donderdag 3 juni 2021

Bijna 50 deel 2 - Het Vervolg

Het was vast afzien voor jullie de afgelopen weken. Niet alleen lag Israël weer onder vuur, ook vroegen jullie je af of ik inderdaad zo kloek zou blijven als ik me voordeed en géén motorrijwiel zou aanschaffen. Want dat had ik gezegd. Dat ik verstandig was. Een wijs man. Te dik, zeker, maar desondanks toch erudiet en trouw aan mezelf. Ik had mijn stukje nog maar net uit mijn schrijfmachine getrokken en naar het NIW gefaxt of ik zat alweer op Marktplaats. Een kwartier later had ik een motorfiets besteld. Neen, ik had er geen proefrit op gemaakt. Ja, ik had het hele bedrag al overgemaakt naar de volslagen onbekende mijnheer in Brabant die hem zou komen brengen. Een meneer wiens achternaam hetzelfde was als het dorp waar hij woonde. Dat moest wel goed zitten! Uiteraard had ik hem wél even gebeld, om te vragen of de motor écht helemaal in orde was. Zeker! Hij had er vorige zomer nog een kwartiertje op gereden en zou hem over één nachtje slapen komen brengen. Doodzenuwachtig was ik, want ik besefte hoe dom ik weer eens was. De vorige keer was de tank lek, weet u nog wel? Toen had ik wel opgeblazen kunnen worden en - als ik niet zo zwaar was geweest - 350 meter de lucht in worden geslingerd. Gelukkig viel het reuze mee, Katholieke Karel (hij kwam uit een gezin met 10 kinderen) bezorgde de Sparta SL 250 uit 1955 met kenteken RH-29-88 keurig thuis, dronk koffie en vertrok weer naar zijn gehucht. De motorfiets ademde iets van lang geleden, iets prehistorisch. De tank bleek van binnen ook prehistorisch, een soort druipsteengrot maar dan van roest. De benzine die er in zit was zo oud dat het dropwater leek. En hij rookte nog erger dan mijn Trabant. Zoals mijn innig geliefde buurman zei: Wat maakt dat stuk oud roest een herrie! Dus lawaai zat er ook nog in! Uiteraard heb ik er stukjes opgereden. Een keertje naar het park en een keertje naar een zieke vriend, helemaal in Almere Haven. Ik moest me goed vasthouden want ik trilde er bijna af en stond doodsangsten uit vanwege de trommelremmen die vooral trommelden maar niet remden. Mijn ogen woeien bijna uit mijn hoofd omdat ik niet gedacht had aan een bril en bij gebrek aan motorjas had ik maar een zwarte pandjesjas aangetrokken zodat de vrome flappen als vlerken klapperden. Ik maakte een verpletterende indruk op het van opwinding hilarisch lachende vrouwvolk van Almere-Stad. Afijn, nu ben ik alweer een tijdje op zoek naar een koppakking, want er lekt zwarte drek uit de cilinder. Je verwacht dat je zo’n pakking overal kunt kopen, maar zelfs de Jumbo had hem niet en ook Google zweeg beschaamd. Dus ik naar de Onderdelenmarkt van de Sparta Motorclub in Voorst. (Voor wie het plaatsje niet kent, het ligt naast Bussloo, graag gedaan.) Ondanks dat ik leef zonder verwachtingen en alles neem zoals het op mijn pad komt had ik toch stiekem een voorstelling van zo’n onderdelenmarkt. Uiteraard zou ik er in smoking heen gaan, want dat is nou eenmaal mijn dagelijkse kloffie en ik stelde me voor dat de overige mannen corduroy broeken zouden dragen, klompen, 20 jaar ouder zouden zijn dan ik en al graaiend in grote kratten met voor mij onherkenbare stukken ijzer een hels en onverstaanbaar dialect zouden rochelen waarvan ik dan zou moeten huilen. Dit was geenszins het geval, maar een koppakking of koffie hadden ze ook niet. Het Senseo-apparaat was stuk. Ze waren wel erg aardig. Hoe het ook zij: alles komt goed. Omdat jullie zo aandringen zal ik je op de hoogte houden.

Eerder gepubliceerd in het NIW van 28 mei 2021.



1 opmerking: