van 80 kilo die ik 30 jaar geleden was. Broeken pasten niet meer, overhemden stonden bol, mijn geliefde rokkostuum deed me naar adem snakken. Vraag niemand om tips mensen. Doe het niet. Ik werd overstelpt door allerlei goedbedoelde adviezen waar ik niet goed van werd. Eh.. ik bedoel: dank aan allen! Eén of andere dikkerd op facebook deed het Keto-dieet. Nooit van gehoord uiteraard, ik lees de Libelle uiterst zelden, maar het sprak me aan. De hele dag eieren, mayo en vlees naar binnen harken. Geen brood, geen aardappelen, ook geen aardappels, rijst mag niet, pasta niet. Alleen vet en proteïnen. Wat dat laatste is weet ik niet, het klinkt als polypropyleen of piepschuim maar vet spreekt me wel aan. Ik ontbeet met biefstuk of zoute haring, lunchte met een kip, avondeten was spinazie met ei. Heb het 7 weken volgehouden en weeg nu 97 kilo. Al 4 weken. In elk geval past mijn geliefde rokkostuum me weer. De lamlendigheid mensen, de lamlendigheid. Misschien herkent u het. Je weet van gekkigheid niet wat je met jezelf aan moet. Ja, ja, de leeftijd. Zucht. Maar ook de hele corona-shizzle. De polarisatie, de stress, mensen die elkaar woest aankijken wanneer één van beiden hoest. Een burgeroorlog ligt op de loer en dat bedoel ik niet eens als jiddische overdrijving. De één vindt dat we tot het einde der tijden gemuilkorfd over straat moeten, of liever nog in de kruipruimte moeten gaan zitten en de ander vindt dat je juist luidruchtig iedereen op straat in het gezicht moet rochelen. De één buigt als een knipmes voor de overheid en het RIVM en de ander zegt zélf na te denken om vervolgens met de eerstgenoemde over straat te rollen. Het wordt er niet gezelliger op. Als we nou eens beginnen met elkaars meningen te respecteren? Jullie merken het: “persoonlijk en er mag worden gelachen.” Ik geloof niet dat ik helemaal aan deze opdracht kan voldoen vandaag. Daarom maar even mijn eigen corona-leermomentje. Net een stuk wezen fietsen met de jongste over de Oostvaardersdijk van Lelykstad naar Amsterdam. Komen we plots een wielrenner tegen met pech. Elk normaal mens zou hard lachend voorbij zijn gereden, maar ik stopte. Niet om hem van de dijk te schoppen, wat uiteraard in de lijn der verwachtingen zou liggen. Wielrenners zijn, zoals bekend, terroristen die er genoegen in smaken kleine kinderen in de bramen te duwen of je uit te schelden en in je nek te spugen omdat je niet snel genoeg aan de kant gaat met je Gazelle Primeur. Dus een ferme trap tegen zo’n zeemleren kont teneinde te genieten van zijn landing op de basaltblokken zou een heerlijke wraak zijn. Maar neen, ik vroeg of het ging en of hij hulp nodig had. Ik vind dat ik sinds de uitbraak van het virus aardiger ben geworden. Moge het u ook zo vergaan.

In verkorte vorm gepubliceerd in NIW 37 - 2020


Geen opmerkingen:

Een reactie posten