donderdag 10 september 2020

Rosj Hasjana 5781

Het is vandaag elf september. Zoals zovelen denk ik terug aan die dag, alweer negentien jaar geleden. Twee vliegtuigen vol haat en vol onschuldige mensen boorden zich in de Twin Towers in New York, we weten het allemaal nog als de dag van gisteren. Ik werkte bij een bedrijf in Zwolle en had een verkoper aan de lijn, een Israëlische meneer, die me iets wilde verkopen. Normaal knikker je zo iemand gelijk van de lijn, maar we raakten aan de praat omdat we allebei niet zo vaak een andere jood tegenkwamen en het bijna Rosj Hasjana was. Nadat ik had opgehangen belde mijn vrouw me en vertelde wat ze live op TV zag. Toen hadden we nog een televisietoestel, een woord dat je nu ook nooit meer hoort. Er was een vliegtuig in een hoog kantoorpand gevlogen, een bizar ongeluk. Uiteraard bevatte ik op dat moment nog niet wat de impact was, ik wilde gewoon verder gaan met mijn werk. Opeens een mailtje van de Israëlische marketeer. Of ik hem alsjeblieft even wilde bellen. Ik trok me terug in een leegstaand vergaderhok, beetje verbaasd, beetje met een unheimisch gevoel. Hij was erg blij dat hij even kon praten. Een neef van hem werkte in één van die torens, maar hij wist niet welke. We konden samen alleen maar hopen dat het niet de ene getroffen wolkenkrabber betrof. En toen werd de tweede geraakt. Hij kon geen woord meer uitbrengen en ik probeerde zo goed en zo kwaad als dat kon hem moed in te praten, nog geen idee eigenlijk van het inferno, zo vlak voor Joods nieuwjaar. 

Ook nu is het bijna Rosj Hasjana, een moment van contemplatie, van terugblikken op jezelf, het jaar 5780, alles wat achter ons ligt. Alles wat misschien nog gaat komen. Zoals de marketeer en ik elkaar toen troffen, in de nadagen van 5761, zo heb ik het afgelopen jaar met veel mensen verbinding gevoeld. U waarschijnlijk ook, meer dan onder normale omstandigheden. Een blik in de supermarkt, als je even wacht om ruimte te maken voor een ander, op straat, wanneer je angstige ouderen ziet, bang voor het onzichtbare gevaar. Ándere gesprekken dan anders met collega’s via hangout. Het was een jaar waarin we, uit nood geboren, uit een gemeenschappelijk unheimisch gevoel, dichterbij elkaar zijn gekomen. En zijn verwijderd. Niet alleen fysiek, dierbaren die je minder zag, maar ook van hart tot hart. De enorme polarisatie eiste haar tol, en dat verdriet mij. Mensen die dicht bij je waren en die je zag radicaliseren, óf groot voorstander van De Maatregelen, óf juist helemaal niet. Geen begrip meer over en weer, geen invoeling, geen emphatie, geen verbinding. Op Facebook werd dat helemaal duidelijk, mensen die daar jarenlang “bevriend” waren - ik zet het tussen aanhalingstekens omdat ze elkaar nog nooit in levende lijve ontmoetten - die een echte virtuele band hadden opgebouwd, blockten elkaar, ontvriendden. Iedereen die anders dacht moest uit hun blikveld verwijderd worden. Een terugtrekking in de eigen bubbel geeft een veilig gevoel, voorkomt nadenken, geeft rust en overzicht. Met lede ogen zag ik het aan. Zelf onthield ik me zoveel mogelijk van zinloze discussies, ook om dit te voorkomen, maar als toeschouwer op dit digitale slagveld voelde ik me ontheemd. En nu? Na Rosj Hasjana komt Jom Kippoer eraan, de vastendag waarop we onze gemeenschappelijke zonden belijden. Je wordt geacht vóór die dag weer verbinding te zoeken met hen van wie je vervreemd bent in het afgelopen jaar, met hen die je onrecht hebt aangedaan. En, nog moeilijker, met hen die jóu onrecht hebben aangedaan. Het is de bedoeling dat je naar ze toe gaat, ze in de ogen kijkt en eerlijk uitspreekt dat je niet zo handig was, niet zo billijk. Dan is je lei weer schoon en kan het nieuwe jaar pas écht beginnen. De klanken van de sjofar, van de ramshoorn, helpen daarbij. Ze gaan door je merg, je been, je hart en maken je bewust van jezelf, je daden, je zijn. Laten we elkaar een zoet en goed nieuwjaar wensen, een jaar waarin we onszelf én elkaar hervinden. Amen.

Eerder gepubliceerd in Volzin 2020.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten